ECLI:NL:OGEAA:2020:173
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een klaagschrift inzake de afgifte van een verklaring omtrent het gedrag in het kader van openlijke geweldpleging en mishandeling
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 2 maart 2020 uitspraak gedaan op een klaagschrift van klager, die verzocht om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag. Dit verzoek was gedaan om als buschauffeur te kunnen werken. De aangewezen ambtenaar had eerder, op 23 januari 2020, het verzoek afgewezen, omdat er bezwaren waren tegen klager, die verdachte was in twee openstaande strafzaken uit 2017, waaronder openlijke geweldpleging en mishandeling. Klager heeft hiertegen op 29 januari 2020 een klaagschrift ingediend.
Tijdens de behandeling van de zaak op 10 februari 2020 is klager in persoon verschenen, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J.W. Klamer. Het Gerecht heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen van de Landsverordening justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag (Lv VOG). Het Gerecht oordeelde dat de aangewezen ambtenaar op goede gronden had besloten om de verklaring niet af te geven, gezien de ernst van de verdenkingen tegen klager en het doel waarvoor de verklaring was aangevraagd.
De rechter heeft geconcludeerd dat verweerder in redelijkheid kon weigeren de gevraagde verklaring af te geven, gezien de verantwoordelijkheden die een buschauffeur heeft ten aanzien van de veiligheid van passagiers. De klacht van klager werd ongegrond verklaard, en tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open, zoals vermeld in artikel 28, derde lid, van de Lv VOG.