ECLI:NL:OGEAA:2020:21

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 januari 2020
Publicatiedatum
10 februari 2020
Zaaknummer
AUA201902492
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verklaring voor recht betreffende buitenlandse huwelijksakte en registratie in Aruba

In deze zaak hebben verzoekers, beiden woonachtig in Aruba, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. Het verzoek betreft een verklaring voor recht dat hun huwelijksakte, die in New York is opgemaakt, overeenkomstig de plaatselijke voorschriften is opgemaakt en kan worden opgenomen in het huwelijksregister of een ander register van de burgerlijke stand. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 26 juli 2019 werd ingediend, gevolgd door een advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand op 7 oktober 2019 en een mondelinge behandeling op 8 oktober 2019. Tijdens deze zitting waren de verzoekers en hun gemachtigde, mr. D.G. Kock, aanwezig, evenals de ambtenaar van de burgerlijke stand, vertegenwoordigd door mr. J.M.A.M. Ponsioen.

De verzoekers hebben gesteld dat hun belang bij het verzoek ligt in de registratie van hun huwelijk in Aruba. De rechter heeft vastgesteld dat de verzoekers ontvankelijk zijn in hun verzoek op basis van artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om een verklaring voor recht te vragen over een buiten Aruba opgemaakte akte. De rechter heeft echter ook geconstateerd dat de heer [verzoeker 1] eerder in Colombia was getrouwd en dat er geen bewijs was van een echtscheiding. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het huwelijk van de verzoekers inmiddels is geregistreerd en dat zij geen belang meer hebben bij het verzoek om verklaring voor recht.

Uiteindelijk heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 28 januari 2020 het verzoek afgewezen, omdat de huwelijksakte inmiddels was geregistreerd en er geen verdere noodzaak was voor de gevraagde verklaring. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 28 januari 2020
behorend bij EJ. nr. AUA201902492
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[verzoeker 1] en [verzoeker 2],
Beiden wonende in Aruba,
VERZOEKS,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
Belanghebbende:
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,hierna: de ambtenaar,
gemachtigde: mr. J.M.A.M. Ponsioen.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 26 juli 2019,
  • het advies van de ambtenaar, ingediend op 7 oktober 2019,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 8 oktober 2019, waar zijn verschenen verzoekers bij hun gemachtigde voornoemd en de ambtenaar bij de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Verzoekers zijn op [trouwdatum] in New York, Verenigde Staten van Amerika, met elkaar getrouwd.

3.HET VERZOEK

Verzoekers verzoeken het gerecht om voor recht te verklaren dat hun huwelijksakte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften is opgemaakt en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in het huwelijksregister dan wel een van de registers van de burgerlijke stand, zulks uitvoerbaar bij voorraad. Daartoe stellen zij dat hun belang bij dit verzoek is gelegen in de registratie van hun huwelijk in een register hier te lande.
Ter zitting van 8 oktober 2019 hebben verzoekers zich gerefereerd aan het oordeel van het gerecht met betrekking tot de proceskostenveroordeling.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek Van Aruba (BW). Voor zover hier van belang kan op grond van deze bepaling een ieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft, de rechter in eerste aanleg verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Aruba opgemaakte akte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt, en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een register van de burgerlijke stand.
4.2
Nu het gaat om de afgifte van een verklaring voor recht met betrekking tot een in het buitenland opgemaakte huwelijksakte, en bij de burgerlijke stand registers van geboorten, van huwelijken en van overlijden bestaan (artikel 1:17 BW), zijn verzoekers ontvankelijk in hun verzoek.
4.3
Gebleken is dat de heer [verzoeker 1] op [trouwdatum] in Quimbaya, Colombia in het huwelijk is getreden met [echtgenote], terwijl niet is gebleken dat zijn huwelijk met verzoekster op dat moment door echtscheiding of anderszins was ontbonden. Volgens de ambtenaar heeft verzoeker [verzoeker 1] ten overstaan van de ambtenaar verklaard, dat hij mevrouw [echtgenote] had gemachtigd “om met de handschoen te trouwen wanneer hij gescheiden was”, en dat hij destijds bezig was met de echtscheiding in de Verenigde Staten van Amerika, maar dat mevrouw [echtgenot] tegen de afspraken in het Colombiaans huwelijk heeft voltrokken voordat hij was gescheiden. Van een echtscheiding tussen verzoekers is niet gebleken.
De ambtenaar heeft naar aanleiding hiervan geconcludeerd dat het huwelijk van verzoekers kan worden ingeschreven in het bevolkingsregister en stelt – onweersproken – dat dat inmiddels is gebeurd.
4.4
Nu het huwelijk van verzoekers inmiddels is geregistreerd en opgenomen in een register, hebben verzoekers geen belang bij onderhavig verzoek. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van dinsdag 28 januari 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.