Uitspraak
,
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, ingediend op 3 juli 2018,
- de griffiersaantekeningen van de behandeling van 16 oktober 2018, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoekster in persoon.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 19 februari 2019 een beschikking gegeven in een curateleprocedure. Verzoekster, die in persoon procedeerde, heeft op 3 juli 2018 een verzoekschrift ingediend met het doel om mevrouw [verweerster] als curatrice van de heer [curandus] te ontslaan. Verzoekster stelde dat mevrouw [verweerster] lijdt aan dementie, waardoor zij niet langer in staat zou zijn haar taken als curatrice te vervullen.
De procedure omvatte een zitting op 16 oktober 2018, waar verzoekster in persoon verscheen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat het verzoekschrift onvoldoende was onderbouwd met relevante stukken en dat er een gebrek aan informatie was. Mevrouw [verweerster] kreeg de gelegenheid om aanvullende stukken in te dienen tijdens zittingen op 30 oktober 2018, 27 november 2018 en 8 januari 2019, maar heeft geen aanvullende informatie verstrekt.
Op basis van artikel 1:385 lid 1 onder c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om een curator te ontslaan om gewichtige redenen, heeft het Gerecht geconcludeerd dat het verzoek niet voldoende was onderbouwd. Daarom werd het verzoek afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. S. Verheijen, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van 19 februari 2019.