ECLI:NL:OGEAA:2019:814

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 november 2019
Publicatiedatum
20 december 2019
Zaaknummer
AUA201901075
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot zekerheidstelling in civiele procedure tussen Atlantico Development Inc. en Caribbean Palm Village Resorts

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft de vennootschap Atlantico Development Inc. (hierna: Atlantico) een incidentele vordering tot zekerheidstelling ingediend tegen de coöperatieve vereniging Caribbean Palm Village Resorts (hierna: CPV). Atlantico vordert in de hoofdzaak dat CPV geen recht van eigendom heeft op een specifiek perceel grond en vraagt CPV te veroordelen tot ontruiming van dit perceel. CPV heeft in het incident gesteld dat Atlantico niet gevestigd is in Aruba en vordert dat het Gerecht Atlantico verplicht om zekerheid te stellen voor de proceskosten. Het Gerecht heeft vastgesteld dat Atlantico inderdaad niet in Aruba is gevestigd en dat zij derhalve verplicht is om zekerheid te stellen voor de proceskosten. Het Gerecht heeft de hoogte van de te stellen zekerheid vastgesteld op Afl. 2.500,-. Indien Atlantico niet tijdig zekerheid stelt, zal zij in de hoofdzaak niet-ontvankelijk worden verklaard. De proceskosten in het incident worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. De hoofdzaak zal worden voortgezet nadat de zekerheid is gesteld.

Uitspraak

Vonnis van 20 november 2019
Behorend bij A.R. AUA201901075
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot zekerheidstelling in de zaak van:
de vennootschap naar vreemd recht
ATLANTICO DEVELOPMENT INC.,
te Anguilla,
eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident,
verder te noemen: Atlantico,
gemachtigde: de advocaat mr. P.R.C. Brown,
tegen:
coöperatieve vereniging
CARIBBEAN PALM VILLAGE RESORTS,
te Aruba,
gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident,
verder te noemen: CPV,
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de incidentele conclusie van CPV;
- de conclusie van antwoord in het incident van Atlantico.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VORDERING EN HET VERWEER

2.1
Atlantico vordert in de hoofdzaak, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat CPV geen recht van eigendom, erfdienstbaarheid of ander zakelijk recht heeft op enig deel van het perceel eigendomsgrond kadastraal bekend als [kadastraal nummers], voorts CPV te veroordelen om binnen 7 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis het perceel eigendomsgrond kadastraal bekend als [kadastraal nummers] te ontruimen en ontruimd te houden met machtiging van Atlantico om, indien CPV in gebreke blijft vrijwillig het perceel te ontruimen, zelf ontruiming te bewerkstelligen desnoods met behulp van de sterke arm, onder verbeurte van een dwangsom, met veroordeling van CPV in de proceskosten.
2.2
CPV heeft in het incident gesteld dat Atlantico niet gevestigd is in Aruba en zich geen van de in artikel 122 lid 2 Rv vermelde uitzonderingen voordoet. In verband hiermee vordert CPV dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Atlantico veroordeelt tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten tot betaling waarvan Atlantico jegens CPV veroordeeld zou kunnen worden (artikel 122 lid 1 Rv).
2.3
Atlantico voert gemotiveerd verweer. Zij concludeert primair tot afwijzing van de vordering en subsidiair tot toewijzing van de gevorderde zekerheid tot maximaal Afl. 2.500,-, althans Alf. 3.750,-, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, met veroordeling van CPV in de proceskosten in het incident.

