In deze Arubaanse strafzaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg op 29 november 2019 uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte. De zaak betreft een vrijspraak voor poging tot doodslag en zwaar lichamelijk letsel, maar de verdachte is wel schuldig bevonden aan openlijke geweldpleging en mishandeling met een wapen. De verdachte, geboren in 1989 en woonachtig in Aruba, was op het moment van de zitting gedetineerd. Tijdens de openbare terechtzitting op 15 november 2019 heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd voor de zaak met parketnummer P-2019/00075, maar heeft ook gevorderd dat het Gerecht de verdachte zou veroordelen voor de zaak met parketnummer P-2019/01962 tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk.
De tenlastelegging omvatte geweldpleging tegen twee slachtoffers op verschillende data. In de zaak met parketnummer P-2019/01962 werd de verdachte beschuldigd van openlijke geweldpleging op 27 april 2018, waarbij hij samen met anderen geweld heeft gepleegd tegen slachtoffer 1 bij een tankstation. In de zaak met parketnummer P-2019/00075 werd de verdachte beschuldigd van poging tot doodslag op 15 december 2018, waarbij hij slachtoffer 2 met een mes zou hebben gestoken. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging.
Het Gerecht heeft de verdachte vrijgesproken van de poging tot doodslag, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte met opzet en met de intentie om te doden handelde. Wel is bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging tegen slachtoffer 1, waarvoor hij is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Het Gerecht heeft ook de teruggave van in beslag genomen voorwerpen gelast aan de verdachte en slachtoffer 2. De uitspraak is gedaan door rechter E.M.D. Angela, bijgestaan door griffier A. Reppas.