ECLI:NL:OGEAA:2019:749

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 november 2019
Publicatiedatum
28 november 2019
Zaaknummer
AUA201801376
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigverklaring van ontslag op staande voet en toewijzing van loonvordering in arbeidszaak

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 november 2019 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen een verzoekster en de naamloze vennootschap Brickel Bay Beach Club N.V. De verzoekster, die als 'reservation clerk' werkzaam was bij Brickel Bay, werd op 1 november 2017 op staande voet ontslagen. Brickel Bay stelde dat de verzoekster zich schuldig had gemaakt aan een dringende reden door een vaste klant naar een concurrerend hotel te verwijzen en daarbij haar diensten aan te bieden. De verzoekster betwistte deze beschuldigingen en stelde dat de klant zelf had besloten om niet meer bij Brickel Bay te verblijven vanwege ontevredenheid over de dienstverlening.

Tijdens de procedure heeft het Gerecht de bewijsvoering van Brickel Bay beoordeeld, waarbij getuigen zijn gehoord. Het Gerecht concludeerde dat Brickel Bay niet in staat was om de dringende reden voor het ontslag op staande voet te bewijzen. De verzoekster kreeg toestemming om kosteloos te procederen en het Gerecht verklaarde het ontslag op staande voet nietig. Brickel Bay werd veroordeeld om het salaris van de verzoekster te betalen vanaf de datum van ontslag en haar binnen een week na betekening van de beslissing weer aan het werk te stellen. Tevens werd Brickel Bay veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van de bewijsvoering door de werkgever bij ontslag op staande voet en de bescherming van werknemersrechten in het arbeidsrecht.

