In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde de vennootschap Prime View Eagle Beach Resort V.B.A. (hierna: Prime) een voorlopige voorziening in verband met een geschil over het recht van optie tot het verkrijgen van erfpacht op een perceel grond. Prime stelde dat zij aan alle voorwaarden verbonden aan de optie had voldaan binnen de geldigheidsduur van de optie, maar het Land Aruba (hierna: het Land) betwistte dit en stelde dat de optie was verlopen. De procedure begon met een verzoekschrift en mondelinge behandeling op 7 november 2019, waarna het vonnis op 20 november 2019 werd gewezen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Prime had in 2016 een recht van optie verkregen van de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie voor een perceel grond, met als doel het ontwikkelen van een hotel. Gedurende de optietermijn diende Prime verschillende documenten in, maar het Land stelde dat niet aan alle voorwaarden was voldaan en dat de optietermijn was verstreken. Prime voerde aan dat het Land onrechtmatig handelde door niet tijdig te reageren op haar verzoeken en dat zij wel degelijk aan de voorwaarden had voldaan.
Het Gerecht oordeelde dat het Land onrechtmatig had gehandeld door pas na tweeënhalf jaar te reageren op de ingediende stukken van Prime zonder voldoende motivering. Het Gerecht verbood het Land om de grond aan een derde in optie of erfpacht uit te geven totdat in een bodemprocedure definitief over de rechtsverhouding was beslist. Prime werd in de gelegenheid gesteld om binnen twee maanden na het vonnis een bodemprocedure aanhangig te maken. Het Land werd ook veroordeeld in de proceskosten van Prime.