In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, wonende in Aruba en vertegenwoordigd door advocaat mr. H.U. Thielman, een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap Felipe Construction & Consultancy N.V. (FCC), vertegenwoordigd door advocaat mr. D.M. Canwood. De procedure vond plaats op 5 december 2019, waarbij eiser en zijn advocaat aanwezig waren, evenals de gemachtigde van FCC en enkele medewerkers van het bedrijf. Eiser verzocht om een aantal voorzieningen, waaronder de betaling van achterstallig loon en zijn herplaatsing in zijn functie, na een ontslag op staande voet dat volgde op een positieve drugstest voor cocaïne op 12 augustus 2019.
FCC voerde verweer en stelde dat het ontslag gerechtvaardigd was op basis van de arbeidsovereenkomst, waarin was opgenomen dat een positieve drugstest kon leiden tot ontslag op staande voet. Het Gerecht oordeelde dat FCC bevoegd was om eiser te onderwerpen aan de drugstest en dat de positieve uitslag een dringende reden voor ontslag vormde. Het Gerecht concludeerde dat er geen zwaarwegender belangen aan de zijde van eiser waren die de vordering konden rechtvaardigen, en wees het verzoek van eiser af. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten, maar kreeg verlof tot kosteloos procederen, gezien zijn financiële situatie.
De uitspraak werd gedaan op 23 december 2019 door mr. A.H.M. van de Leur, en het vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak benadrukt de strikte handhaving van het anti-drugsbeleid binnen de werkplek en de gevolgen van het niet naleven daarvan.