ECLI:NL:OGEAA:2019:748
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en de beoordeling van dringende redenen in een arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft verzoekster, een werknemer, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om te verklaren dat haar ontslag op staande voet nietig is. De arbeidsovereenkomst tussen verzoekster en verweerder, Caribbean Drip Irrigation N.V., was op 26 januari 2018 gesloten. Verweerder heeft op 5 december 2018 een ontslag aangezegd, dat later op 11 december 2018 werd gewijzigd. Op 13 december 2018 heeft verweerder verzoekster op staande voet ontslagen, wat aanleiding gaf tot deze procedure. Verzoekster betwist de geldigheid van het ontslag en vordert doorbetaling van loon en vergoeding van proceskosten.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet een dringende reden vereist is. De feiten die door verweerder in de ontslagbrief zijn vermeld, wijzen op ernstige tekortkomingen van verzoekster in haar functie, waaronder herhaaldelijk te laat komen en het maken van fouten in de (loon)administratie. Het Gerecht oordeelt dat verzoekster onvoldoende heeft betwist dat deze feiten de dringende redenen voor ontslag op staande voet rechtvaardigen. Daarom heeft het Gerecht het verzoek van verzoekster afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld.
De beschikking is gegeven op 19 november 2019 door mr. M.E.B. de Haseth, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.