Uitspraak

Beschikking van 12 november 2019
Behorend bij E.J. AUA201801376
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Verzoekster],
te Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
BRICKEL BAY BEACH CLUB N.V., h.o.d.n. Brickel Bay Beach Club,
te Aruba,
verweerster,
hierna ook te nomen: Brickel Bay,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A. Saade.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 21 mei 2018;
- het verweerschrift, overgelegd op 25 september 2018;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen gehouden op11 december 2018, met het daarin opgenomen mondelinge vonnis;
- de aktes van partijen;
- de processen verbaal van het getuigenverhoor in enquête en contra-enquête van 13 maart 2019 en 30 april 2019;
- de conclusie na enquête aan de zijde van Brickel;
- de antwoordconclusie na enquête aan de zijde van [verzoekster].
1.2
De datum van de uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Brickel Bay exploiteert een hotel in Aruba.
2.2 [
verzoekster] is op 14 augustus 2013 als ‘reservation clerk’ in loondienst getreden van Brickel Bay tegen een brutoloon van Afl. 1.550, -- per quincena.
2.3
In de arbeidsovereenkomst zijn, voor zover van belang, de volgende artikelen opgenomen.
(…)
“Obligations employee
9
The employee will devote his/her attention and energy to the exercise of his/her duties and responsibilities. Furthermore, the employee will perform his/her work honestly and diligently and will strictly adhere to the rules and regulations of the employer.
(…)
Sanctions
(…)
15
Besides what is stipulated in the law, employer can terminate employee for urgent reasons, amongst others, in the following instances:
(…)
- if employee in any way does not behave as a good employee should behave;
(…).”
2.4 [
verzoekster] is op 1 november 2017 op staande voet ontslagen. In het ontslagbesluit dat vastgelegd is in het “internal investigation report” (hierna: het rapport) van diezelfde datum staat, voor zover van belang, het volgende vermeld.
“[verzoekster] had the time to explain the charges and in her own admission, revealed that she indeed knew about the group going to a competitor hotel and that she was in conversation with the group leader. [verzoekster] is clearly in support of a direct competitive hotel, and as the reservation manager she has not assisted the clients to present Brickell Bay Beach Club as a first option of support.
[verzoekster] revealed that she did discuss the rates with [X], the marketing assistant and requested rates for our hotel first. The investigation reveals with a written statement that [verzoekster] never at any time requested rates for the group, nor did she discuss any possibility with the marketing director. It has come to light that [verzoekster] clearly are in breath of her work agreement under title 15.0 being dishonest within her work place.
[verzoekster] further more defended the statement that she never discussed the group dealing with members of management, she indicated that she had no knowledge of the group going to the competitor hotel, then after more discussions revealed that she did know that the group was going to the competitor hotel. Further to the previous infractions, [verzoekster] continued to make dishonest statements.
On another matter [verzoekster] made a statement that she never has text message conversations with the group leader regarding messages that was sent by the Sales & Marketing director to the group leader, with [Z] that is a current Front Office Manager. After more conversations, [verzoekster] in her own admission admitted that, yes… she did have conversations with the group leader or the above-mentioned group and did indeed made a statement to the group leader that the Sales & Marketing manager was lying in regards to the hotel furniture being renovated. Directly undermining the Sales & Marketing manager. Our company has just purchased new furniture for the remaining rooms to be renovated and to be delivered before arrival to the groups expected arrival date.
[verzoekster] had knowledge that the furniture was ordered, as per a discussion between the General Manager and herself. But failed to reveal this information to the group leader. Instead making a statement says that the message from the Sales & Marketing manager were a lie. [verzoekster] is the Reservation manager for Brickell Bay Beach Club and clearly has made all efforts to divert the group to the competitor hotel.
[verzoekster] discussed the above mentioned to the Front office manager in person, and when the Front Office manager questioned her doing, she replied “What do you care, you will not be here next year”
[verzoekster] being employed by Brickell Bay Beach Club N.V. for the past 4 years, have clear understanding as per the hotel policies and standards, in regards to withholding information to management. [verzoekster] has acted in her own behalf and due to her support to the competitor hotel, and not accommodating the group at Brickell Bay Beach Club & Spa hotel, nor discussing the matter in regard to providing rates, [verzoekster] action has led to huge potential losses to Brickell Bay Beach Club exceeding far over $20.000 in revenue over period of 48-month, future business.
[verzoekster] is a breach of Brickell Bay Beach Club & Spa work agreement, with direct financial losses recorded.
(…)
Out-come of Investigation:
[verzoekster] [verzoekster] is hereby being released from her position as Reservation Manager, as the company hereby as per above statements only found one about one group that [verzoekster] has diverted to a competitor hotel with no regard to her employment.
Brickell Bay Beach Club hereby file a cancelation of her work agreement. On the bases of dishonest and improper conduct, insubordination towards managements with clear knowledge and admission of her own doing.
[verzoekster] will be presented with a Cancelation Notice as of the day of het scheduled hearing, November 1st 2017.”

