In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 19 februari 2019 een beschikking gegeven in een verzoek om vervangende toestemming voor verhuizing van minderjarigen naar Curaçao. De verzoekster, de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C. Helen Lejuez, verzocht om toestemming om met haar twee minderjarige kinderen, geboren in 2009 en 2014, naar Curaçao te verhuizen. De verweerder, de vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.M.RF. Scheper, was het niet eens met de verhuizing.
De procedure omvatte verschillende stukken, waaronder rapporten van de Voogdijraad en correspondentie tussen de ouders. De Voogdijraad heeft geadviseerd dat de moeder de hoofdverblijfplaats van de kinderen behoudt en heeft geen bezwaar tegen de verhuizing naar Curaçao, mits er goede afspraken worden gemaakt over de omgang tussen de vader en de kinderen. Tijdens de zittingen is gebleken dat de communicatie tussen de ouders minimaal is, maar dat zij in oktober 2018 hebben afgesproken therapie te volgen om hun onderlinge communicatie te verbeteren.
Het gerecht heeft, na afweging van de belangen van de minderjarigen, besloten om de moeder vervangende toestemming te verlenen voor de verhuizing, maar pas na het schooljaar 2018-2019. Dit om ervoor te zorgen dat de kinderen hun schooljaar op Aruba kunnen afronden. Tevens is bepaald dat er duidelijke afspraken moeten worden gemaakt over de omgang tussen de vader en de minderjarigen, die door de moeder gerespecteerd dienen te worden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en de kosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.