ECLI:NL:OGEAA:2019:88

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 februari 2019
Publicatiedatum
6 maart 2019
Zaaknummer
AUA201801914
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep inzake teruggaaf invoerrechten voor hotelinrichting onder begunstigend beleid

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 19 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen N.V. (belanghebbende) en de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen. De belanghebbende had op 14 oktober 2016 een verzoek om teruggaaf van betaalde invoerrechten van Afl. 75.176,86 ingediend, welke door de Inspecteur op 7 juli 2017 was afgewezen. Na bezwaar en een uitspraak op bezwaar, heeft de belanghebbende beroep ingesteld. De kern van het geschil betreft de vraag of de belanghebbende recht heeft op het verlaagde tarief van invoerrechten voor 'furniture en fittings' op basis van het begunstigend beleid, dat een verlaging van 22% naar 12% toestaat indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

De belanghebbende stelt dat de goederen bestemd zijn voor een logement, terwijl de Inspecteur betwist dat er sprake is van een logement, aangezien de appartementen gemeubileerd verkocht zullen worden. Het Gerecht oordeelt dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de appartementen als logement worden geëxploiteerd. De uitspraak benadrukt dat de bewijslast bij de belanghebbende ligt en dat de informatie verkregen tijdens een bestemmingscontrole, waaruit blijkt dat de appartementen voor verkoop zijn bestemd, de claim van de belanghebbende ondermijnt. Het Gerecht verklaart het beroep ongegrond, waarmee de beslissing van de Inspecteur wordt bevestigd.

Uitspraak

Uitspraak van 19 februari 2019
BBZ nr. AUA201801914
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
[ X ] N.V.,gevestigd in Aruba,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER INVOERRECHTEN EN ACCIJNZEN, zetelend in Aruba,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Belanghebbende heeft op 14 oktober 2016 een verzoek om teruggaaf gedaan voor betaalde invoerrechten ten bedrage van Afl. 75.176,86. Dit verzoek is door de Inspecteur bij brief van 7 juli 2017 afgewezen.
1.2
Daartegen heeft belanghebbende op 7 augustus 2017 bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft op 30 mei 2018 uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar afgewezen.
1.4
Belanghebbende is op 29 juni 2018 in beroep gekomen tegen de uitspraak op bezwaar. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van Afl. 150.
1.5
De Inspecteur heeft op 2 november 2018 een verweerschrift met producties ingediend.
1.6
Partijen zijn uitgenodigd voor het bijwonen van een zitting op 13 december 2018. Op verzoek van partijen is de behandeling van de zaak aangehouden. Partijen zijn nadien uitgenodigd voor een zitting op 24 januari 2019. Belanghebbende heeft op 21 januari 2019 verzocht om de behandeling van de zaak aan te houden. Dit verzoek is door het Gerecht geweigerd. Belanghebbende is met bericht niet op de zitting verschenen. Namens de Inspecteur zijn [ A ] en [ B ] verschenen.

2.FEITEN

2.1
Belanghebbende houdt zich samen met andere gelieerde vennootschappen bezig met de bouw en ontwikkeling van het luxe appartementen project ‘[ project ]’ (hierna: project). Het project heeft een website genaamd [ website ]. Belanghebbende heeft diverse goederen ten behoeve van de inrichting van de appartementen ingevoerd. Ter zake van de invoer van de goederen heeft belanghebbende Afl.165.389 aan invoerrechten betaald.
2.2
De minister van Financien, Communicatie, Utiliteiten en Energie heeft op 28 juni 2013 begunstigend beleid afgekondigd (hierna: het Begunstigend Beleid). Volgens (onderdeel 7) van dit beleid worden de invoerrechten voor ‘furniture en fittings’ voor het inrichten of vernieuwen van kamers verlaagd van 22% naar 12% indien het hotelbedrijf, logement of timesharevereniging kan aantonen dat de minimale besteding per kamer USD.10.000 bedraagt. Het project betreft een investering aan ‘furniture en fittings’ voor een bedrag van USD 428.568 voor 40 kamers en voldoet daarom aan de investeringsvereiste.
2.3
Naar aanleiding van het verzoek om teruggaaf heeft de douane op 3 mei 2018 bij het project – met medewerking van belanghebbende - een bestemmingscontrole uitgevoerd. Van de zijde van het project was de heer [ K ] aanwezig. De douane is tijdens de controle geïnformeerd dat de appartementen voor de verkoop zijn bestemd.

