Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, ingediend op 22 juli 2019;
- het minderjarigenverhoor op 7 oktober 2019;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 19 november 2019 uitspraak gedaan in een verzoek van de Voogdijraad. Het verzoek strekte tot ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag over haar minderjarige kind, geboren op [geboortedatum] 2007, en tot benoeming van een voogd of het belasten van de vader met het eenhoofdig gezag. De moeder was eerder geschorst uit het gezag en de minderjarige was voor een periode aan de Voogdijraad toevertrouwd. De Voogdijraad stelde dat de moeder de verzorging en opvoeding van de minderjarige verwaarloost en slecht levensgedrag vertoont. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de moeder niet erkent dat zij een probleem heeft en dat er een gebrek aan communicatie en samenwerking tussen de ouders is. De vader heeft verzocht om alleen met het gezag te worden belast, omdat de minderjarige heeft aangegeven niet meer bij de moeder te willen wonen. Het gerecht oordeelde dat er geen gronden waren voor ontzetting van de moeder uit het gezag, maar dat de moeder niet in staat is om het gezag adequaat uit te oefenen. Daarom werd besloten dat de vader voortaan alleen het gezag over de minderjarige zal uitoefenen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.