ECLI:NL:OGEAA:2020:121

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
31 maart 2020
Publicatiedatum
22 april 2020
Zaaknummer
AUA201903629
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vrijstelling van dienst en betaling van salaris na expiratie SVB-kaart

In deze zaak verzoekt de verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.G. Figaroa, het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om te verklaren dat zij recht had op vrijstelling van dienst conform de Landsverordening vakantie en vrijstelling van dienst (Lvvd) na de expiratie van haar SVB-kaart. De verzoekster stelt dat zij recht heeft op betaling van haar salaris over 10 dagen die met haar vakantiedagen zijn verrekend. De verweerder, de Volkskredietbank van Aruba (VKB), vertegenwoordigd door haar directeur, verzet zich tegen dit verzoek en concludeert tot afwijzing.

De procedure omvatte een verzoekschrift, een verweerschrift en een mondelinge behandeling op 7 januari 2020. Tijdens de zitting heeft de verzoekster gereageerd op het verweerschrift, waarna de VKB haar standpunt heeft toegelicht aan de hand van een pleitnota. De beschikking is op 31 maart 2020 gegeven.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de VKB een publiekrechtelijk lichaam is en dat de verzoekster op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is bij de VKB. De verzoekster heeft zich gedurende twee jaar ziek gemeld en ontving ziekengeld van de SVB. Na deze periode heeft de SVB medegedeeld dat er geen ziekengeld meer wordt uitgekeerd, omdat de termijn van twee jaar is verstreken.

Het Gerecht oordeelt dat de Lvvd niet van toepassing is op de verzoekster, omdat zij geen ambtenaar is en de VKB geen dienst van het Land is. De vorderingen van de verzoekster worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten, die op nihil zijn begroot omdat de VKB werd vertegenwoordigd door haar directeur, die geen professionele rechtsbijstandverlener is.

Uitspraak

Beschikking van 31 maart 2020
Behorend bij E.J. AUA201903629
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam verzoekster],
wonende in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: [Verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. H.G. Figaroa,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
VOLKSKREDIETBANK VAN ARUBA,
gevestigd in Aruba,
verweerder,
hierna ook te noemen: VKB,
procederende bij haar directeur de heer drs. [naam directeur].

