ECLI:NL:OGEAA:2019:755

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 november 2019
Publicatiedatum
28 november 2019
Zaaknummer
AUA201902329
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om erkenning en inschrijving van buitenlandse huwelijksakte in Aruba

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 november 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot afgifte van een verklaring voor recht met betrekking tot een buitenlandse huwelijksakte. Verzoekers, een genaturaliseerde Nederlander en een Venezolaanse, hebben op 18 januari 2019 in Venezuela het huwelijk gesloten. De huwelijksakte is op 18 januari 2018 opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand in Venezuela en is op 7 februari 2019 voorzien van een apostille. Verzoekers hebben verzocht om erkenning van hun huwelijk in Aruba, zodat het huwelijk kan worden ingeschreven in het register van huwelijken en echtscheidingen.

De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft het verzoek afgewezen, stellende dat er sterke vermoedens zijn dat het huwelijk strijdig is met de openbare orde en dat het niet gericht is op de vervulling van de wettelijke plichten. Het gerecht heeft de procedure beoordeeld aan de hand van artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om een verklaring voor recht te vragen over de geldigheid van een buitenlandse akte. Het gerecht heeft vastgesteld dat de huwelijksakte voldoet aan de Venezolaanse wetgeving, maar dat er geen wettelijke grondslag is in het Arubaanse recht voor de inschrijving van buitenlandse huwelijksakten.

Uiteindelijk heeft het gerecht geoordeeld dat verzoekers geen gerechtvaardigd belang hebben bij de verzochte verklaring voor recht, omdat de inschrijving van hun huwelijk in Aruba niet mogelijk is onder het huidige recht. Het verzoek is dan ook afgewezen, en de beschikking is openbaar uitgesproken door rechter N.K. Engelbrecht.

Uitspraak

Beschikking van 12 november 2019
behorend bij EJ. nr. AUA201902329
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Verzoeker 1],
en
[Verzoekster 2],
wonende in Aruba,
VERZOEK,
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff.
Belanghebbende:
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,hierna: de ambtenaar, gemachtigde: [de ambtenaar].

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 11 juli 2019,
  • het verweer van de ambtenaar, ingediend op 24 september 2019,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 1 oktober 2019, waar zijn verschenen verzoekers bijgestaan door hun gemachtigde, en de ambtenaar bij zijn gemachtigde.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Verzoeker, genaturaliseerde Nederlander, is op 18 januari 2019 in Venezuela in het huwelijk getreden met verzoekster, van Venezolaanse nationaliteit.
2.2
Van dit huwelijk is op 18 januari 2018 een akte met nummer 5, opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van het Bureau van de burgerlijke stand van de gemeente Venancio Pulgar te Maracaibo in Zulia. Deze huwelijksakte is op 7 februari 2019 voorzien van een apostille.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot afgifte van een verklaring (I) dat er geen gronden zijn om voor recht te verklaren dat aan het huwelijk van verzoekers erkenning onthouden dient te worden, zodat dit huwelijk erkend wordt, (II) dat het huwelijk van verzoekers kan worden ingeschreven in het register van huwelijken en echtscheidingen, en (III) dat de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister het huwelijk zal registreren en verzoekster zal inschrijven.
Het gerecht begrijpt het verzoek aldus dat het strekt tot afgifte van een verklaring als bedoeld in artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) ter zake van voornoemde huwelijksakte van 18 januari 2019.
Daartoe is ter zitting gesteld dat het in het belang van verzoekers is dat voornoemde huwelijksakte in Aruba wordt erkend opdat de verblijfsstatus van de vrouw hier te lande geregeld kan worden.

