ECLI:NL:OGEAA:2020:118

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 januari 2020
Publicatiedatum
20 april 2020
Zaaknummer
580 van 2019
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en passieve ambtelijke omkoping door politieambtenaar in Aruba

In deze strafzaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte, een politieambtenaar, beschuldigd van verduistering en passieve ambtelijke omkoping. De feiten dateren van de periode tussen 1 november 2016 en 1 november 2018. De verdachte heeft politieportofoons, die toebehoren aan het Korps Politie Aruba, wederrechtelijk toegeëigend en deze tegen betaling aan een journalist verstrekt. Daarnaast heeft hij geldelijke vergoedingen aangenomen van de journalist in ruil voor het verschaffen van deze portofoons. Tijdens de rechtszitting op 8 januari 2020 heeft de officier van justitie gevorderd dat de verdachte schuldig werd verklaard en een gevangenisstraf van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en een werkstraf van 240 uren opgelegd zou worden. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar het Gerecht verwierp dit verweer en achtte de verdachte schuldig aan de ten laste gelegde feiten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, en een werkstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis. Het Gerecht benadrukte de ernst van de feiten, gezien de rol van de verdachte als politieambtenaar, en het vertrouwen dat de samenleving in de politie moet kunnen hebben.

Uitspraak

Parketnummer: P-2019/03368
Zaaknummer: 580 van 2019
Uitspraak: 29 januari 2020 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1967 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres]
.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 8 januari 2020. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadslieden, mrs. C.R. Martinus en D.E.T. Rasmijn, beiden advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. W. Bos, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot
  • een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren;
  • een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.
Zijn vordering behelst voorts de teruggave aan de rechthebbende(n) van de onder de verdachte in beslag genomen voorwerpen.
De raadslieden hebben, conform de door hen overgelegde pleitnota, vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit. Overigens hebben zij een strafmaatverweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 november 2016 tot en met 1 november 2017 te Aruba
(telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een of meer portofoons (met kenmerk [kenmerk 1] en/of [kenmerk 2]), geheel of ten dele toebehorende aan het Korps Politie Aruba, in elk geval aan een of meer anderen dan aan hem en/of zijn mededaders,
en welke portofoons hij en/of zijn mededaders uit hoofde van zijn/hun persoonlijke dienstbetrekking en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich hadden, namelijk als politieagent en/of medewerker van het Korps Politie Aruba,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend,
terwijl hij als ambtenaar bij het begaan van deze strafbare feiten gebruik maakte van gelegenheid en/of middel hem door zijn ambt geschonken, namelijk werden voormelde portofoons aan hem ter beschikking gesteld en/of kon hij over deze portofoons beschikken in het kader van zijn werkzaamheden als en/of in zijn hoedanigheid van politieagent en/of medewerker van het Korps Politie Aruba;
[Sr art. 2:298 j o art. 2:299 j o art. 1:116]
subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 november 2016 tot en met 1 november 2017 te Aruba
(telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een of meer portofoons (met kenmerk [kenmerk 1] en/of [kenmerk 2]), geheel of ten dele toebehorende aan het Korps Politie Aruba, in elk geval aan een of meer anderen dan aan hem en/of zijn mededaders,
heeft weggenomen
met het oogmerk om zich deze portofoons wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij als ambtenaar bij het begaan van deze strafbare feiten gebruik maakte van gelegenheid en/of middel hem door zijn ambt geschonken, namelijk kon hij over deze portofoons beschikken en/of had hij toegang tot deze portofoons in het kader van zijn werkzaamheden als en/of in zijn hoedanigheid van politieagent en/of medewerker van het Korps Politie Aruba;
[Sr art. 2:288 j o art. 1:116]

2.

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2016 tot en met 1 november 2018 te Aruba
(telkens)
in zijn hoedanigheid van politieagent en/of medewerker van het Korps Politie Aruba
van/aan [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of een of meer anderen
een of meer giften en/of beloften, namelijk een of meer geldbedragen en/of een of meer beloften om aan hem een of meer geldbedragen te doen toekomen,
heeft aangenomen en/of voor zichzelf en/of een of meer anderen heeft gevraagd,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat deze giften en/of beloften hem werden gedaan, verleend en/of aangeboden teneinde hem (zelf) te bewegen om, al dan niet in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen en/of na te laten
en/often gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem (zelf), al dan niet in strijd met zijn plicht, in zijn huidige en/of vroegere bediening is gedaan en/of nagelaten,
namelijk het ter beschikking stellen en/of overdragen van een of meer portofoons (waarover hij beschikte en/of kon beschikken in het kader van zijn werkzaamheden als en/of in zijn hoedanigheid van politieagent en/of medewerker van het Korps Politie Aruba) aan die [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en/of een of meer anderen;
[Sr art. 2:350/351]
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.

