ECLI:NL:OGEAA:2020:170
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om tenuitvoerlegging van een uitspraak inzake vergunning tot verblijf voor onbepaalde duur
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 2 maart 2020 uitspraak gedaan op een verzoek ex artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van een verzoekster, die een vergunning tot verblijf voor onbepaalde duur had aangevraagd. De verzoekster, vertegenwoordigd door drs. M.L. Hassell, had eerder bezwaar gemaakt tegen een afwijzende beschikking van de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, vertegenwoordigd door mr. G.M.N. Maduro. De rechtbank had in een eerdere uitspraak van 12 november 2018 de fictieve afwijzing van het bezwaar vernietigd en de verweerder opgedragen om binnen drie maanden een reële beslissing te nemen op het bezwaar.
Verzoekster had op 24 mei 2019 een verzoekschrift ingediend omdat verweerder niet tijdig had beslist op het bezwaar. Verweerder had op 5 juli 2019 een verweerschrift ingediend. De zaak werd behandeld op 20 januari 2020, waarbij verzoekster niet verscheen, ondanks een behoorlijke oproeping. De rechtbank overwoog dat, gezien de herziening van de afwijzende beschikking en het verlenen van de vergunning tot verblijf voor onbepaalde duur aan verzoekster, verweerder had voldaan aan de eerdere uitspraak. Daarom werd het verzoek van verzoekster afgewezen.
De rechter, mr. M. Soffers, heeft de beslissing op de openbare terechtzitting uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.