Uitspraak
1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
3.DE BESLISSING
dinsdag, 14 januari 20209 om 8.30 uur, voor het indienen van de hierboven in overweging 2.3 bedoelde akte zijdens partijen,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 10 december 2019, wordt het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over de minderjarige te verkrijgen behandeld. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.M. Malmberg, verzoekt om het gezag over zijn kind, terwijl de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.G. Croes, aanvankelijk bezwaren had tegen gezamenlijk gezag. De Voogdijraad had eerder geadviseerd om de moeder het eenhoofdig gezag te laten behouden, gezien de communicatieproblemen tussen de ouders en het risico dat de minderjarige klem zou raken tussen hen.
Tijdens de zitting op 3 september 2019 blijkt dat de moeder, die in een instabiele situatie verkeert, nu akkoord gaat met gezamenlijk gezag. Het gerecht overweegt dat het ouderlijk gezag de plicht en het recht van ouders omvat om hun kind te verzorgen en op te voeden, en dat gezamenlijk gezag vereist dat ouders in staat zijn om belangrijke beslissingen samen te nemen. Aangezien de moeder nu instemt met het verzoek van de vader en er geen aanwijzingen zijn dat zij niet in staat zijn om samen te werken, besluit het gerecht om hen gezamenlijk met het gezag te belasten.
Daarnaast wordt de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader vastgesteld, gezien de huidige situatie van de moeder en het feit dat de minderjarige al bij de vader verblijft. De zaak wordt verder aangehouden voor het indienen van een omgangsregeling, waarbij de ouders schriftelijk hun standpunten kunnen indienen. De beschikking wordt afgesloten met de mededeling dat verdere beslissingen worden aangehouden.