hij op
een of meermeerderemomenten in
of omstreeksde periode van
116november 2016 tot en met
1 november4 januari2017 te Aruba
(telkens
) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,opzettelijk
een of meerportofoons
(met kenmerk [kenmerk 1] en
/of[kenmerk 2]
), geheel
of ten deletoebehorende aan het Korps Politie Aruba,
in elk geval aan een of meer anderen dan aan hem en/of zijn mededaders,en welke portofoons hij
en/of zijn mededadersuit hoofde van zijn
/hunpersoonlijke dienstbetrekking
en in elk geval anders dan door misdrijfonder zich had
den, namelijk als politieagent
en/of medewerker van het Korps Politie Aruba, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend,
terwijl hij als ambtenaar bij het begaan van deze strafbare feiten gebruik maakte van gelegenheid en
/ofmiddel hem door zijn ambt geschonken, namelijk werden voormelde portofoons aan hem ter beschikking gesteld en
/ofkon hij over deze portofoons beschikken in het kader van zijn werkzaamheden als
en/of in zijn hoedanigheid vanpolitieagent
en/of medewerker van het Korps Politie Aruba;

2.

hij op
een of meermeerderetijdstippen
in ofomstreeks de periode van
116november 2016 tot
en met 1 november30 oktober2018 te Aruba
(telkens
)in zijn hoedanigheid van politieagent
en/of medewerker van het Korps Politie Aruba,van
/aan[medeverdachte 1],
[medeverdachte 2] en/of een of meer anderen een of meermeerderegiften en
/ofbeloften, namelijk
een of meergeldbedragen en
/of een of meerbeloften om aan hem
een of meergeldbedragen te doen toekomen, heeft aangenomen en
/ofvoor zichzelf
en/of een of meer anderenheeft gevraagd,
terwijl hij wist
, althans redelijkerwijs moest vermoedendat deze giften en
/ofbeloften hem werden gedaan,
verleend en/of aangebodenteneinde hem (zelf) te bewegen om,
al dan nietin strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen
en/of na te latenen/often gevolge en/ofnaar aanleiding van hetgeen door hem (zelf),
al dan nietin strijd met zijn plicht, in zijn huidige
en/of vroegerebediening is gedaan
en/of nagelaten,
namelijk het ter beschikking stellen
en/of overdragenvan
een of meermeerdereportofoons
(waarover hij beschikte en
/ofkon beschikken in het kader van zijn werkzaamheden als
en/of in zijn hoedanigheid vanpolitieagent
en/of medewerker van het Korps Politie Aruba)aan die [medeverdachte 1]
, [medeverdachte 2] en/of een of meer anderen.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd; omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1]
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Voor zover geschriften worden gebruikt, worden deze slechts gebruikt in samenhang met de inhoud van andere bewijsmiddelen, die op hetzelfde feit of dezelfde feiten betrekking hebben.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Aruba.
Feiten 1 primair en 2:
1. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 14 mei 2019 [2] , voor zover inhoudende, als
verklaring van die getuige, -zakelijk weergegeven-:
Setar NV biedt zowel portofoons als mobilofoons aan het KPA aan. De communicatie is gebaseerd op het systeem “Tetra” dat het netwerk van Setar NV in gebruik heeft. De communicatie via de portofoons en mobilofoons gebeurt via de “Trunked Radio System” van Setar NV. Dit systeem is gebaseerd op vrije kanalen die beschikbaar zijn bij een communicatie. De portofoons en mobilofoons worden door mij geprogrammeerd.
Voor zover ik weet is het niet mogelijk de communicatie via de portofoons/mobilofoons te intercepteren en af te luisteren. Het is een digitaal systeem met de benodigde veiligheidsaspecten. Setar NV is de officiële leverancier van de portofoons. Om zo’n radio vanuit het buitenland te importeren, moet een persoon aan zekere voorwaarden voldoen. Dus het is bijna onmogelijk voor een doorsnee burger om zo’n radio te importeren.
2. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 januari 2017 volgens het GPS-systeem [kenmerk 2] en WhatsAppberichten van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] d.d. 7 maart 2019 [3] , voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisanten of van een van hen, -zakelijk weergegeven-:
Een user account werd aangemaakt om van de vermiste [kenmerk 2] de historische gegevens van het GPS-systeem van deze politieportofoon te kunnen raadplegen.
De Trips die de portofoon telkens aanduidde gaf meestal aan dat deze langs “Route 6” volgens de kaart was gegaan/meegereden. Volgens de kaart is “Route 6” een weg die onder meer voorlangs het perceel [adres] gaat. Op de satellietcoördinaten (kaart) is ook te zien dat de portofoon zich bij het perceel [adres] ophield. “Route 6” valt niet in het patrouillerayon van District [nummer] ([gehucht 1]/[gehucht 2]). Uit onderzoek is gebleken dat voor de datum van 4 januari 2017 geen Trip in de omgeving van “Route 6” was geregistreerd.