4.DE BEOORDELING

4.1
Op grond van artikel 1:26 BW kan eenieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft, verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Aruba opgemaakte akte of gedane uitspraak overeenkomstig de plaatselijke voorschriften is opgemaakt of gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een register van de burgerlijke stand.
Verzoekers wensen de afgifte van een dergelijke verklaring voor recht ten aanzien van de huwelijksakte van 18 januari 2019. Beoordeeld dient daarom te worden of:
de akte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften is opgemaakt,
de akte naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een register van de burgerlijke stand,
de verzoeker een gerechtvaardigd belang heeft bij die verklaring voor recht.
4.2
De ambtenaar heeft in zijn verweerschrift het volgende aangevoerd.
Verzoekers hebben op 19 februari 2019 bij het Hoofd van het Bevolkingsregister (het hoofd) een verzoek ingediend tot inschrijving van hun huwelijk in het bevolkingsregister. Op 9 april 2019 heeft het hoofd het verzoek afgewezen, omdat het onderzoek heeft geleid tot
“sterke vermoedens dat het door u gesloten huwelijk strijdig is met de openbare orde, omdat het niet is gericht op de vervulling van de door de wet aan de huwelijkse staat verbonden plichten, maar op het verkrijgen van toelating hier te lande van [verzoeker 1], [verzoekster 2].”Tegen deze beschikking hebben verzoekers geen bezwaarschrift als bedoeld in de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) ingediend. Volgens het hoofd is hier sprake van een schijnhuwelijk, reden waarom erkenning en inschrijving in het bevolkingsregister aan het huwelijk is onthouden.
Verder heeft de ambtenaar aangevoerd dat een buitenlands huwelijk niet in de Arubaanse registers van de Burgerlijke Stand kan worden ingeschreven, nu in ons BW een bepaling als artikel 1:25 van het Nederlands BW, dat ziet op inschrijving van in het buitenland opgemaakte aktes, ontbreekt. De inschrijving van een buitenlands huwelijk valt daarom niet onder het Arubaanse BW maar onder het regime van de Landsverordening en het Landsbesluit bevolkingsregister. Verzoekers zijn dan ook niet-ontvankelijk in hun verzoek om het huwelijk te registreren en in te schrijven in de registers.
Tenslotte heeft de ambtenaar aangevoerd dat niet is gebleken dat de akte niet door een daartoe bevoegde administratieve autoriteit is opgemaakt of dat deze akte niet overeenkomstig de Venezolaanse regels is opgemaakt.
De ambtenaar concludeert tot afwijzing van het verzoek.
4.3
Uit de door verzoekers in het geding gebrachte huwelijksakte, waarvan de authenticiteit door de ambtenaar niet is betwist, valt genoegzaam af te leiden dat verzoekers op 18 januari 2019 in het huwelijk zijn getreden conform de in Venezuela geldende wet- en regelgeving. Daarmee is sprake van een akte in de zin van bovengenoemde bepaling.
4.4
Voorts is naar het oordeel van het gerecht de huwelijksakte naar zijn aard vatbaar voor een opneming in een register van de burgerlijke stand. Het betreft immers een huwelijksakte en een van de registers van de burgerlijke stand is het register van huwelijken. Dat feitelijke opneming van onderhavige huwelijk in het huwelijksregister niet mogelijk is, staat op zichzelf een verklaring van recht als bedoeld in art. 1:26 lid 1 BW niet in de weg. Ook aan de onder b bedoelde eis is derhalve voldaan.
4.5
Wat betreft de vraag of verzoekers een gerechtvaardigd belang hebben bij de verzochte verklaring voor recht, overweegt het gerecht als volgt.
Het belang van verzoekers bij afgifte van de verzochte verklaring is gelegen in de erkenning en inschrijving van het huwelijk in het de registers hier te lande. Voor een dergelijke inschrijving bestaat echter in het BW geen wettelijke grondslag. De ambtenaar voert terecht aan dat een bepaling als artikel 1:25 van het Nederlandse BW, in het Arubaanse BW ontbreekt. Die bepaling ziet op inschrijving van onder andere buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte huwelijksakten, in het register van huwelijken van de gemeente ’s Gravenhage. Nu in het Arubaanse BW geen grondslag is voor inschrijving van in het buitenland opgemaakte huwelijksakten, ontbreekt naar het oordeel van het gerecht ook het gerechtvaardigd belang bij verzoekers bij de verzochte verklaring voor recht.
4.6
Gelet op het vorenstaande is het verzoek niet voor toewijzing vatbaar.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
- wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van dinsdag 12 november 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.