ECLI:NL:OGEAA:2020:212

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 mei 2020
Publicatiedatum
2 juni 2020
Zaaknummer
AUA1890 van 2012/ 201200081
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
  • J.R. Geerman
  • E. de Cuba
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens termijnoverschrijding in het kader van de Landsverordening algemene ouderdomsverzekering

In deze zaak heeft appellant, geboren op 15 maart 1949 in Aruba, op 12 maart 2012 een aanvraag ingediend bij de Sociale Verzekeringsbank voor de toekenning van ouderdomspensioen krachtens de Landsverordening algemene ouderdomsverzekering (LvAOV). De bank heeft appellant bij een ongedateerde beschikking een ouderdomspensioen toegekend van Afl. 614,- per maand, met een korting van 41,93%, met ingang van 1 april 2011. Appellant heeft tegen deze beslissing beroep aangetekend door een beroepschrift in te dienen op 25 juni 2012, wat na de wettelijke beroepstermijn van drie weken was.

De bank heeft primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellant wegens termijnoverschrijding. De rechtbank heeft vastgesteld dat appellant de bestreden beslissing op 23 mei 2012 heeft ontvangen, waardoor de beroepstermijn op 13 juni 2012 verstreken was. Het beroepschrift was te laat ingediend, en er was geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank heeft overwogen dat het de verantwoordelijkheid van appellant is om op de hoogte te zijn van de wetgeving.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten het beroep van appellant niet-ontvankelijk te verklaren, en heeft bevestigd dat de bank terecht het ouderdomspensioen met ingang van 1 april 2011 heeft toegekend, aangezien er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de regels rechtvaardigden.

Uitspraak

Uitspraak van 14 mei 2020
CVB nr. 1890 van 2012
COLLEGE VAN BEROEP
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van
de Landsverordening algemene ouderdomsverzekering (LvAOV) van
[Appellant],
Wonende in Nederland, [adres],
APPELLANT,
procederende in persoon,
tegen de beslissing d.d. 9 mei 2012 van de
DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK,
gevestigd te Aruba,
VERWEERDER, hierna ook te noemen: de bank,
gemachtigde: de advocaat mr. M.D. Tromp.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Appellant, geboren op 15 maart 1949 in Aruba, heeft op 12 maart 2012 een aanvraag bij de bank ingediend tot toekenning van ouderdomspensioen krachtens de algemene ouderdomsverzekering.
1.2
Bij ongedateerde beschikking (hierna: de bestreden beslissing), heeft de bank besloten aan appellant met ingang van 1 april 2011 een ouderdomspensioen toe te kennen van Afl. 614,- per maand, onder toepassing van een korting van 41,93%.
1.3
Tegen deze beslissing heeft appellant beroep aangetekend, door indiening van een beroepschrift bij dit College, op 25 juni 2012.
1.3
De bank heeft een verweerschrift ingediend.

2.DE OVERWEGING

De ontvankelijkheid

2.1
De bank heeft primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellant wegens termijnoverschrijving, en heeft – samengevat – daartoe aangevoerd dat appellant het beroepschrift na verloop van de beroepstermijn heeft ingediend.
2.2
Ingevolge artikel 38, eerste lid, van de LvAOV staat tegen bepaalde beslissingen van de bank, voor de belanghebbende beroep open. Het derde lid bepaalt dat het beroep ingevolge het eerste lid geschiedt bij met redenen omkleed beroepschrift binnen drie weken na de dagtekening van de beslissing of na de datum waarop de betrokkene kan aantonen deze beslissing te hebben ontvangen.
2.3
In dit geval is niet in geschil, dat appellant de bestreden beslissing op 23 mei 2012 heeft ontvangen.
2.4
Gelet op het bovenstaande is de beroepstermijn op 13 juni 2012 verstreken. Appellant heeft het beroepschrift ingediend op 25 juni 2012. Dit is ruim twaalf dagen na het verstrijken van bedoelde beroepstermijn. Dat het beroepschrift is gedateerd 8 juni 2012, maakt dit niet anders. Het beroepschrift is te laat ingediend en nu gesteld noch gebleken is dat de termijnoverschrijding verschoonbaar moet worden geacht, dient appellant niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.
2.5
Ten overvloede overweegt het College het volgende.
Het College stelt voorop, dat een ieder de wet behoort te kennen. Gelet hierop dient de door appellant gestelde onwetendheid met de LvAOV, voor zijn rekening en risico te komen.
Ingevolge artikel 11, eerste lid van de LvAOV gaat het ouderdomspensioen in op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de belanghebbende aan de voorwaarden voor het recht op ouderdomspensioen voldoet. Het derde lid bepaalt – voor zover hier van belang – dat in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een ouderdomspensioen niet eerder kan ingaan dan een jaar vóór de eerste dag der maand, volgende op die waarin de aanvraag werd ingediend. De Bank kan voor bijzondere gevallen van het bepaalde in de eerste volzin afwijken. Nu appellant zijn aanvraag om ouderdomspensioen op 12 maart 2012 heeft ingediend en er geen sprake is van een bijzonder geval, is hem terecht met ingang van 1 april 2011 pensioen toegekend.

3.DE BESLISSING

Het college:
- verklaart het beroep van appellant niet-ontvankelijk.
Aldus gegeven op 14 mei 2020 door mr. N.K. Engelbrecht, voorzitter, J.R. Geerman en E. de Cuba, leden, in tegenwoordigheid van de secretaris.