3. Het proces-verbaal huiszoeking ter inbeslagname [adres] (met bijlagen) van verbalisant [verbalisant 3] d.d. 30 oktober 2018 [4] , voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisant, -zakelijk weergegeven-:
Op 30 oktober 2018 ging ik naar het adres [adres] voor huiszoeking ter inbeslagneming van voorwerpen. De bewoner [medeverdachte 1] verklaarde dat hij in het bezit is van een portofoon.
De portofoon en batterij werden door mij in beslag genomen. Bij een door mij ter plekke verricht onderzoek zag ik dat de portofoon voorzien is van het serienummer [serienummer].
Tijdens de huiszoeking werden ook nog andere portofoons in beslag genomen.
4. Het proces-verbaal van bevinding [kenmerk 4], [kenmerk 2], [kenmerk 5] en [kenmerk 3] (met bijlagen) van verbalisant [verbalisant 4] d.d. 11 februari 2019 [5] , voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisant, -zakelijk weergegeven-:
Ik kreeg een vordering ter verstrekking van opgeslagen en vastgelegde gegevens van door de opsporingsambtenaren van de Landsrecherche in beslag genomen portofoons, die aan het Korps Politie Aruba toebehoren.
De portofoon voorzien van het serienummer [serienummer] en het roepnummer kenmerk 2], maakt deel uit van een partij portofoons die aan District [nummer] [gehucht 1] werd verstrekt.
5. Het proces-verbaal van 1e verdachtenverhoor van [medeverdachte 1] d.d. 31 oktober 2018 [6] , voor zover inhoudende, als
verklaring van de verdachte, -zakelijk weergegeven-:
Ik heb de politieradio [kenmerk 2] in bezit.
6. Het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot [kenmerk 3] (met bijlagen) van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 20 februari 2019 [7] , voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisant, -zakelijk weergegeven-:
Op 30 oktober 2018 werd huiszoeking ter inbeslagneming in het perceel [adres] verricht. Tijdens de huiszoeking werd onder meer een mobiele telefoon behorende aan de verdachte [medeverdachte 1] in beslag genomen.
Van de uitgelezen mobiele telefoon werd onder meer onderzoek gedaan naar de WhatsAppberichten tussen de verdachte [medeverdachte 1] en zijn broer [medeverdachte 2]. Onderzoek naar de mobiele telefoon leerde dat [medeverdachte 2] het mobiele telefoonnummer [mobielnummer medeverdachte 2] gebruikte en [medeverdachte 1] het nummer [mobielnummer medeverdachte 1].
7. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 2 november 2016 [8] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#2616, #2628 en #2629) -zakelijk weergegeven-:
[medeverdachte2]#2616: [roepnaam], nu voor geld
[medeverdachte 1]#2628: Wij MOETEN AAN DE OOR KOMEN VOOR DECEMER!!!!!!
[medeverdachte 1]#2629: Oor of zwarte hoer is de code !
8. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 14 november 2016 [9] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#2892, #2895 en 2896) -zakelijk weer-gegeven-:
medeverdachte 1]#2892: En [roepnaam] zelf? Heb je van hem gehoord?
[medeverdachte 2]#2895: Hij is thuis met vac... ...hij is het huis aan het schoonmaken en repareert buiten...ezv... ...niets anders...en klaagt platzak te zijn... ...nu had je geld op je moeten hebben om op hem te werken voor de Zorro....
[medeverdachte 1]#2896: Zo is het
9. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 16 november 2016 [10] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#2959 tot en met 2962) -zakelijk weergegeven-:
[medeverdachte 2]#2959: Het is mij een Zorro gelukt.....2500.....
[medeverdachte 2]#2960: Ben je geïnteresseerd??????
[medeverdachte ]#2969: Goed is het.
10. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 16 november 2016 [11] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#2973 tot en met 2979) -zakelijk weergegeven-:
11. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 16 november 2016 [12] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#2985 tot en met 2987) -zakelijk weergegeven-:
12. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 16 november 2016 [13] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#2991, #2992, 3000 tot en met 3005, #3007, #3008, #3009, #3041 tot en met 3055) –zakelijk weergegeven-:
[medeverdachte 2]#2991: …&&&&&& heb je je zaak kunnen regelen, mijn broer????????
[medeverdachte 1]#2992: Wij doen het.
13. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 17 november 2016 [14] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#3065, #3069, #3073 en 3078) –zakelijk weergegeven-:
14. Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon verdachte [medeverdachte 1] (met bijlagen) van verbalisant [verbalisant 5] d.d. 12 april 2019 [15] , voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisant, -zakelijk weergegeven-:
De inbeslaggenomen mobiele telefoon van het merk [merk], model [model], van de verdachte [medeverdachte 1] werd uitgelezen. Tijdens dit onderzoek werd een foto, met bestandsnaam “[bestandsnaam]”, aangetroffen van de “display” (scherm) van vermoedelijk een politieportofoon. Dit omdat onder meer de woorden “Politie 2 ALG” op het scherm te lezen was. Verder was ook te lezen het nummer “[nummer]”.
Deze foto werd op 17 november 2016 met een [merk] model [model], zijnde hetzelfde model als de mobiele telefoon van de verdachte [medeverdachte 1], gemaakt.