3.GESCHIL EN STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
In geschil is op belanghebbende recht heeft op teruggaaf van invoerrechten ten bedrage van Afl. 75.176, hetgeen belanghebbende bevestigend en de Inspecteur ontkennend beantwoordt.
3.2
Volgens belanghebbende geldt het verlaagde tarief van invoerrechten omdat de goederen bestemd zijn voor een logement. Er is sprake van een logement omdat de appartementen dusdanig zijn gebouwd dat zij ook ter beschikking kunnen worden gesteld tegen vergoeding. Ter zake van de ingevoerde goederen is met toepassing van het verlaagde tarief een bedrag van Afl. 90.201 aan invoerrechten verschuldigd. Volgens de Inspecteur is er geen sprake van een logement omdat de appartementen gemeubileerd zullen worden verkocht.

4.BEOORDELING VAN HET GESCHIL

4.1
Het Begunstigend Beleid luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“AANKONDIGING BEGUNSTIGEND BELEID
(…)
Vooruitlopend op de behandeling van de wetsvoorstellen die zijn opgesteld naar aanleiding van het getekende protocol inzake belastingen d.d. 9 november 2012 is het wenselijk dat de voorzieningen reeds beschikbaar zullen zijn voor de lokale bevolking evenals voor mogelijke in Aruba geïnteresseerde investeerders.
(…)
Op grond van het voorgaande keur ik goed, dat vooruitlopend op de invoering van de voorgestelde wijzigingen in de(…) Landsverordening tarief van invoerrechten, de hieronder genoemde onderdelen reeds van kracht zullen zijn met ingang van de datum van ondertekening en publicatie van deze aankondiging, tenzij anders bepaald in dit begunstigend beleid.
(…)
7. Verlaging van invoerrechten op “furnitures” en “fittings” van 22% naar 12% bij een minimale investering van USD 10.000,- per kamer
Indien een hotel overgaat tot het inrichten of vernieuwen van die inrichting van haar kamers, zullen de invoerrechten voor de benodigde “furniture en fittings” worden verlaagd van 22% naar 12% indien het hotelbedrijf, logement of timesharevereniging kan aantonen dat de minimale besteding per kamer USD 10.000,- is.
(…)
Onder “furniture en fittings” dient te worden verstaan: meubilair, apparatuur, sanitair, matrassen.
4.2
Door de minister van Financien en Overheidsorganisatie is op 3 december 2015 nadere invulling gegeven aan het Begunstigend Beleid voor zover het betreft de verlaging van het tarief van invoerrechten bij invoer voor ‘furnitures en fittings’. Hierin is voor zover van belang het volgende vermeld:
“Om in aanmerking te komen voor het verlaagde tarief van 12% bij de invoer van ‘furnitures en fittings’, dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
1. De belanghebbende drijft een hotelbedrijf, een logement of een timesharevereniging.”
4.3
In afwijking van de wettelijke bepalingen geldt ter zake van de invoer van (bepaalde) goederen bestemd voor de inrichting van kamers van een hotel - mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan - een verlaagd tarief van invoerrechten. Als voorwaarde geldt onder andere dat de goederen bestemd moeten zijn voor een hotelbedrijf, een logement of een timesharevereniging. Op belanghebbende rust de bewijslast voor de toepassing van het verlaagde tarief. In geschil is uitsluitend of belanghebbende de appartementen als een logement gaat exploiteren. Dat hiervan sprake is, heeft belanghebbende tegenover de betwisting van de Inspecteur niet aannemelijk gemaakt. Dat de appartementen door hun bouw, ook kunnen worden verhuurd maakt voorts niet dat sprake is van een logement. Het Gerecht neemt in aanmerking dat bij de bestemmingscontrole naar voren is gekomen dat de appartementen voor de verkoop zijn bestemd en dat deze informatie ook op de website van het project deze informatie is weergegeven. Dat de kopers van de appartementen deze nadien kunnen verhuren, maakt niet dat belanghebbende recht kan doen geleden op het verlaagde tarief. Het gelijk is derhalve aan de Inspecteur.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. D.J. Jansen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 februari 2019, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noel-van der Biezen BSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
-natuurlijke personen: Afl. 75
-personenvennootschappen en rechtspersonen: Afl. 300