Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
het dubbele huur van juli 2019, te noemen 750 florin.”.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, staat de rechtsgeldigheid van de opzegging van een huurovereenkomst centraal. De eiser, wonende te Aruba, heeft een appartement gehuurd van de gedaagde, eveneens wonende te Aruba, sinds 15 februari 2017. De maandelijkse huur bedroeg Afl. 750,--, vermeerderd met Afl. 50,-- aan servicekosten. Op 1 juni 2019 heeft de gedaagde de huur opgezegd per 1 augustus 2019, zonder de vereiste toestemming van de Huurcommissie te hebben verkregen. De eiser heeft het appartement op 1 juli 2019 verlaten, omdat hij een andere woning aangeboden kreeg en de relatie met de gedaagde verstoord was.
Tijdens de zitting heeft de eiser erkend dat hij wist dat de opzegging niet rechtsgeldig was, maar heeft desondanks vrijwillig het appartement verlaten. Het Gerecht oordeelt dat de eiser de gedaagde de kans heeft ontnomen om zijn verplichtingen na te komen, wat leidt tot afwijzing van de vorderingen van de eiser. De eiser had ook niet voldoende gespecificeerd wat de schadevergoeding inhield, waardoor deze vordering als vaag en onbepaalbaar wordt afgewezen. Het Gerecht wijst de eiser in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de gedaagde zijn begroot op nihil, aangezien de gedaagde geen professionele rechtsbijstand heeft ingeschakeld. Het vonnis is uitgesproken op 15 april 2020 door mr. A.H.M. van de Leur.