Vervolgens heb ik de coördinaten aangegeven in de additionele bestandsinfo, in de applicatie Google Maps ingevoerd. Ik zag dat de locatie die voornoemde coördinaten aangaven, overeenkomt met de directe omgeving van de woning van de verdachte [medeverdachte 1].
Naar aanleiding van het bovenstaande werd contact opgenomen met [verbalisant 4], [functie] van het KPA. [verbalisant 4] gaf aan dat het nummer [nummer] aan de politieportofoon [kenmerk 1] toebehoorde.
15. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 21 november 2016 [16] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#3526, #3536, #3537, #3538 en #3540) -zakelijk weergegeven-:
16. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 8 december 2016 [17] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#4738, #4739, #4743 en #4744) -zakelijk weergegeven-:
17. Het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot uitleenlijst portofoons en telefoons van verbalisant [verbalisant 2] d.d. 6 september 2019 [18] , voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisant, -zakelijk weergegeven-:
Bevindingen betreffende de [kenmerk 1] aan de hand van het onderzoek aan de formulieren “Uitleenlijst Portofoons en Telefoons”
Met betrekking tot portofoon [kenmerk 1] zijn geen aantekeningen terug te vinden dat deze wel aanwezig was aan de politiewacht [gehucht 2] tussen 16 november 2016 en 3 januari 2017. In de dagdienst van 4 januari 2017 werd [kenmerk 2] handmatig veranderd naar [kenmerk 1] (Bijlage 9).
18. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 januari 2017 volgens het GPS-systeem [kenmerk 2] en WhatsAppberichten (met bijlagen) van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] d.d. 7 maart 2019 [19] , voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisanten of van een van hen, -zakelijk weergegeven-:
Onderzoek leerde dat op 4 januari 2017 diverse WhatsAppberichten tussen genoemde mobiele telefoonnummers werden gestuurd.
19. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 4 januari 2017 [20] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#5685, #5686, #5690, #5691, #5693, #5694, #5697 tot en met 5700) -zakelijk weergegeven-:
20. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 4 januari 2017 [21] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#5643, #5650, #5651, #5714, #5715, #5724, #5725 en en #5726), -zakelijk weergegeven-:
21. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 4 januari 2017 [22] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#5701, #5703, #5704, #5709 en #5710) -zakelijk weergegeven-:
22. Het proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 2] d.d. 16 mei 2019 [23] , voor zover inhoudende, als
verklaring van die getuige, -zakelijk weergegeven-:
Ik was in januari 2017 districtchef te [gehucht 1]. In die periode werd [verdachte] overgeplaatst van politiewacht [gehucht 2]/[gehucht 1] naar de post [naam post] in verband met de versterking van de […]afdeling. [verdachte] was [functie]. Aan [verdachte] is een auto ter beschikking gesteld. Deze auto van het merk [merk], model [model], betrof een huurauto van het verhuurbedrijf [verhuurbedrijf].
23. Het proces-verbaal van verdachte verhoor [verdachte] d.d. 10 april 2019 [24] , voor zover inhoudende, als
verklaring van die verdachte, -zakelijk weergegeven-:
Ik was in begin 2017 bij de [naam post] gaan werken. Ik had toen inderdaad een auto van het merk [merk], vanwege mijn functie [functie], ter beschikking.
24. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 21 februari 2017 [25] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#6962, #6963, #6968, #6970, #6973, #6976, #6978) -zakelijk weergegeven-:
25. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 21 februari 2017 [26] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#6982, #6984, #7006, #7007, #7008, #7011, #7013, #7017, #7042, #7043, #7048, #7049 en #7050) -zakelijk weergegeven-:
26. Een geschrift, voor zover inhoudende een in het Nederlands vertaald WhatsAppbericht d.d. 23 maart 2017 [27] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#8260) -zakelijk weergegeven-:
27. Een geschrift, voor zover inhoudende een in het Nederlands vertaald WhatsAppbericht d.d. 17 juli 2017 [28] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#10390) -zakelijk weergegeven-:
28. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 6 augustus 2017 [29] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#10695, #10696, #10698 en #10702) -zakelijk weergegeven-:
29. Een geschrift, voor zover inhoudende in het Nederlands vertaalde WhatsAppberichten d.d. 23 augustus 2016 [30] , gevoerd tussen de verdachte en zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 2] (#47 tot en met #50) -zakelijk weergegeven-:
30. Het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de ziekmelding van [naam politieagent] in augustus 2016 (met bijlage) van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 6 september 2019 [31] , voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisant, -zakelijk weergegeven-:
Uit onderzoek naar het dienstrooster van augustus 2016 van ploeg 3 te [gehucht 2] (District [nummer]) bleek dat in de ploeg van [verdachte] de politieagent genaamd [naam politieagent] staat ingedeeld als de tweede man van [verdachte], die als [functie] optreedt. Nader onderzoek naar het dienstrooster leerde dat [naam politieagent] tussen 20 en 23 augustus 2016 ziek was.