3.DE BEOORDELING

in het incident
3.1
Krachtens het bepaalde in artikel 122 lid 1 Rv is de eiser zonder woonplaats of gewone verblijfplaats in Aruba op vordering van de wederpartij verplicht zekerheid te stellen voor de proceskosten en de schadevergoeding tot betaling waarvan hij zou kunnen worden veroordeeld, tenzij er sprake is van één van de uitzonderingen zoals vermeld in artikel 122 lid 2 aanhef en onder a tot en met d Rv.
3.2
Tussen partijen staat vast dat Atlantico niet is gevestigd in Aruba en derhalve vreemdeling is in de zin van art. 122 Rv, zodat zij in beginsel gehouden is zekerheid te stellen voor de betaling van kosten, schade en intrest in welke zij verwezen zou kunnen worden. Van een verdrag op grond waarvan Atlantico van deze verplichting vrijgesteld zou kunnen worden is geen sprake. Atlantico heeft echter een beroep gedaan op artikel 122 lid 2 aanhef en onder c Rv en daartoe gesteld dat CPV met een eventuele hoofdelijke proceskostenveroordeling ten laste van Atlantico zonder moeite verhaal bij Atlantico kan halen. Ter onderbouwing hiervan wijst Atlantico er op dat zij eigenaar is en blijft van het stuk grond waar het in deze zaak om draait totdat hierover een rechterlijke beslissing is genomen.
3.3
Het beroep van Atlantico op artikel 122 lid 2 aanhef en onder c Rv faalt. Hoewel CPV nog geen conclusie van antwoord in de hoofdzaak heeft genomen, blijkt uit het verzoekschrift en hetgeen partijen in het incident hebben aangevoerd, dat de standpunten van partijen ver uiteen liggen wat betreft de vraag aan wie het stuk grond in eigendom toebehoort. Dit incident leent zich niet voor vaststelling van vorderingsrechten over en weer, daarvoor is de hoofdzaak bedoeld. In het incident kan er aldus niet vanuit worden gegaan dat het stuk grond inderdaad in eigendom toebehoort aan Atlantico. Atlantico heeft voorts niet gesteld dat CPV zich in Aruba nog kan verhalen op andere vermogensbestanddelen van Atlantico. Voorts is niet gebleken dat een van de overige omstandigheden als bedoeld in het tweede lid van artikel 122 Rv zich voordoet. Dat brengt mee dat Atlantico gehouden is zekerheid te stellen voor de betaling van proceskosten in welke zij veroordeeld zou kunnen worden.
3.4
CPV heeft het bedrag der zekerheid begroot op een bedrag van Afl. 15.000,-, waarbij zij is uitgegaan van een aantal van 10 punten en een liquidatietarief van Afl. 1.500,- per punt (liquidatietarief 6). Atlantico heeft hiertegen bezwaar gemaakt en aangevoerd dat een zekerheid van Afl. 2.500,- (2 punten van het liquidatietarief 5), althans Afl. 3.750,- (3 punten van het liquidatietarief 5) meer dan toereikend is.
3.5
Ten aanzien van de hoogte van de te stellen zekerheid overweegt het Gerecht als volgt. Gelet op de aard en omvang van de vordering in de hoofdzaak is tarief 5 van het Liquidatietarief van toepassing, met een bedrag van Afl. 1.250,- per punt en een maximum van 6 punten.
Het Gerecht ziet geen aanleiding reeds nu met een of meer punten liquidatietarief rekeningen te houden wegens mogelijke getuigenverhoren en/of nadere conclusies buiten de gebruikelijke conclusies van antwoord en dupliek. Dit betekent dat de zekerheid zal worden bevolen voor 2 punten.
3.6
Aangezien beide partijen in dit incident op één of meerdere punten in het (on)gelijk zijn gesteld, worden de proceskosten in het incident gecompenseerd zoals hierna vermeld en is er aldus geen aanleiding om voor de proceskosten in het incident zekerheid te stellen.
in de hoofdzaak
3.5
De hoofdzaak zal, nadat zekerheid gesteld is, worden voortgezet in de stand waarin deze is gebleven.
3.6
Als niet tijdig zekerheid is gesteld zal Atlantico in de hoofdzaak niet-ontvankelijk worden verklaard.

4.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident
veroordeelt Atlantico om binnen twee weken na de datum waarop dit vonnis is gewezen zekerheid te stellen voor de betaling van de kosten, schade en intresten in welke Atlantico ten behoeve van het CPV kan worden veroordeeld;
bepaalt het bedrag van die zekerheid op Afl. 2.500,-;
bepaalt dat deze zekerheid middels storting van dat bedrag ter griffie van dit gerecht, dan wel middels een door een te Aruba gevestigde bank uitgegeven bankgarantie ten genoege van CPV kan worden gesteld;
verstaat dat indien Atlantico niet of niet tijdig gevolg geeft aan de bevolen zekerheidstelling, CPV niet gehouden is tot het voeren van verweer en Atlantico in de hoofdzaak niet-ontvankelijk zal worden verklaard;
compenseert de proceskosten in het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde;
in de hoofdzaak
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 11 december 2019 - zijnde de eerst mogelijke rolzitting na ommekomst van de in het incident bepaalde termijn - voor uitlating zekerheidstelling zijdens Atlantico of CPV;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 november 2019 in aanwezigheid van de griffier.