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- het verweerschrift;
- de mondelinge behandeling van de zaak op 7 januari 2020.
1.2
Ter zitting zijn verschenen: [verzoekster] bij haar gemachtigde waarvoor mr. A.E.A. Hernandez heeft geoccupeerd en de VKB bij haar directeur voornoemd. [verzoekster] heeft gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om bij wijze van repliek te reageren op het verweerschrift. VKB heeft vervolgens gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid om bij wijze van dupliek te reageren op die reactie van [verzoekster], en dat mede aan de hand van een overgelegde en voorgedragen pleitnota.
1.3
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1 [
Verzoekster] verzoekt dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
a. voor recht verklaart dat [verzoekster] recht had op vrijstelling van dienst conform de Landsverordening vakantie en vrijstelling van dienst (hierna: Lvvd) ná expiratie van het SVB-kaart en daardoor recht heeft op betaling van haar salaris over de 10 dagen die met haar vakantiedagen zijn verrekend;
b. de VKB gelast die 10 vakantiedagen te retourneren aan [verzoekster] danwel aan haar uit te betalen te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente, althans
c. te dezen enige andere juist voorkomende beslissing neemt;
d. de VKB veroordeelt in de proceskosten.
2.2
De VKB voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [verzoekster] verzochte.
2.3
Voorzover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
3.1.2
De VKB is een krachtens de Landsverordening Volkskredietbank (hierna: Lvkb) opgericht publiekrechtelijk lichaam of rechtspersoon. De Lvkb regelt de taken, bevoegdheden, rechten en plichten van de VKB. De VKB is een zelfstandige instantie en geen dienst, departement of bedrijf van het Land Aruba
3.1.3
Ingevolge het eerste lid van artikel 8 van de Lvkb is de directeur van de VKB door de ministers van Welzijnszaken en van Economische Zaken gemachtigd voor het aanstellen van personeel krachtens arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht, tenzij in de personeelsbehoefte van de VKB geheel of gedeeltelijk kan worden voorzien door terbeschikkingstelling van landsdienaren. De huidige personeelsleden van de VKB, waaronder begrepen [verzoekster], zijn allen aangesteld krachtens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Zij zijn daarom geen ambtenaar.
3.1.4 [
verzoekster] is krachtens een daartoe tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst (hierna: de arbeidsovereenkomst) op 23 november 2009 loondienst getreden van VKB, laatstelijk in de functie van intaker/administratief medewerkster. Ingevolge de arbeidsovereenkomst is met betrekking tot [verzoekster] de Lvvd van toepassing, gelijk als in geval van een ambtenaar in tijdelijke dienst.
3.1.5 [
Verzoekster] heeft zich gedurende twee jaren ziek gemeld wegens dezelfde ziekte. Gedurende deze periode heeft de Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB) ziekengeld ter hoogte van 80% van het loon van [verzoekster] uitgekeerd aan [verzoekster]
3.1.6 [
Verzoekster] heeft zich na ommekomst van voormelde periode van twee jaren opnieuw ziek gemeld bij de VKB en bij de SVB wegens dezelfde ziekte als in die periode. De SVB heeft aan [verzoekster] en aan de VKB medegedeeld dat zij geen ziekengeld meer zal uitkeren omdat met betrekking tot dezelfde ziekte twee jaren zijn verstreken.
3.1.7
De ziekteregeling van de SVB is sinds de instelling van de VKB in 1962 toegepast op de werknemers van de VKB.
3.2
In het licht van voormelde feitelijkheden legt [verzoekster] aan haar vorderingen de stelling ten gronde dat de in de Lvvd neergelegde ziekteregeling voor ambtenaren in tijdelijke dienst op haar van toepassing is na ommekomst van die van de SVB in geval van ziekte voor de duur van meer dan twee jaren wegens dezelfde ziekte, nu in haar arbeidsovereenkomst staat vermeld dat de Lvvd op haar van toepassing is. Ter zake van die door de VKB gemotiveerd bestreden stelling wordt het volgende overwogen.
3.3
Het eerste lid van artikel 31 van de Lvvd luidt als volgt: “
De ambtenaar die wegens ziekte verhinderd is zijn dienst uit te oefenen, heeft tot herstel van zijn gezondheid aanspraak op vrijstelling van dienst wegens ziekte.”. Het tweede lid van dat artikel luidt: “
De duur van een vrijstelling van dienst wegens ziekte, verlenging daarvan inbegrepen, is ten hoogste vier jaren voor een ambtenaar in vaste dienst en ten hoogste een jaar voor een ambtenaar in tijdelijke dienst.”.
3.4
De VKB heeft onbestreden gesteld dat de Lvvd op haar werknemers van toepassing is voorzover er geen beroep hoeft te worden gedaan op Diensten van het Land, terwijl voor de toepassing van de Lvvd zoals beoogd door [verzoekster] de VKB gebruik zou moeten maken van een Dienst van het Land te weten voorheen de inmiddels opgeheven Bedrijfsgeneeskundige Dienst (BGD) en thans de SVB die krachtens een tussen hem en het Land gesloten overeenkomst alleen bij Landsbesluit aangestelde ambtenaren op ziekte controleert conform de BGD-regeling.
3.5
Vast staat dat de VKB een zelfstandige instantie is en geen dienst, departement of bedrijf van het Land Aruba, en vast staat verder dat [verzoekster] geen bij Landsbesluit doch bij arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht aangestelde werknemer is van de VKB. Dat brengt met zich dat [verzoekster] onmogelijk terecht kan bij de ziektecontroledienst waar alleen bij landsbesluit aangestelde ambtenaren zich in geval van ziekte moeten melden en laten controleren, alvorens aanspraak kan worden gemaakt op de regeling zoals omschreven in het hiervoor vermelde eerste en tweede lid van artikel 31 van de Lvvd.
3.6
Nu de arbeidsovereenkomst van [verzoekster] dit één en ander niet als zodanig regelt, brengt redelijke uitleg van die overeenkomst op grond van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid met zich dat de Lvvd op [verzoekster] van toepassing is (gelijk als in geval van een ambtenaar in tijdelijke dienst) voorzover er voor de uitvoering daarvan geen beroep hoeft te worden gedaan (door de VKB en/of [verzoekster]) op Diensten van of voor het Land die alleen gelden voor of alleen zien op bij Landsbesluit aangestelde ambtenaren.
3.7
De slotsom luidt dat vast komt te staan dat artikel 31 Lvvd niet van toepassing is op (de arbeidsovereenkomst van) [verzoekster]. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die een ander oordeel kunnen dragen. De vorderingen van [verzoekster] zullen worden afgewezen.
3.8 [
Verzoekster] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van de VKB, tot aan deze uitspraak begroot op nihil omdat de VKB in deze procedure werd vertegenwoordig door haar directeur niet zijnde een door het Hof toegelaten professionele rechtsbijstandverlener.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-wijst af het door [verzoekster] verzochte;
-veroordeelt [verzoekster] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van de VKB, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 31 maart 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.