ECLI:NL:OGEAA:2020:220
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.K. Engelbrecht
- J.R. Geerman
- E. de Cuba
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing van de Sociale Verzekeringsbank inzake arbeidsongeschiktheid en ongevallengeld
In deze zaak gaat het om een beroep van een appellant tegen een beslissing van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) van 15 maart 2019, waarbij aan de appellant een ongevallengeld van Afl. 67,72 per dag werd toegekend, zijnde 44% van 80% van Afl. 192,40, in verband met een bedrijfsongeval dat de appellant op 7 augustus 2014 had opgelopen. De appellant, die in persoon verscheen, was van mening dat hij volledig arbeidsongeschikt moest worden verklaard in plaats van slechts voor 44%. Hij voerde aan dat de arbeidsdeskundige van Medwork, die de beoordeling had uitgevoerd, niet onbevooroordeeld was, omdat deze ook betrokken was bij zijn werkgever, Marriott, en er dus sprake zou zijn van belangenverstrengeling. De appellant was bezig met een aansprakelijkstelling tegen zijn werkgever voor het bedrijfsongeval, wat de situatie verder complicaties gaf.
De SVB verdedigde haar beslissing door te stellen dat de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling was uitgevoerd door een erkende arbeidsdeskundige en dat er geen medische objectieve redenen waren om de graad van arbeidsongeschiktheid te verhogen. De SVB stelde dat de appellant niet in staat was om zijn eigen functie uit te oefenen, maar wel in staat werd geacht om andere functies te vervullen. De appellant betwistte ook de berekening van zijn dagloon, omdat overwerkvergoeding en bonussen niet waren meegenomen.
Het College van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de appellant terecht argwaan koesterde jegens de objectiviteit van de arbeidsdeskundige van Medwork. Het College oordeelde dat de SVB niet voldoende had gemotiveerd waarom de beoordeling van Medwork als basis voor haar beslissing kon dienen. Dit leidde tot de slotsom dat het beroep gegrond werd verklaard en de beslissing van de SVB werd vernietigd.