ECLI:NL:OGEAA:2019:836
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van onroerend goed in kort geding tussen voormalige echtgenoten
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.J. Pieters, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.A. Kock, met als doel ontruiming van onroerend goed. De procedure vond plaats op 10 oktober 2019, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht aan de hand van pleitnota's en producties. Eiser vorderde dat gedaagde het aan hem toebehorende onroerend goed, gelegen in Aruba, binnen 30 dagen na betekening van het vonnis zou verlaten en ontruimen. Daarnaast vorderde eiser een vergoeding van Afl. 1.000,-- per maand voor het gebruik van het onroerend goed vanaf 5 juli 2019.
Gedaagde voerde verweer en vroeg om een langere ontruimingstermijn van minimaal 6 maanden. Het Gerecht oordeelde dat het spoedeisend belang van eiser bij de ontruiming voldoende was onderbouwd en verwierp het verweer van gedaagde. Het Gerecht stelde vast dat het onroerend goed vóór 5 juli 2019 deel uitmaakte van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap en dat gedaagde sinds die datum zonder recht of titel gebruik maakte van het onroerend goed. Het Gerecht oordeelde dat de ontruimingsvordering van eiser in een bodemprocedure waarschijnlijk zou worden toegewezen.
Uiteindelijk besloot het Gerecht dat gedaagde het onroerend goed binnen drie maanden na betekening van het vonnis moest ontruimen en dat zij Afl. 1.000,-- per maand aan eiser moest betalen voor het gebruik van het onroerend goed. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat ieder partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 30 oktober 2019.