ECLI:NL:OGEAA:2019:742

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 november 2019
Publicatiedatum
27 november 2019
Zaaknummer
AUA201901192
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige wegens geestelijke stoornis

Op 19 november 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven op het verzoek van verzoekster om haar vader, verweerder, onder curatele te stellen. Verzoekster, bijgestaan door haar advocaat mr. J.A.R. Bryson, heeft aangevoerd dat haar vader lijdt aan (beginnende) dementie type M. Alzheimer met vasculaire kenmerken, zoals blijkt uit een verklaring van de behandelend specialist. Verweerder heeft zich verzet tegen de ondercuratelestelling en betwist dat hij niet in staat is zijn belangen te behartigen. Hij is ook niet akkoord met de benoeming van zijn dochter tot curatrice, omdat hij vreest dat zij zijn geld onterecht uitgeeft.

De andere kinderen van verweerder steunen het verzoek van verzoekster, maar de zoon heeft bezwaren tegen de alleenheerschappij van verzoekster als curatrice. Het gerecht heeft vastgesteld dat verweerder lijdt aan een geestelijke stoornis die hem belemmert in het behartigen van zijn belangen, en heeft geoordeeld dat ondercuratelestelling gerechtvaardigd is. Verzoekster is benoemd tot curator, met de verplichting om binnen acht weken een schriftelijke opgave van de aanwezige gelden en een boedelbeschrijving in te dienen. De beschikking is gepubliceerd in de Landscourant van Aruba en in lokale dagbladen.

Uitspraak

Beschikking van 19 november 2019
behorend bij EJ nr. AUA201901192
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson,
om ondercuratelestelling van haar vader:
[verweerder],
wonende in Aruba, te [adres],
VERWEERDER,
in persoon.
Belanghebbenden:
[naam echtgenote], de echtgenote,
[naam dochter], dochter,
[naam zoon], zoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
De eerdere procedure blijkt uit de tussenbeschikking van 20 augustus 2019, waarbij is overwogen dat de zoon van verweerder, zijnde een belanghebbende, alsnog moest worden opgeroepen.
1.2
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • de akte overlegging stukken zijdens verzoekster, ingediend op 3 september 2019,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 8 oktober 2019, waarbij zijn verschenen verzoekster in persoon en bijgestaan door mr. C. Hart, die heeft geoccupeerd voor de gemachtigde voornoemd, verweerder in persoon, en de belanghebbenden in persoon.
1.3
De uitspraak is

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Aan de orde is het verzoek om verweerder onder curatele te stellen. Ingevolge artikel 1:278, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter een meerderjarige onder curatele stellen wegens een geestelijke stoornis waardoor de gestoorde, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen.
2.2
Verweerder heeft zich ter zitting verzet tegen de verzochte ondercuratelestelling en heeft gesteld dat hij geen geheugenstoornis heeft en dat hij nog in staat is zijn eigen belangen te behartigen. Verder is hij het er ook niet mee eens dat zijn dochter tot curatrice wordt benoemd, omdat zij zijn geld uitgeeft en hij niet weet waaraan.
2.3
Uit de verklaring van de behandelend specialist, [naam internist], MD, internist-geriater, van 20 december 2018, blijkt dat verweerder lijdt aan (beginnende) dementie type M. Alzheimer met vasculaire kenmerken.
2.4
Verzoekster, de andere dochter en de zoon zijn het er over eens dat de vader dementerend is en dat hij steeds verder achteruit gaat.
Verzoekster heeft aangevoerd, dat haar ouders eigenaren/verhuurders zijn van diverse woningen en dat die woningen onderhouden moeten worden. Zij heeft uitgaven gedaan voor noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden, zoals het vernieuwen van het dak van een van de woningen.
De andere dochter ondersteunt het verzoek van verzoekster en stemt in met de benoeming van verzoekster tot curator over verweerder. De zoon heeft geen bezwaren geuit tegen het verzoek, maar is het er niet mee eens dat verzoekster, als curatrice, het alleen voor het zeggen zal hebben. Hij wil ook zeggenschap over met name de financiële zaken van verweerder. De echtgenote lijdt (ook) aan dementie type Alzheimer in een verder gevorderd stadium, en kon daarom niet gehoord worden.
2.5
Het gerecht is van oordeel dat uit de stukken en het verhandelde tijdens de mondelinge behandelingen is gebleken dat verweerder lijdt aan een geestelijke stoornis, die een beletsel voor verweerder vormt voor een behoorlijke behartiging van zijn belangen, hetgeen een ondercuratelestelling rechtvaardigt.
2.6
Ter zitting is voorts gebleken dat verzoekster al enige tijd haar ouders verzorgt en hun zaken behartigt. Gelet hierop is het gerecht van oordeel dat benoeming van verzoekster tot curator het meest met de belangen van de verweerder strookt. Voor zover de zoon heeft beoogd te verzoeken om tot mede-curator te worden benoemd, zal dit verzoek worden afgewezen, nu hij dit verzoek verder niet heeft onderbouwd.
2.7
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:338 BW
binnen acht wekenna aanvang van haar taak als curatrice een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht te doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
De curatrice dient voorts
binnen acht maandenna aanvang van haar taak als curatrice ter bevestiging van haar deugdelijkheid een door haar ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht in te dienen. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.
2.8
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BW
jaarlijkseen rekening van haar bewind over de goederen van de onder curatele gestelde ter griffie van dit gerecht in te dienen, voor het eerst uiterlijk op
1 juni 2021.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [verweerder], geboren op [geboortedatum] in Curaçao, onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curatrice zijn dochter, [verzoekster], geboren op [geboortedatum] in Curaçao en wonende in Aruba,
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curatrice binnen tien (10) dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA”.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 19 november 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.