31. Het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot vakantie [roepnaam] (met bijlagen) van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 5 september 2019 [32] , voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisant-zakelijk weergegeven-:
Onderzoek naar het dienstrooster van [verdachte] leerde dat [verdachte] vanaf 9 november 2016 tot en met 16 december 2016 met vakantie was.
32. Het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot detachering [verdachte] bij Post [naam post] (met bijlagen) van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 6 september 2019 [33] , voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisant-zakelijk weergegeven-:
Onderzoek naar het dienstrooster van [verdachte] van de maand januari 2017 leerde dat [verdachte] vanaf 3 januari 2017 ingeroosterd was bij de Post [naam post] en dat hij op 4 januari 2017 dagdienst had.
33. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 10 april 2019 [34] , voor zover inhoudende, als
verklaring van die verdachte, -zakelijk weergegeven-:
Ik ben sinds 1987 in dienst van het Korps Politie Aruba. Ik was in 2012 begonnen als [functie] bij [gehucht 2] en in 2017 was ik tijdelijk ingedeeld bij de [naam post], als [functie]. Toen ik tijdelijk werd ingedeeld bij de [naam post] werkte ik in burger gekleed.
[getuige 2] was mijn chef toen ik in 2017 tijdelijk werd ingedeeld bij de [naam post]. Ik heb tot ongeveer september 2017 gewerkt bij de [naam post].
Ik word ‘[roepnaam]’ genoemd.
Ik heb een of meerdere politieportofoons ter beschikking gekregen voor het uitvoeren van mijn werkzaamheden als politieagent. Ook bij de [naam post] had ik politieportofoons ter beschikking. In januari 2017 was ik bij de [naam post] ingedeeld in verband met [functie].
34. Het proces-verbaal van 6de verhoor verdachte [verdachte] d.d. 25 april 2019 [35] , voor zover inhoudende, als
verklaring van die verdachte, -zakelijk weergegeven-:
V: Hoe noemen [medeverdachte 1] ([roepnaam 1 medeverdachte 1] of [roepnaam 2 medeverdachte 1]) en [medeverdachte 2] ([roepnaam medeverdachte 2]) jou dan?
A: [roepnaam].
35. Het proces-verbaal van 1e verdachtenverhoor van [medeverdachte 1] d.d. 31 oktober 2018 [36] , voor zover inhoudende, als
verklaring van de verdachte, -zakelijk weergegeven-:
Ik ben journalist. Ik noem de politieportofoon radio.
36. Het proces-verbaal van 3e verdachtenverhoor van [medeverdachte 1] (met bijlage) d.d. 1 november 2018 [37] , voor zover inhoudende, als
verklaring van de verdachte, -zakelijk weergegeven-:
Ik gebruik de porto [kenmerk 2] om af te luisteren of er een verkeersongeval is en ga naar het ongeval. Ik heb politieportofoons in mijn bezit. Via een burger kun je niet aan politieportofoons komen.
Ik kreeg de portofoons van iemand binnen het Korps Politie Aruba.
37. Het proces-verbaal van 3de verhoor verdachte [verdachte] (met bijlagen) d.d. 11 april 2019 [38] , voor zover inhoudende, als
verklaring van die verdachte, -zakelijk weergegeven-:
[mobielnummer] was het nummer dat ik in gebruik had in de periode dat ik tewerk gesteld was bij de [naam post].
O: Aansluitend op de berichten van 14 november 2016 zijn de navolgende berichten tussen [roepnaam 1 medeverdachte 1] en [roepnaam medeverdachte 2] naar voren gekomen:
Blijkbaar willen zij mij omkopen. [roepnaam medeverdachte 2] wist over mijn financiële situatie op dat moment.
38. Een geschrift, voor zover inhoudende een in het Nederlands vertaald WhatsAppbericht d.d. 11 november 2017 [39] , gevoerd tussen de verdachte (mobielnummer [mobielnummer medeverdachte 1]) en de […]verdachte [verdachte] (mobielnummer [mobielnummer]), - zakelijk weergegeven-:
Bewijsoverwegingen
De raadslieden hebben bepleit dat de verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Zij hebben daartoe onder meer aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat de verdachte bij de hem ten laste gelegde feiten is betrokken. De raadslieden hebben daarbij ook de betrouwbaarheid van het GPS-systeem met betrekking tot politieportofoon [kenmerk 2] betwist.
De verdachte heeft aangevoerd dat de verdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in hun WhatsAppberichten zijn naam hebben misbruikt, teneinde de identiteit van degene die hen de politieportofoons heeft verschaft, te verhullen.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Het Korps Politie Aruba (verder: KPA) beschikt over portofoons, die door het lokale telecommunicatiebedrijf Setar NV worden aangeleverd. De communicatie via de portofoons loopt volgens de getuige [getuige 1] (programmeur van de portofoons), middels een gesloten radiosysteem (‘trunked radio system’). De communicatie is beveiligd en kan, aldus de getuige, niet worden geïntercepteerd of afgeluisterd.
