ECLI:NL:OGEAA:2020:141

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 april 2020
Publicatiedatum
30 april 2020
Zaaknummer
AUA201904135
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onder curatelestelling van een meerderjarige wegens geestelijke stoornis

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 april 2020 uitspraak gedaan op het verzoek van de verzoekster om haar vader, de verweerder, onder curatele te stellen. De verzoekster, die in persoon procedeerde, heeft aangevoerd dat haar vader in oktober 2019 een beroerte heeft gehad, wat heeft geleid tot hersenletsel. Dit heeft geresulteerd in forse cognitieve stoornissen en een ernstige vorm van dementie, zoals bevestigd door de verklaringen van de behandelende artsen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 25 november 2019 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 4 februari 2020, waarbij alle belanghebbenden aanwezig waren.

De rechter heeft vastgesteld dat de verweerder, wegens zijn geestelijke stoornis, niet in staat is om zijn belangen behoorlijk waar te nemen. De kinderen van de verweerder hebben het verzoek tot ondercuratelestelling ondersteund. De rechter heeft besloten om de verzoekster tot curatrice te benoemen, aangezien de verweerder geen bezwaar heeft gemaakt tegen deze benoeming. De curatrice is verplicht om binnen acht weken na aanvang van haar taak een schriftelijke opgave van de aanwezige gerede gelden en andere activa in te dienen, en binnen acht maanden een boedelbeschrijving te overleggen. De uitspraak is openbaar gemaakt en zal worden gepubliceerd in de Landscourant van Aruba en in de lokale dagbladen.

Uitspraak

Beschikking van 21 april 2020
behorend bij EJ nr. AUA201904135
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER,
procederend in persoon,
om ondercuratelestelling van haar vader:
[Verweerder],
wonende in Aruba, te [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen Kock,
in persoon.
Belanghebbenden:
[Belanghebbende 1], zoon,
[Belanghebbende 2], zoon
[Belanghebbende 3], dochter.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 25 november 2019,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 4 februari 2020, waarbij aanwezig waren de verzoekster, de verweerder en alle belanghebbenden,
  • de aanvullende stukken, ingediend op 18 februari 2020.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat verweerder onder curatele wordt gesteld met benoeming van verzoekster tot zijn curatrice. Daartoe wordt aangevoerd dat verweerder in oktober 2019 een
strokeheeft gehad, en daarbij hersenletsel heeft opgelopen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:378, lid 1 en onder sub a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge deze bepaling kan de rechter een meerderjarige onder curatele stellen wegens een geestelijke stoornis waardoor de gestoorde, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen.
3.2
Uit de verklaringen van de behandelende artsen, de Internist drs. [naam internist] en de huisarts drs. [naam huisarts], van 13 februari 2020 en 6 februari 2020 volgt, dat bij verweerder sprake is van forse cognitieve stoornissen die te wijten zijn aan verworven cerebrale vasculitis met delier. Hij lijdt aan een ernstige vorm van dementie.
3.3
De ter zitting aanwezige volwassen kinderen van verweerder, hebben het verzoek gesteund.
3.4
Gelet op het bovenstaande en op de ondervraging van verweerder is het gerecht van oordeel dat genoegzaam is gebleken dat verweerder wegens een geestelijke stoornis niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.5
Verweerder heeft met zoveel woorden te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen benoeming van verzoekster tot zijn curatrice. Nu voor het overige niet van bezwaren daartegen is gebleken, zal het gerecht dienovereenkomstig beslissen.
3.6
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:338 BW binnen acht weken na aanvang van haar taak als curatrice, derhalve
uiterlijk 16 juni 2020, een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht te doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
De curatrice dient voorts binnen acht maanden na aanvang van haar taak als curatrice, derhalve
uiterlijk 18 december 2020,ter bevestiging van haar deugdelijkheid een door haar ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht in te dienen. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.
3.7
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BW
jaarlijkseen rekening van haar bewind over de goederen van de onder curatele gestelde ter griffie van dit gerecht in te dienen, voor het eerst uiterlijk op
1 juni 2021.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [Verweerder], geboren op [geboortedatum] 1958 in Aruba, onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curatrice zijn dochter, [Verzoekster],
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curatrice binnen tien (10) dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA”.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter, en wordt geacht in het openbaar te zijn uitgesproken ter zitting van dinsdag 21 april 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.