3.HET VERZOEK

3.1 [
verzoekster] verzoekt dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
- [ verzoekster] toestemming verleent om kosteloos te procederen;
- het aan [verzoekster] verleende ontslag op staande voet nietig verklaart;
- Brickel Bay veroordeelt om aan [verzoekster] het salaris vanaf datum ontslag te betalen en te blijven betalen voor zolang het dienstverband rechtsgeldig voortduurt, vermeerderd met de wettelijke verhoging;
- Brickel Bay beveelt om [verzoekster] binnen een week na betekening van deze beslissing weder te werk te stellen in haar reguliere functie, op straffe van een dwangsom van Afl. 250, -- per dag of gedeelte daarvan dat zij dat bevel niet opvolgt;
- Brickel Bay veroordeelt in de proceskosten.
3.2 [
verzoekster] grondt het verzoek erop dat zij op staande voet is ontslagen terwijl geen sprake was van een daartoe vereiste dringende reden.
3.3
Brickel Bay heeft verweer gevoerd dat bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan [verzoekster] zal, gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen, toestemming worden verleend om kosteloos te procederen.
4.2
Ter beantwoording ligt voor de vraag of [verzoekster] zich schuldig heeft gemaakt aan een dringende reden. Als dringende redenen worden volgens artikel 1615 o lid 1 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een zodanige dringende reden sprake is, moeten de omstandigheden van het geval in onderling verband en samenhang in aanmerking worden genomen. Tot deze omstandigheden behoren onder meer de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals diens leeftijd, de aard en duur van het dienstverband en de gevolgen van het ontslag op staande voet. Van belang is verder dat het de werkgever is die moet stellen en bewijzen dat sprake is van een dringende reden.
4.3
Brickel Bay heeft gesteld dat er sprake is van een dringende reden, nu [verzoekster] bewust een vaste klant van Brickel Bay die bekend staat als de groep [de groep] (hierna: de groep) naar een concurrerend hotel heeft verwezen en dat zij daarbij ook haar diensten heeft aangeboden. Volgens Brickel Bay heeft zij als gevolg van deze handelingen van [verzoekster] grote schade geleden. Voorts heeft Brickel Bay gesteld dat [verzoekster] er alles aan heeft gedaan om de informatie omtrent de groep achter te houden, dat zij Brickel Bay in een zeer kwaad daglicht heeft gesteld door leugens te vertellen over de renovatie van een aantal hotelkamers, dat [verzoekster] haar collega’s bij onbehoorlijk en onrechtmatig gedrag heeft betrokken door aan hen te vragen om deze belangrijke informatie niet met de General Manager (de heer [de GM]) te delen en dat [verzoekster] in strijd heeft gehandeld met haar geheimhoudingsplicht door informatie betreffende het hotel met derden te delen. Brickel Bay stelt zich dan ook op het standpunt dat [verzoekster] haar verplichtingen als werknemer grovelijk heeft verzaakt.
[verzoekster] heeft betwist zich te hebben gedragen op de wijze zoals Brickel Bay dat heeft gesteld. [verzoekster] heeft gesteld op geen enkele wijze invloed te hebben gehad op de beslissing van de groep om bij de concurrent een kamer te boeken. Volgens [verzoekster] heeft de groep deze beslissing zelf genomen omdat zij niet langer tevreden was over de dienstverlening van Brickel Bay.
4.4
Bij mondeling tussenvonnis van 11 december 2018 is Brickel Bay opgedragen de door haar aan het ontslag ten grondslag gelegde dringende reden te bewijzen. Het Gerecht heeft de door partijen voorgebrachte getuigen gehoord, waarna Brickel Bay een conclusie na enquête heeft genomen en [verzoekster] een conclusie antwoord na enquête.
4.5
Brickel Bay heeft ter onderbouwing van haar stelling dat er sprake is van een dringende reden het rapport overgelegd. Naar het oordeel van het Gerecht kan uit dit rapport worden afgeleid dat Brickel Bay als dringende reden voor ontslag op staande voet heeft aangemerkt de omstandigheid dat [verzoekster] de groep bewogen heeft om naar een concurrerend hotel te gaan, dat [verzoekster] de groep daarbij heeft geholpen en dat [verzoekster] deze informatie heeft achtergehouden voor het management.
4.6