Bij een huiszoeking in de woning van de medeverdachte [medeverdachte 1] werd onder meer de politieportofoon [kenmerk 2] aangetroffen en in beslag genomen.
De verdachte [medeverdachte 1] heeft ten overstaan van de politie erkend dat hij politieportofoons, waaronder de [kenmerk 2], ten behoeve van zijn journalistieke werkzaamheden in bezit had en daarmee de politieberichten afluisterde. De identiteit van degene die hem de politieportofoons heeft verschaft, heeft voornoemde verdachte weliswaar niet prijsgegeven, maar uit zijn verklaring komt naar voren dat die persoon iemand van het KPA is. Zijn verklaring wordt in zoverre ondersteund door die van de getuige [getuige 1]. Volgens die getuige kan zo’n politieportofoon bijna onmogelijk door een doorsnee burger worden geïmporteerd.
Uit de tussen de verdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] veelvuldig uitgewisselde WhatsAppberichten komt naar voren dat deze verdachten kort na deactivering van politieportofoon [kenmerk 3] actief mogelijkheden exploreerden om een andere politieportofoon ten behoeve van de verdachte te bemachtigen [40] . Volgens de berichten tussen de verdachten [medeverdachten 1 en 2] was het de verdachte [medeverdachte 2] gelukt om een politieagent, ‘[roepnaam]’, over te halen een politieportofoon aan de verdachte [medeverdachte 1] te verschaffen. Daartegenover stond dat de verdachte [medeverdachte 1] het bedrag van Afl. 2500,- aan [roepnaam] moest betalen. Ook volgt uit WhatsAppgesprekken die tussen de verdachte [medeverdachte 1] en [roepnaam] werden gevoerd, dat de verdachte in de veronderstelling verkeerde de politieportofoon te hebben gekocht, doch [roepnaam] maakte het de verdachte duidelijk dat hij de politieportofoon had verhuurd. Tevens komt naar voren dat [roepnaam] zijn van dienstwege verstrekte portofoon ([kenmerk 1]) op 16 november 2016 aan de verdachte ter beschikking heeft gesteld, en die op 4 januari 2017 met de [kenmerk 2] heeft vervangen. Volgens de WhatsAppberichten tussen de verdachten [medeverdachte 1] en [mede-verdachte 2] ontving [roepnaam] geregeld betalingen van verdachte [mede-verdachte 1] voor het verschaffen van beide portofoons en werden hem betalingen toegezegd, terwijl de verdachte [medeverdachte 2] de verdachte menig keer berichten stuurde over de betalingen die hij aan [roepnaam] nog moest doen.
De data waarop de verdachten [medeverdachten 1 en 2] WhatsAppberichten met elkaar uitwisselden en de in die berichten voorkomende details omtrent de identiteit van [roepnaam], waaronder die aangaande zijn functie (in januari 2017 was hij topman bij [plek]), die ten aanzien van zijn chef ([getuige 2]) en waarnemer ([naam politieagent] zou op 23 augustus 2016 ziek zijn), alsmede het merk van de dienstauto die [roepnaam] bestuurde (een [model auto]) afkomstig van het verhuurbedrijf [verhuurbedrijf] en dat [roepnaam] niet in uniform gekleed was, worden ondersteund door de voorhanden zijnde objectieve bewijsmiddelen en wijzen zonder meer naar de verdachte. Zo volgt uit het onderzoek van de dienstroosters van de verdachte, politieagent [verdachte], dat hij bij de Post [naam post] in januari 2017 als [functie] werd ingedeeld. Ook volgt uit het onderzoek naar de ziekmelding van [naam politieagent], dat deze als waarnemer van [verdachte] optrad en inderdaad van 20 tot en met 23 augustus 2016 ziek was. Verder blijkt uit het dienstrooster dat [verdachte] inderdaad vakantie had op 14 november 2016. Voorts worden de inhoud van deze berichten verder ondersteund door de verklaring van de getuige [getuige 2]. Hij heeft onder meer verklaard [verdachte]s chef te zijn geweest tijdens diens indeling bij de [naam post] en dat [verdachte], in verband met zijn functie ([…]), een dienstauto, zijnde een huurauto van het verhuurbedrijf [verhuurbedrijf], van het merk en model [merk auto] [model auto] tot zijn beschikking kreeg. [getuige 2]’s verklaring wordt mede ondersteund door die van [verdachte], die onder meer heeft verklaard politieagent te zijn, in 2017 als [functie] bij de [naam post] te zijn ingedeeld, alsmede dat [getuige 2] tijdens zijn tewerkstelling aldaar zijn chef was. Daarnaast heeft hij verklaard bij die post in burgerkleding te hebben gewerkt. Ook heeft [verdachte] verklaard dat hij door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ‘[roepnaam]’ wordt genoemd en dat hij politieportofoons ter beschikking heeft gehad voor de uitvoering van zijn werkzaamheden als politieagent. Volgens [verdachte] heeft hij ook bij de [naam post] over deze communicatiemiddelen beschikt. Tot slot blijkt uit een WhatsApp-bericht tussen [medeverdachte 1] en de verdachte (via de diensttelefoon van de verdachte) dat zij met elkaar spreken over een door [medeverdachte 1] aan de verdachte te verrichten betaling.
