ECLI:NL:OGEAA:2020:139

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 april 2020
Publicatiedatum
30 april 2020
Zaaknummer
AUA201802803
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot verkoop van een erfgoed in het personen- en familierecht

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben verzoekers een machtiging gevraagd om de verkoop van een huis te kunnen realiseren dat deel uitmaakt van de nalatenschap van de erflater. De erflater, geboren in 1927 in de Dominicaanse Republiek, overleed in 2009. De verzoekers, die erfgenamen zijn, hebben te maken met verweerder, die zijn medewerking aan de verkoop weigert. De procedure begon met een verzoekschrift op 7 september 2018 en omvatte verschillende zittingen, waaronder een mondelinge behandeling op 4 februari 2020. De verzoekers hebben aangevoerd dat zij gezamenlijk 90% van het huis bezitten en dat verweerder, die in het huis woont, niet meewerkt aan de verkoop. Het gerecht heeft de verzoeken beoordeeld aan de hand van relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek van Aruba, waaronder artikel 3:174, dat de rechter de bevoegdheid geeft om een deelgenoot te machtigen tot het te gelde maken van een gemeenschappelijk goed. Het gerecht heeft geoordeeld dat er voldoende gewichtige redenen zijn voor de verzoekers om de verkoop te kunnen realiseren, en heeft hen gemachtigd om alle noodzakelijke stappen te ondernemen voor de verkoop van het huis. De overige verzoeken zijn afgewezen, en de kosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

Beschikking van 21 april 2020
Zaaknummer EJ nr. AUA201802803
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoeker 1], wonende in Sint Maarten,
[Verzoeker 2], wonende in Nederland,
[Verzoeker 3], wonende in Aruba,
[Verzoeker 4], wonende in Sint Maarten,
VERZOEKERS,
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff,
tegen:
[Verweerder],
wonende in Aruba, aan de [adres],
VERWEERDER; hierna te noemen [naam verweerder],
voorheen procederende met gemachtigde, de advocaat: mr. C. Lejuez, thans procederende in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 7 september 2018,
- de mondelinge behandeling ter zitting van 4 december 2018, waar verzoekers zijn verschenen bij hun gemachtigde voornoemd, en verzoeker Anthony [naam verweerder] tevens in persoon is verschenen, en verweerder bij zijn gemachtigde voornoemd is verschenen. Verweerder heeft zijn standpunt mede aan de hand van voorgedragen en overgelegde pleitaantekeningen uiteengezet. De zaak is vervolgens verwezen naar de parkeerrol van juli 2019 voor overlegging van een stamboom, verklaring van erfrecht en eventueel testament van de erflater;
- de op de parkeerrol van 10 december 2019 overgelegde akte door verzoekers,
- de mondelinge behandeling ter zitting van 4 februari 2020, waar zijn verschenen de verzoekers bij hun gemachtigde voornoemd. Verweerder is niet verschenen.

2.DE FEITEN

2.1
De heer [naam erflater], geboren op [geboortedatum] 1927 in de Dominicaanse Republiek (hierna: de erflater), is op [overlijdensdatum] 2009 te Saint Martin overleden.
2.2
De erflater was echtgenoot van [naam verzoeker 1] (verzoekster sub 1) en vader van de overige verzoekers en van verweerder.

