ECLI:NL:OGEAA:2020:153

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 februari 2020
Publicatiedatum
4 mei 2020
Zaaknummer
AUA201901283
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om tenuitvoerlegging van een uitspraak in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verzoek ex artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) door de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Kock, had eerder een fictief afwijzende beslissing op haar bezwaar zien vernietigen door het gerecht op 10 december 2018. Het gerecht had toen bepaald dat de verweerder, in dit geval de Minister, binnen drie maanden een reële beslissing moest nemen op het bezwaar van verzoekster.

Op 16 april 2019 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend, waarop verweerder op 5 juni 2019 een verweerschrift heeft ingediend. De rechter heeft op 3 februari 2020 uitspraak gedaan. In de overwegingen van de uitspraak werd vastgesteld dat de verweerder op 3 juni 2019 een reële beslissing heeft genomen op het bezwaar van verzoekster, waarmee hij voldaan heeft aan de eerdere uitspraak van het gerecht. Hierdoor is het belang van verzoekster bij deze procedure komen te vervallen.

De rechter heeft geconcludeerd dat er geen wettelijke grondslag bestaat voor een veroordeling in de kosten en heeft het verzoek van verzoekster niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 3 februari 2020, in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Uitspraak van 3 februari 2020
Lar nr. AUA201901283

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[appellante],

gevestigd in Aruba,
VERZOEKSTER,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
gericht tegen:

de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. M.P. Jansen (DWJZ)

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak van dit gerecht van 10 december 2018 (Lar nr. AUA201802163) heeft het gerecht een fictief afwijzende beslissing op het bezwaar van verzoekster vernietigd en bepaald dat verweerder binnen een termijn van drie maanden na dagtekening van de uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar.
Op 16 april 2019 heeft verzoekster een verzoekschrift in de zin van artikel 53 van de Lar ingediend.
Verweerder heeft op 5 juni 2019 een verweerschrift ingediend.
Uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. Op grond van het bepaalde in artikel 53 van de Lar kan het gerecht op verzoek van de wederpartij, het bestuursorgaan dat in gebreke blijft om tijdig een nieuwe beslissing te nemen na vernietiging door het gerecht van een eerdere beslissing, verplichten alsnog gevolg te geven aan die uitspraak, al dan niet onder verbeurte van een dwangsom.
2. Verweerder heeft op 3 juni 2019 een reële beslissing genomen op het bezwaar van verzoekster. Hiermee heeft verweerder voldaan aan de uitspraak van het gerecht van 10 december 2018. Hierdoor is het belang van verzoekster bij deze procedure komen te vervallen.
3. Voor een veroordeling in de kosten bestaat geen wettelijke grondslag.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 februari 2020 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.