ECLI:NL:OGEAA:2020:187
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van het gerecht in bestuursrechtelijke zaak betreffende bouwvergunning en verkavelingsbeleid
In deze zaak heeft de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Milieu (hierna: appellant) beroep ingesteld tegen een beslissing van verweerder, die betrekking had op een verzoek om bevestiging dat een perceel en een conceptontwerp buiten het bereik van de Landsverordening Ruimtelijke Ontwikkeling (LRO) vallen. Appellant had op 7 augustus 2018 verweerder verzocht om deze bevestiging en om een bouwvergunning voor het conceptontwerp. Na het uitblijven van een beslissing op dit verzoek heeft appellant op 28 november 2018 bezwaar gemaakt. Verweerder heeft op 4 april 2019 gereageerd, maar het gerecht heeft geoordeeld dat deze brief geen op een bezwaarschrift genomen beslissing is zoals bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Hierdoor was het gerecht onbevoegd om kennis te nemen van het beroep dat appellant had ingesteld.
De zitting vond plaats op 2 maart 2020, waar beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. De rechter heeft overwogen dat de brief van 4 april 2019 niet kan worden aangemerkt als een beslissing op bezwaar, omdat deze brief slechts een reactie was op het verzoek van appellant en geen heroverweging van een eerdere beschikking inhoudt. Dit betekent dat er geen beroep openstond tegen deze brief, waardoor het gerecht niet bevoegd was om het beroep van appellant te behandelen. De rechter heeft de zaak afgesloten door te verklaren zich onbevoegd te verklaren en de griffier op te dragen het beroepschrift door te zenden naar verweerder ter behandeling als bezwaarschrift.
De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth op 6 april 2020, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.