3.HET VERZOEK

3.1
Het gewijzigde verzoek strekt ertoe, dat verweerder wordt bevolen om alle gegevens en documenten die nodig zijn voor het afronden van de verklaring van erfrecht in de nalatenschap van de erflater, te verstrekken aan de notaris, onder verbeurte van een dwangsom voor elke dag dat hij nalaat hieraan te voldoen, alsmede tot het verlenen van vervangende toestemming voor de verkoop – via een makelaar – van het huis gelegen te [adres] nummer [nummer], onder de voorwaarde dat het niet mag worden verkocht voor een verkoopprijs lager dan Afl. 187.525,80. Tevens is verzocht verweerder te gebieden zijn medewerking te verlenen om het huis te laten bezichtigen, om te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de notariële akte tot levering van voornoemde woning, en om verweerder te gebieden om na de verkoop van het huis, dat huis te ontruimen. Het een en ander met veroordeling van verweerder in de proceskosten.
3.2
Aan het verzoek hebben verzoekers het volgende ten grondslag gelegd.
Verzoekers en verweerder zijn erfgenamen van de erflater. Tot de nalatenschap van de erflater behoort onder meer, het recht van erfpacht op een perceel domeingrond groot vijfhonderd veertien vierkante meter (514 m2), kadastraal meetbrief nr. 1967/107 gelegen te San Nicolaas in Aruba, met het daarop gebouwde plaatselijk bekend als [adres] (hierna: het huis).
Verzoekers hebben samen recht op 90% aandeel in het huis, en willen het huis verkopen. Verweerder woont in het appartement behorende aan het huis. Hij weigert zijn medewerking te verlenen aan het op de markt plaatsen van het huis, opdat het kan worden verkocht.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het eerste onderdeel van het verzoek is gegrond op artikel 141, lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Ingevolge die bepaling kan de rechter in de loop van een geding, op verzoek of ambtshalve, aan partijen of een van hen de overlegging bevelen van onder hen berustende boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of voorwerpen. Deze – discretionaire – bevoegdheid van de rechter is gegeven in het belang van waarheidsvinding in een lopende procedure, en is niet bedoeld om een procespartij op verzoek van de andere partij te bewegen zijn medewerking te verlenen aan het tot stand brengen van bepaalde rechtshandelingen bij derden.
4.2
Het verzoek dat strekt tot het bevelen van [naam verweerder] om alle gegevens en documenten die nodig zijn voor het opmaken en afronden van de verklaring van erfrecht door de notaris, te verstrekken aan die notaris, zal dan ook worden afgewezen.
4.3
Verweerder heeft ten aanzien van de overige onderdelen van het verzoek, verweer gevoerd dat strekt tot de niet-ontvankelijk verklaring dan wel afwijzing ervan.
Daartoe heeft verweerder betoogd dat nog lang niet vast staat wie rechthebbenden zijn op het huis, nu niet bekend is of de erflater een testament heeft opgemaakt die wellicht een andere verhouding tussen de erfgenamen inhoudt, dan wel of er ook andere erfgenamen dan alleen verzoekers en verweerder zijn. Daarbij heeft verweerder gewezen op (ex-)echtgenoten en kinderen van verzoekers, die mede-erfgenamen of deelgenoten zouden kunnen zijn.
4.4
Het gerecht begrijpt het verzoek om vervangende toestemming om het huis te mogen verkopen, als een verzoek op grond van artikel 3:178 in samenhang met artikel 3:174 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW).
Ingevolge artikel 3:178 BW kan ieder der deelgenoten, alsmede hij die een beperkt recht op een aandeel heeft, te allen tijde verdeling van een gemeenschappelijk goed vorderen. Ingevolge artikel 3:174 BW kan de rechter die ter zake van een vordering tot verdeling bevoegd zou zijn, of voor wie een zodanige vordering reeds aanhangig is, een deelgenoot op diens verzoek ten behoeve van de voldoening van een voor rekening van de gemeenschap komende schuld of om andere gewichtige redenen machtigen tot het te gelde maken van een gemeenschappelijk goed.
4.5
Tussen partijen is kennelijk niet in geschil dat het huis deel uitmaakt van de erfenis van de erflater, en dat zij in ieder geval samen erfgenamen zijn. In zoverre zijn verzoekers dan ook ontvankelijk in hun verzoek.
Voor toewijzing van een verzoek ex artikel 3:174 BW is in dit geval vereist dat er sprake is van gewichtige redenen aan de zijde van verzoekers. Verzoekers hebben gesteld dat daarvan sprake is. Die redenen zijn allen ingegeven door de wens van verzoekers, om de erfenis te kunnen afronden en het huis te kunnen verkopen en te leveren, en de weigering van verweerder om hieraan zijn medewerking te verlenen.
4.6
Gelet op het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het gerecht van oordeel dat er sprake is van voldoende gewichtige redenen op grond waarvan een machtiging op grond van artikel 3:174 BW aan verzoekers, voor zover zij deelgenoot zijn, kan worden verleend om het huis te gelde te maken.
4.7
De overige onderdelen van het verzoek zullen, gelet op het vroege stadium waarin de procedure tot verdeling zich nog bevindt, worden afgewezen.
4.8
Gelet op de aard van het verzoek en de familierechtelijke betrekkingen tussen partijen, ziet het gerecht aanleiding om de kosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
machtigt verzoekers, voor zover zij deelgenoten zijn, om al het nodige te doen voor de verkoop en levering van het recht van erfpacht op een perceel domeingrond groot vijfhonderd veertien vierkante meter (514 m2), kadastraal meetbrief nr. 1967/107 gelegen te San Nicolaas in Aruba, met het daarop gebouwde plaatselijk bekend als [adres],
compenseert te kosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en wordt geacht in het openbaar te zijn uitgesproken ter zitting van dinsdag 21 april 2020, in tegenwoordigheid van de griffier.