ECLI:NL:OGEAA:2020:22
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot herstel van dienstverband afgewezen; geen sprake van ontslag op staande voet of kennelijk onredelijk ontslag
In deze zaak heeft [verzoekster] een verzoek ingediend tot herstel van haar dienstverband bij de Sociale Verzekeringsbank (SVb) na een opzegging van haar arbeidsovereenkomst. De SVb heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden, omdat [verzoekster] de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt. [verzoekster] betwistte de rechtmatigheid van het ontslag en stelde dat er geen sprake was van een dringende reden voor ontslag op staande voet, en dat de beëindiging kennelijk onredelijk was.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 december 2019 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een ontslag op staande voet, aangezien de SVb de arbeidsovereenkomst met een opzegtermijn heeft beëindigd. Het Gerecht oordeelde dat de SVb de arbeidsovereenkomst op een regelmatige en rechtsgeldige wijze heeft opgezegd, en dat de beëindiging van het dienstverband niet kennelijk onredelijk was. De SVb had aan [verzoekster] een pensioenuitkering aangeboden, wat ook in overweging werd genomen.
Het Gerecht heeft het verzoek van [verzoekster] tot herstel van het dienstverband afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 28 januari 2020 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter in het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.