Het Gerecht concludeert, op grond van het vorenstaande, dat de door de verdachten [medeverdachten 1 en 2] middels de WhatsAppberichten verschafte details omtrent de identiteit van [roepnaam] overeenkomen met de onderzoeksbevindingen betreffende de verdachte [verdachte]. Het Gerecht is derhalve van oordeel dat de in meer vermelde berichten voorkomende [roepnaam], politieagent [verdachte] wordt bedoeld en dat verdachte [verdachte] derhalve degene is die - kort gezegd - de politieportofoons [kenmerk 1] en [kenmerk 2] tegen betaling of het vooruitzicht van betaling aan de verdachte [medeverdachte 1] heeft gegeven en aan wie daarna verdere betalingen zijn verricht.
Van enig misbruik van de naam van de verdachte [verdachte], zoals door hem is gesteld, is het Gerecht niet gebleken. De aard van en de wijze waarop de verdachten [medeverdachten 1 en 2] de WhatsAppberichten met elkaar uitwisselden duiden op geen enkele aanwijzing dat de verdachten [medeverdachten 1 en 2] doende waren geweest de identiteit van een ander te verhullen. Verdachtes stelling wordt dan ook verworpen.
De verdediging heeft vraagtekens geplaatst bij de betrouwbaarheid van het GPS-systeem van politieportofoon [kenmerk 2]. Voor zover de verdediging hiermee heeft willen betogen dat het niet vaststaat dat de politieportofoon in bezit was van de verdachte [medeverdachte 1] overweegt het Gerecht als volgt. Uit de gebezigde bewijsmiddelen volgt dat de politieportofoon [kenmerk 2] in de woning van de verdachte [medeverdachte 1] werd aangetroffen en in beslag werd genomen en dat hij heeft erkend die portofoon [kenmerk 2] in bezit te hebben gehad en te hebben gebruikt voor het afluisteren van politieberichten.
Het Gerecht is van oordeel dat het verweer dat het GPS-systeem van de [kenmerk 2] niet betrouwbaar is en derhalve niet vaststaat dat de [kenmerk 2] in bezit van verdachte [medeverdachte 1] was, bezien in het licht van het voorgaande, als niet onderbouwd wordt verworpen.
Naar het oordeel van het Gerecht kunnen de hiervoor omschreven en in de overige gebezigde bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, redengevend worden geacht voor het bewijs van hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en 2 ten laste is gelegd.
Het verweer van de raadslieden wordt derhalve integraal verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
1, primair: Verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 2:299 juncto artikel 2:298 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
2: Als ambtenaar een gift of belofte aannemen, wetende dat deze hem gedaan wordt teneinde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen, meermalen gepleegd,
en
Als ambtenaar een gift of belofte aannemen, wetende dat deze hem gedaan wordt naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn huidige bediening is gedaan, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 2:351, eerste lid aanhef en onder a en b, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straffen
Bij de bepaling van de op te leggen straffen wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte is te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Met betrekking tot de ernst van het bewezen verklaarde wordt het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich, in zijn hoedanigheid van politieambtenaar, schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking van politieportofoons, die hij uit hoofde van zijn beroep onder zich had. Deze portofoons heeft de verdachte tegen betaling afgegeven aan een ander, die daarvan gebruikte maakte ten behoeve van zijn journalistieke werkzaamheden. Politieberichten die niet bestemd waren voor derden werden middels deze portofoons door de journalist afgeluisterd.
Tevens heeft de verdachte zich als politieambtenaar schuldig gemaakt aan - kort gezegd - passieve ambtelijke omkoping. De verdachte heeft giften – in casu geldelijke vergoedingen – en beloften tot betaling van die vergoedingen van eerder vermelde journalist aangenomen in ruil voor het ter beschikking stellen van voormelde politieportofoons.
Dit zijn ernstige strafbare feiten, te meer nu de dader daarvan een politieambtenaar is. Een politieambtenaar neemt, gelet op zijn taak en functie, een bijzondere plaats in binnen de samenleving. Om die reden wordt van hem volledige integriteit en onkreukbaarheid verwacht. In het kader van hun taak en functie worden politieambtenaren niet alleen bevoegdheden en middelen verschaft, maar wordt hen ook een grote mate van vertrouwen door de samenleving geschonken. Hij heeft een voorbeeldfunctie en burgers moeten op de politie kunnen vertrouwen dat de gegevens die aan de politie worden verstrekt, privé zijn en niet via de media naar buiten worden gebracht. De verdachte heeft door dit handelen ernstig misbruik gemaakt van het bijzondere vertrouwen dat in het maatschappelijke verkeer gesteld kan worden in sommige personen die een bepaald beroep, zoals (in casu) politieagenten en/of medewerkers van het Korps Politie Aruba, uitoefenen. Bij beide bewezenverklaarde feiten heeft de verdachte schade toegebracht aan het imago van het Arubaanse politiekorps, waardoor de verdachte door zijn handelwijze het publieke vertrouwen in voornoemd korps heeft aangetast. Het Gerecht rekent het de verdachte aan dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn positie en bevoegdheden als politieambtenaar en het in hem gestelde vertrouwen heeft geschonden.
