ECLI:NL:OGEAA:2020:171
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om toekenning van vergoeding en opleggen van dwangsom ex artikel 53 Lar
In deze zaak heeft de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie een verzoek ingediend ex artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van het gerecht van 24 juni 2019, waarin het uitblijven van een beschikking op het bezwaar van verzoeker werd vernietigd. Verweerder was verplicht om binnen drie maanden na deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen, maar heeft dit nagelaten. Op 11 oktober 2019 heeft verzoeker het huidige verzoek ingediend om verweerder te verplichten gevolg te geven aan de eerdere uitspraak, met de mogelijkheid van het opleggen van een dwangsom voor iedere dag dat verweerder in gebreke blijft.
De zitting vond plaats op 20 januari 2020, waarbij verzoeker vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde, drs. M.L. Hassell. Verweerder is niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. Het gerecht heeft overwogen dat de gemachtigde verzuimd heeft een geldige machtiging over te leggen, waaruit blijkt dat hij door verzoeker is gemachtigd om de procedure te starten. De overgelegde machtiging was ongedateerd en de handtekening op de machtiging kwam niet overeen met de handtekening op het paspoort van verzoeker. De gemachtigde erkende ter zitting dat de handtekeningen niet op elkaar leken, maar gaf aan dat verzoeker altijd zo tekent.
Het gerecht heeft geconcludeerd dat de machtiging niet geldig is en dat verzoeker niet kan worden geacht de gemachtigde te hebben gemachtigd om de procedure te starten. Hierdoor is het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Soffers op 2 maart 2020, in aanwezigheid van de griffier.