In deze zaak verzoekt de verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.G. Figaroa, het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om te verklaren dat zij recht had op vrijstelling van dienst conform de Landsverordening vakantie en vrijstelling van dienst (Lvvd) na de expiratie van haar SVB-kaart. De verzoekster stelt dat zij recht heeft op betaling van haar salaris over 10 dagen die met haar vakantiedagen zijn verrekend. De verweerder, de Volkskredietbank van Aruba (VKB), vertegenwoordigd door haar directeur, verzet zich tegen dit verzoek en concludeert tot afwijzing.
De procedure omvatte een verzoekschrift, een verweerschrift en een mondelinge behandeling op 7 januari 2020. Tijdens de zitting heeft de verzoekster gereageerd op het verweerschrift, waarna de VKB haar standpunt heeft toegelicht aan de hand van een pleitnota. De beschikking is op 31 maart 2020 gegeven.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de VKB een publiekrechtelijk lichaam is en dat de verzoekster op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is bij de VKB. De verzoekster heeft zich gedurende twee jaar ziek gemeld en ontving ziekengeld van de SVB. Na deze periode heeft de SVB medegedeeld dat er geen ziekengeld meer wordt uitgekeerd, omdat de termijn van twee jaar is verstreken.
Het Gerecht oordeelt dat de Lvvd niet van toepassing is op de verzoekster, omdat zij geen ambtenaar is en de VKB geen dienst van het Land is. De vorderingen van de verzoekster worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten, die op nihil zijn begroot omdat de VKB werd vertegenwoordigd door haar directeur, die geen professionele rechtsbijstandverlener is.