Het Gerecht houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte is, zo blijkt uit zijn uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 9 oktober 2019, niet eerder onherroepelijk voor soortgelijke strafbare feiten veroordeeld.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat na te noemen straf, zoals door de officier van justitie gevorderd, passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
De onder de verdachte in beslag genomen voorwerpen behoren hem toe. Het Gerecht zal de teruggave daarvan, zoals aangeduid op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst (bijlage 1), aan de verdachte gelasten, nu de voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:45, 1:46, 1:62 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
zes (6) maanden;
bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op
twee (2) jaren,aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit een werkstrafvoor de duur van
tweehonderdveertig (240) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
honderdtwintig (120) dagen hechtenis;
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, naar de maatstaf van 2 (twee) uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag;
gelast de teruggave van de in beslag genomen voorwerpen toebehorende aan de verdachte;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. S. Verheijen, bijgestaan door mw. M.E. Kelly, zittingsgriffier, en op 29 januari 2020 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van de Landsrecherche d.d. 30 september 2019, geregistreerd onder proces-verbaalnummer [proces-verbaalnummer] en de onderzoeksnaam “[onderzoeksnaam]”.
2.Bijlage 4.1, (map 1 p. 379 – 380)
3.Bijlage 2.7.12 (map 2, p. 463 - 465)
4.Bijlage 5.1.2 (map 3, p. 1007 – 1009)
5.Bijlage 2.7.10 (map 2, p. 443 en 444)
6.Bijlage 3.1.2 (map 1, p. 73)
7.Bijlage 2.7.11 (map 2, p. 449)
8.Map 1, p. 134 – 135. Zie map 2, p. 701, 702 en 704 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
9.Map 1, p. 136. Zie map 2, p. 705 – 708 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
10.Map 1, p. 137. Zie map 2, p. 709 – 710 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
11.Map 1, p. 138. Zie map 2, p. 713 – 718 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
12.Map 1, p. 139. Zie map 2, p. 719 – 720 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
13.Map 1, p. 139- 141. Zie map 2, p. 721 – 735 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
14.Map 2, p. 660. Zie map 2, p. 736 – 739 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
15.Bijlage 2.7.21 (map 2, p. 775 -776)
16.Map 2, p. 660. Zie map 2, p. 740 – 741 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
17.Map 2, p. 663. Zie map 2, p. 759 – 760 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
18.Bijlage 2.7.29 (map 2, p. 840)
19.Bijlage 2.7.12 (map 2, p. 466 en 467). Zie map 2, p. 475 voor de originele WhatsAppberichten
20.Map 1, p. 104. Zie map 2, p. 503 - 507 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
21.Map 1, p. 106. Zie map 2, p. 510 - 513 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
22.Map 1, p. 105. Zie map 2, p. 507 - 509 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
23.Bijlage 4.2 (map 1, p. 386)
24.Bijlage 3.3.3 (map 1, p. 212)
25.Map 1, p. 107 en 108. Zie map 2, p. 560, 562, 563, 564, 565 en 566 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
26.Map 1, p. 109 -112. Zie map 2, p. 568, 569, 576, 577, 578, 580, 588, 590 en 591 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
27.Map 1, p. 148. Zie map 2, p. 610 voor het desbetreffende originele WhatsAppbericht
28.Map 1, p. 149. Zie map 2, p. 618 – 620 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
29.Map 1, p. 150. Zie map 2, p. 622, 623, 624 en 626 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
30.Map 1, p. 291. Zie map 2, p. 515 – 517 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten
31.Bijlage 2.7.28 (map 2, p. 831 en 832)
32.Bijlage 2.7.26 (map 2, p. 812)
33.Bijlage 2.7.27 (map 2, p. 817)
34.Bijlage 3.3.2 (map 1, p. 198, 199, 201, 202, 205)
35.Bijlage 3.3.7 (map 1, p. 289)
36.Bijlage 3.1.2 (map 1, p. 69 en 71)
37.Bijlage 3.1.4 (map 1, p. 86, 87, 92 en 94)
38.Bijlage 3.3.4 (map 1, p. 216, 227 - 228)
39.Map 2, p. 925. Zie map 2, p. 930 voor het desbetreffende originele WhatsAppbericht
40.Bijlage 2.7.10 (map 2, p. 443 – 445) en map 1, p. 121 en 122. (zie map 2, p. 456 – 462, p. 680 – 683, p. 684 - 685 voor de desbetreffende originele WhatsAppberichten) en map 2, p. 652.