ECLI:NL:OGEAA:2019:738
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van plichtsverzuim en disciplinaire maatregel van ontslag van een directeur van het Departamento Transporte Publico
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 4 november 2019 uitspraak gedaan over een verzoek tot het treffen van een voorziening bij voorraad door een ambtenaar, die als directeur van het Departamento Transporte Publico (DTP) was aangesteld. De ambtenaar had bezwaar gemaakt tegen een landsbesluit van 6 september 2018, waarbij hem de disciplinaire straf van ontslag was opgelegd wegens plichtsverzuim. De voorzieningenrechter overwoog dat het op de ambtenaar lag om aannemelijk te maken dat het plichtsverzuim hem niet kon worden toegerekend. De rechter concludeerde dat de onderzoeksgegevens voldoende grond boden voor de overtuiging dat de ambtenaar de verweten gedragingen had begaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat de disciplinaire maatregel van ontslag niet onevenredig was aan de ernst van het plichtsverzuim, gezien de aard van de verweten gedragingen en de positie van de ambtenaar als directeur. De financiële gevolgen van het ontslag voor de ambtenaar werden niet als voldoende zwaarwegend beschouwd om tot een ander oordeel te komen. Het verzoek tot het treffen van een voorziening bij voorraad werd afgewezen, met de conclusie dat het bezwaar van de ambtenaar in de bodemprocedure waarschijnlijk ongegrond zal worden verklaard.