Ter voldoening aan de bewijsopdracht heeft Brickel Bay een drietal getuigen laten horen. Het betreft [frontdesk] (Front Desk Manager bij Brickel Bay), [DOS] (Director of Sales and Marketing bij Brickel Bay) en Nadia Willems (Human Resources Manager bij Brickel Bay).
Getuige [frontdesk] heeft verklaard dat [verzoekster] hem in een gesprek verteld heeft dat de groep die bij hen bekend staat als de groep [de groep] het volgende jaar niet naar het hotel zal terug keren omdat zij niet tevreden waren. Voorts heeft hij verklaard dat [verzoekster] hem een paar maanden later in een gesprek heeft verteld dat zij deze groep heeft geboekt bij een ander hotel. De getuige [DOS] heeft verklaard dat [verzoekster] haar in een gesprek verteld heeft dat de groep geboekt heeft bij een ander hotel, namelijk Tropicana, en getuige [HR] heeft niets over de boeking van de groep bij een ander hotel verklaard.
4.7
Naar het oordeel van het Gerecht volgt uit de afgelegde verklaringen niet dat [verzoekster] een actieve bemiddelingsrol heeft gespeeld in de besluitvorming van de groep om naar een concurrerend hotel te gaan. Dat zij die rol niet heeft gehad, wordt overigens ook bevestigd door de verklaringen van de getuigen die door [verzoekster] in contra-enquête zijn voorgebracht. [verzoekster] heeft in contra-enquête de getuigen [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3] laten horen. Deze getuigen behoren alle drie tot de desbetreffende groep. De getuigen hebben afzonderlijk verklaard zelf de beslissing te hebben genomen om niet meer bij Brickel Bay te verblijven, nu zij niet tevreden waren met de wijze waarop Brickel Bay hen heeft behandeld. De getuigen hebben voorts verklaard dat [verzoekster] geen enkele rol heeft gespeeld in hun besluitvorming om naar een ander hotel te gaan en dat [verzoekster] niet betrokken is geweest bij de boeking van het ander hotel. De getuigen hebben verder verklaard dat de groepsleider oude contacten had met Tropicana in de Verenigde Staten en dat zij daarom besloten hebben om daar een kamer te regelen met behulp van hun eigen agent.
4.8
Brickel Bay heeft gesteld dat de afgelegde verklaringen van de door [verzoekster] voorgebrachte getuigen niet betrouwbaar zijn, nu zij goede vrienden van elkaar zijn, maar ook indien dit het geval zou zijn, betekent het naar het oordeel van het Gerecht nog niet dat de getuigen onwaarheden hebben verklaard ten voordele van [verzoekster]. Dat zij in strijd met de waarheid een verklaring hebben afgelegd, is verder ook uit niets gebleken.
4.9
Het Gerecht concludeert op grond van het voorgaande dat Brickel Bay niet geslaagd is in het leveren van het verlangde bewijs. Met [verzoekster] is het Gerecht van oordeel dat de door Brickel Bay opgegeven ontslagreden niet is komen vast te staan. Het verzoek zal derhalve worden toegewezen, als na te melden.
4.1
Brickel Bay heeft verzocht om de loonvordering van [verzoekster] te matigen. Dit verzoek zal worden afgewezen, nu Brickel Bay geen gronden heeft aangevoerd die een matiging van de loonvordering rechtvaardigt. Bovendien wijst het Gerecht erop dat [verzoekster] ten onrechte de toegang tot de werkplek is ontzegd en derhalve door toedoen van Brickel Bay geen inkomsten heeft kunnen genieten. De gevorderde wettelijke verhoging zal worden gematigd tot 15%, nu dit in overeenstemming is met de door het Hof gegeven uitspraken.
4.11
Brickel Bay zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
verleent aan [verzoekster] toestemming om kosteloos te procederen;
verklaart het aan [verzoekster] verleende ontslag op staande voet nietig;
veroordeelt Brickel Bay om aan [verzoekster] het salaris vanaf datum ontslag te betalen en te blijven betalen voor zolang het dienstverband rechtsgeldig voortduurt, vermeerderd met de wettelijke verhoging, tot een maximum van 15%;
beveelt Brickel Bay om [verzoekster] binnen een week na betekening van deze beslissing weder te werk te stellen in haar reguliere functie, op straffe van een dwangsom van Afl. 250, -- per dag of gedeelte daarvan dat zij dat bevel niet opvolgt tot een maximum van Afl. 10.000, --
veroordeelt Brickel Bay in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Willy Pool worden begroot op Afl. 4.375,- aan salaris van de gemachtigde (3,5 punten, tarief 5);
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 12 november 2019 in aanwezigheid van de griffier.