ECLI:NL:OGEAA:2020:330

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 augustus 2020
Publicatiedatum
2 september 2020
Zaaknummer
AUA201904332
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van de rechtsgeldigheid van een Venezolaans vonnis inzake gezag over een minderjarige

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 25 augustus 2020 uitspraak gedaan op het verzoek van de vader, die in persoon procedeerde, tot erkenning van een Venezolaans vonnis van 10 mei 2018. Dit vonnis, uitgesproken door de Tribunal Tercero de Primera Instancia de Mediación y Sustanciación de Protección de Niños, Niñas y Adolescentes de la Circunscripción Judicial del Estado Aragua-sede Maracay, bepaalde dat de vader voortaan het gezag over zijn minderjarige zoon zou uitoefenen. De moeder, die in Venezuela woont, heeft geen verweerschrift ingediend en is niet verschenen op de zitting. De vader heeft zijn verzoekschrift ingediend op 13 december 2019, en de mondelinge behandeling vond plaats op 7 juli 2020.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de ouders zijn gescheiden bij vonnis van 13 augustus 2009, waarbij de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de zoon gezamenlijk werd vastgesteld, maar feitelijk bij de moeder lag. De zoon woont sinds 22 augustus 2018 in Aruba, maar is daar niet ingeschreven in het bevolkingsregister. Het Gerecht heeft beoordeeld of het Venezolaanse vonnis kan worden erkend in Aruba aan de hand van de commune internationaal privaatrechtelijke regels. Het Gerecht concludeert dat aan de drie cumulatieve voorwaarden voor erkenning is voldaan: de Venezolaanse rechter was bevoegd, het vonnis is tot stand gekomen na een behoorlijke rechtspleging, en erkenning is niet in strijd met de openbare orde.

Het Gerecht heeft daarom het verzoek van de vader toegewezen en de rechtsgeldigheid van het Venezolaanse vonnis erkend, waarbij de vader is belast met het gezag over zijn zoon en het hoofdverblijf van de zoon bij de vader is bepaald. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 25 augustus 2020
behorend bij EJ. nr. AUA201904332
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Naam verzoeker],
wonende in Aruba, te [adres],
VERZOEK, hierna: de vader,
procederend in persoon.
Belanghebbende:
[Naam belanghebbende],hierna de moeder,
wonende in Venezuela,

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 13 december 2019,
  • het advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand (abs), ingediend op 9 maart 2020,
  • de mondelinge behandeling van 7 juli 2020, waar zijn verschenen de vader in persoon, en voor de abs, [naam medewerker], jurist werkzaam bij de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister. De moeder heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit het huwelijk tussen de vader en de moeder is op 17 december 2002 in Venezuela geboren, de thans nog minderjarige [naam minderjarige] (hierna: de zoon).
2.2
Bij vonnis van 13 augustus 2009 is de echtscheiding tussen de vader en de moeder uitgesproken. Daarbij is bepaald dat de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de zoon, die de ouders gezamenlijk dragen, zal berusten bij de moeder
(“(…) en la cual se declaró la Responsabilidad de Crianza, la cual ejercemos conjuntamente, siendo a cargo de la madre, en virtud que el padre (…) actualmente reside fuera del País (…)”)
2.3
Bij uitspraak van de
Tribunal Tercero de Primera Instancia de Mediación y Sustanciación de Protección de Niños, Niñas y Adolescentes de la Circunscripción Judicial del Estado Aragua-sede Maracay(hierna: de Venezolaanse rechtbank) van 10 mei 2018, heeft de Venezolaanse rechter op verzoek van beide ouders bepaald dat het gezag (la custodia) over de zoon voortaan wordt uitgeoefend door de vader. Tevens heeft die rechter toestemming gegeven voor de wijziging van de verblijfplaats van de zoon.
2.4
De zoon woont sinds 22 augustus 2018 in Aruba. Hij staat niet ingeschreven in het Bevolkingsregister alhier.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek strekt tot erkenning van voornoemd vonnis van 10 mei 2018. Bij gebreke van een daartoe strekkende wettelijke bepaling of verdrag voor de erkenning van beslissingen van rechters in Venezuela omtrent het gezag over minderjarigen, dient de vraag of voornoemd Venezolaanse vonnis van 10 mei 2018 in Aruba kan worden erkend te worden beoordeeld aan de hand van de commune internationaal privaatrechtrechtelijke regels.
3.2
Bij de beantwoording van de vraag of een buitenlandse beslissing als de onderhavige voor erkenning in aanmerking komt geldt als uitgangspunt, dat die beslissing voor erkenning in aanmerking komt indien is voldaan aan de volgende drie cumulatief geldende voorwaarden, te weten:
1. de buitenlandse rechter was op een internationaal aanvaarde grond bevoegd om kennis te nemen van de zaak;
2. het vonnis is tot stand gekomen na een behoorlijke rechtspleging, en
3. erkenning van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde.
3.3
Het gerecht overweegt allereerst dat niet is gebleken dat voornoemd vonnis valselijk is opgemaakt.
3.4
Voorts is naar het oordeel van het gerecht aan voornoemde drie eisen voldaan.
3.4.1
Waar het betreft de eerste eis is gebleken dat de betreffende rechter van de Venezolaanse rechtbank, de rechter van de woonplaats van de minderjarige was, hetgeen ook naar internationale maatstaven een grond voor de rechterlijke bevoegdheid vormt.
3.4.2
Ten aanzien van de procesgang overweegt het gerecht, dat sprake is van een gemotiveerd vonnis na gedegen onderzoek van voornoemde rechtbank. Naar het oordeel van het gerecht was aldus sprake van een behoorlijke procesgang.
3.4.3
Tot slot is de voogdijvoorziening zoals in voornoemd vonnis is gegeven, niet strijdig met de Arubaanse openbare orde.
3.5
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het verzoek zal worden toegewezen.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
erkent de rechtsgeldigheid in Aruba van de uitspraak van de “
Tribunal Tercero de Primera Instancia de Mediación y Sustanciación de Protección de Niños, Niñas y Adolescentes de la Circunscripción Judicial del Estado Aragua-sede Maracay” van 10 mei 2018, voor zover daarbij de heer [naam verzoeker] is belast met het gezag over zijn zoon, [naam minderjarige], geboren [geboortedatum] 2002 in Venezuela, en het hoofdverblijf van de zoon bij de vader is bepaald.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van dinsdag 25 augustus 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.