ECLI:NL:OGEAA:2019:734

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 november 2019
Publicatiedatum
20 november 2019
Zaaknummer
AUA201903547
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om afgifte van een kaart voor kosteloze rechtskundige bijstand na ontslag op staande voet

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 november 2019 uitspraak gedaan op een verzoek van een verzoeker die kosteloze rechtskundige bijstand wenste na een ontslag op staande voet. De verzoeker had op 3 januari 2019 ontslag gekregen en had op 9 januari 2019 de nietigheid van dit ontslag ingeroepen. Vervolgens had hij op 21 maart 2019 een verzoek ingediend bij de Directie Sociale Zaken voor een kaart die recht geeft op kosteloze rechtskundige bijstand. Dit verzoek werd afgewezen door de directeur van Sociale Zaken, die stelde dat de procedure geen kans van slagen had.

De verzoeker maakte bezwaar tegen deze afwijzing en vroeg om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 25 september 2019 werd het verzoek behandeld, waarbij de verzoeker in persoon verscheen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter overwoog dat de motivering van de afwijzing niet voldoende was en dat het belang van de verzoeker in deze procedure niet gering was. De rechter concludeerde dat de directeur van Sociale Zaken niet voldoende had onderbouwd waarom de procedure geen kans van slagen zou hebben.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek van de verzoeker toegewezen en de directeur opgedragen om de kaart voor kosteloze rechtskundige bijstand af te geven. De rechter oordeelde dat de afwijzing van het verzoek gebrekkig gemotiveerd was en dat de verzoeker recht had op de gevraagde bijstand. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

Uitspraak van 11 november 2019
Lar nr. AUA201903547
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het verzoek in de zin van artikel 54 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[verzoeker],
wonend in Aruba,
VERZOEKER,
procederend in persoon,
gericht tegen:
de directeur van Sociale Zaken,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. C.L. Geerman (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 3 juli 2019 heeft de directeur van de Directie Sociale Zaken afwijzend beslist op het verzoek van appellante om afgifte van een kaart, recht gevende op kosteloze rechtskundige bijstand.
Tegen deze beschikking heeft verzoeker op 8 augustus 2019 bezwaar gemaakt.
Op 14 oktober 2019 heeft verzoeker tevens een verzoek om een voorlopige voorziening bij het gerecht ingediend.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 252019. Verzoeker is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en verweerder bij zijn gemachtigde.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

Juridisch kader

1.1
Ingevolge artikel 54, eerste lid, van de Lar, kan, indien krachtens deze landsverordening een bezwaar- of beroepschrift aanhangig is, de indiener daarvan aan het gerecht verzoeken om de bestreden beschikking onderscheidenlijk beslissing op het bezwaarschrift te schorsen op grond, dat de uitvoering daarvan voor betrokkene een onevenredig nadeel met zich zou brengen in verhouding tot het door een onmiddellijke uitvoering daarvan te dienen belang.
Ingevolge het tweede lid van genoemd artikel kan ter voorkoming van nadeel als bedoeld in het eerste lid, op het verzoek van genoemde indiener ook een voorlopige voorziening worden getroffen.
1.2
Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Landsverordening kosteloze rechtskundige bijstand (Lkrb) kan aan een iedere in Aruba werkelijke woonplaats hebbende persoon die on- of minvermogend is en rechtskundige bijstand behoeft, een kaart worden afgegeven, rechtgevende op kosteloze rechtskundige bijstand.
1.3
Artikel 3 Lkrb bepaalt dat indien rechtskundige bijstand verleend wordt, hetzij op grond van het Wetboek van Strafvordering van Aruba, hetzij in een civiele procedure of een voorgenomen civiele procedure, welker aard naar het oordeel van de Directie Sociale Zaken rechtskundige bijstand wettigt, wordt zulks op de in artikel 2 bedoelde kaart aangetekend en wordt daarop, voor zover het geen toevoegingen op grond van het Wetboek van Strafvordering van Aruba betreft, tevens vermeld de naam van de advocaat die zich met de bijstand zal belasten.
Het verzoek
2.1
Het verzoek strekt ertoe dat verweerder wordt opgedragen aan verzoeker de afgifte van een kaart rechtgevende op kosteloze rechtskundige bijstand af te geven.
De feiten
3.1
Verzoeker is op 3 januari 2019 op staande voet ontslagen.
3.2
Verzoeker heeft per brief van 9 januari 2019 de nietigheid van zijn ontslag ingeroepen.
3.3
Op 21 maart 2019 heeft verzoeker zich gewend tot Directie Sociale Zaken ter verkrijgen van een kaart rechtgevende op kosteloze rechtskundige bijstand.
Standpunt van partijen
4.1
Verweerder heeft in de bestreden beschikking de afgifte van de kaart geweigerd - zakelijk weergegeven - omdat een eventuele procedure geen kans van slagen heeft. Verweerder meent dat het ontslag terecht is gegeven nu verzoeker zich niet op zijn werk heeft gemeld.
4.2
Verzoeker meent dat het bestreden besluit onvoldoende draagkrachtig is gemotiveerd. Hij heeft niet verzuimd zich te melden op zijn werk want zijn werkgever heeft hem onverwacht per 31 december 2018 opgeroepen. Verzoeker verkeert in financiële nood nu hij het ten onrechte gegeven ontslag niet met behulp van een advocaat kan aanvechten.
Beoordeling
5.1
Voor zover de toetsing aan het in artikel 54 van de Lar neergelegde criterium meebrengt dat een beoordeling van het geschil in de hoofdzaak wordt gegeven, heeft het oordeel van het gerecht een voorlopig karakter en is dat niet bindend in de bodemprocedure.
5.2
De voorzieningenrechter overweegt dat verweerder bij de beoordeling van een verzoek om kosteloze rechtskundige bijstand met het belang van de zaak en de kans van slagen rekening kan houden. Een aanvraag voor kosteloze rechtskundige bijstand kan worden geweigerd indien de aanvraag betrekking heeft op een vordering of verweer waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze geen kans van slagen maakt. Echter uit de bestreden beschikking, het verweerschrift en het verhandelde ter zitting is niet duidelijk gemaakt welke criteria verweerder bij de beoordeling van het belang van de zaak en de kans van slagen daarvan worden toegepast.
5.3
De voorzieningenrechter overweegt voorts dat op grond van de in de bestreden beschikking gegeven motivering niet kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen procedure gericht tegen het ontslag op staande voet redelijkerwijs geen kans van slagen maakt. Daarbij komt dat het te behartigen belang in een dergelijke procedure niet gering is.
5.4
Gelet op het vorenstaande, heeft verweerder ook met de gegeven motivering dat de te voeren procedure een lage kans van slagen heeft, de afwijzing van het verzoek niet toereikend gemotiveerd. Daartoe wordt overwogen dat het aan verweerder is om criteria vast te stellen voor de beoordeling van het belang van een zaak en de kans van slagen om voor kosteloze rechtsbijstand in aanmerking te kunnen komen.
5.5
Het bestreden besluit is derhalve gebrekkig gemotiveerd en zal in bezwaar niet in stand kunnen blijven.
5.6
De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe en draagt verweerder op verzoeker een kaart zoals bedoeld in artikel 2 Lkrb af te geven.
5.7
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
wijst het verzoek toe.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 11 november 2019, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.