In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 19 februari 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige, aangeduid als verweerder. Het verzoek is ingediend door verzoekster, de moeder van verweerder, bijgestaan door haar advocaat, mr. R. Marchena. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 30 juli 2018 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 november 2018 was verzoekster aanwezig, maar verweerder was niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van verklaringen van belanghebbenden en een verklaring van een verslavingszorginstantie.
Het verzoek tot ondercuratelestelling was gebaseerd op artikel 1:378, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat stelt dat een meerderjarige onder curatele kan worden gesteld wegens gewoonte van drank- of drugsgebruik, waardoor hij zijn belangen niet behoorlijk waarneemt en de veiligheid van zichzelf of anderen in gevaar brengt. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder drugs misbruikt en daardoor in het openbaar herhaaldelijk aanstoot geeft. Gezien de ernst van de situatie en het gebrek aan ziektebesef bij verweerder, heeft de rechtbank geoordeeld dat een gedwongen plaatsing in een rehabilitatiecentrum noodzakelijk is.
De rechtbank heeft verzoekster benoemd tot curator van verweerder en bevolen dat hij voor de duur van één jaar wordt geplaatst in het rehabilitatiecentrum Centro di Motivacion. De beschikking is gepubliceerd in de Landscourant van Aruba en in de lokale dagbladen. De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers, rechter in dit gerecht, tijdens de zitting op 19 februari 2019.