ECLI:NL:OGEAA:2019:733

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 november 2019
Publicatiedatum
20 november 2019
Zaaknummer
AUA201903406
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtenarenzaak over voorziening bij voorraad en ontbreken spoedeisend belang

Op 11 november 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een ambtenarenzaak waarin verzoeker, de directeur van de Meteorologische Dienst Aruba (MDA), een voorziening bij voorraad vroeg. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het vervallen van zijn login autorisatie tot het webportaal van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het feit dat hij niet meer als in dienst van de MDA geregistreerd stond. Dit volgde na een e-mail van de Minister van Transport, Communicatie en Primaire Sector, waarin verzoeker werd geïnformeerd over het vervallen van zijn autorisatie. Verzoeker stelde dat hij nog steeds directeur was en vroeg om terugkeer in zijn functie.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 21 oktober 2019, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. D.G. Kock, en de minister werd vertegenwoordigd door mr. M.P. Jansen. De rechter oordeelde dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een spoedeisend belang, wat noodzakelijk is voor het treffen van een voorlopige voorziening. De rechter concludeerde dat verzoeker de beslissing in de bodemzaak kon afwachten en dat het verzoek om een voorlopige voorziening om die reden werd afgewezen.

De uitspraak werd gedaan door mr. M. Soffers en is definitief, aangezien er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak volgens artikel 94, lid 4, van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak.

Uitspraak

Uitspraak van 11 november 2019
Gaza nr. AUA201903406
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het verzoek tot het treffen van een voorziening bij voorraad als bedoeld in
artikel 94 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:
[verzoeker],
wonend te Aruba,
VERZOEKER,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
De Minister van Transport, Communicatie en Primaire Sector,
zetelend te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. M.P. Jansen (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Op 17 september 2019 heeft verweerder per mail klager geïnformeerd dat zijn login autorisatie tot het webportaal bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is vervallen en dat klager niet meer als zijn in dienst van de Meteorologische Dienst Aruba (MDA) staat geregistreerd.
Hiertegen heeft verzoeker op 3 oktober 2019 bezwaar gemaakt bij dit gerecht.
Tevens heeft hij zich tot het gerecht gewend met een verzoek tot het treffen van een voorziening bij voorraad.
Het gerecht heeft het verzoek in raadkamer behandeld op 21 oktober 2019. Klager is verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

Het wettelijk kader

1.1
Ingevolge artikel 94 van de La kan een ambtenaar bij een met redenen omkleed verzoekschrift aan het gerecht in ambtenarenzaken een beslissing bij voorraad vragen in alle gevallen waarin een bezwaarschrift op grond van deze landsverordening kan worden ingediend, doch waarin ter voorkoming van onevenredig nadeel voor de ambtenaar, een onverwijlde voorziening wenselijk is.
Voor zover de toetsing aan het in artikel 94 van de La neergelegde criterium meebrengt dat een beoordeling van het geschil in de hoofdzaak wordt gegeven, heeft het oordeel van het gerecht een voorlopig karakter en is dat niet bindend in de bodemprocedure.
1.2
Ingevolge artikel 52 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht is de ambtenaar verplicht zo nodig tijdelijk andere ambtelijke werkzaamheden te verrichten dan die welke hij gewoonlijk verricht.
Ingevolge het derde lid worden de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden de ambtenaar opgedragen door of namens de betrokken minister.
De feiten
2.1
Verzoeker, aangesteld als directeur MDA, is op 12 maart 2018 ter beschikking gesteld aan de Arubaanse nationale commissie Unesco als wetenschap expert voor de duur van een jaar.
2.2
Bij brief van 19 februari 2019 bericht verzoeker de minister van Onderwijs, Wetenschap en Duurzame Ontwikkeling dat zijn terbeschikkingstelling als wetenschap expert voor de Unesco op 12 maart 2019 komt te vervallen. Verzoeker stelt voor zijn ter beschikking stelling te verlengen, danwel zijn functie om te zetten tot Raadsadviseur, danwel op 13 maart 2019 zijn werkzaamheden als directeur DMA te hervatten.
2.3
Bij brief van 6 juni 2019 informeert de minister van Onderwijs, Wetenschap en Duurzame Ontwikkeling verzoeker dat hij niet eerder een antwoord kon geven op zijn verzoek en rappelbrief d.d. 22 mei 2019 omdat het komen tot een instellingsbesluit UNESCO langer heeft geduurd dan voorzien en hij in afwachting is van het advies van de DRH.
2.4
Bij e-mail van 17 september 2019 bericht verzoeker de SVB dat hij niet op zijn svbwebportaal account kan inloggen.
2.5
Bij e-mail van 17 september 2019 bericht een medewerker van de SVB verzoeker dat volgens ontvangen informatie verzoeker niet meer bij de meteorologische dienst staat geregistreerd en dat daarmee zijn autorisatie om in te loggen is komen te vervallen.
2.6
Bij e-mail van 17 september 2019 bevestigt een medewerker van de Unesco desgevraagd dat het salaris van klager, inclusief toelagen, op de Unesco-begroting zijn opgenomen.
De standpunten van partijen
3.1
Verzoeker voert aan dat hij door verweerder stilletjes is afgevoerd van de lijst van de meteorologische dienst terwijl hij nog steeds directeur is van DMA. Hij wenst terug te keren in zijn functie. Verzoeker verzoekt een voorziening te treffen om verweerder op te dragen om verzoeker met onmiddellijke ingang - danwel met ingang van een door het gerecht vast te stellen termijn - zijn functie als directeur MDA te kunnen hervatten.
3.2
Verweerder stelt zich op het standpunt dat het verzoek geen spoedeisend belang heeft bij onderhavige procedure. Dat verzoekers salaris op de UNESCO-begroting is opgenomen, is een administratieve handeling. Gedurende zijn ter beschikking stelling is verzoeker niet geautoriseerd tot toegang tot het SVB-portaal omdat dat niet nodig is voor het uitoefenen van zijn functie. De formele termijn van de ter beschikking stelling is verlopen en er is nog niet beslist op het verlengen van de ter beschikking stelling.
De beoordeling
4.1
Voor het treffen van een voorlopige voorziening zal slechts aanleiding bestaan, indien verzoeker een zodanig spoedeisend belang heeft, in die zin dat niet hem kan worden gevergd dat hij de beslissing in de bodemzaak afwacht.
4.2
De voorzieningenrechter stelt vast dat de bodemzaak, waaraan onderhavig verzoekschrift connex is, gericht is tegen het plaatsen van verzoekers salaris op de begroting van UNESCO en het vervallen van de toegangsautorisatie tot het SVB-portaal. Met verweerder is de voorzieningenrechter van oordeel dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat van hem niet kan worden gevergd dat hij de beslissing op dat bezwaarschrift niet kan afwachten. Dat verzoeker uit deze omstandigheden concludeert dat hij feitelijk uit zijn functie van directeur MDA wordt gezet, maakt dat niet anders.
4.3
Het verzoek zal vanwege het ontbreken van spoedeisend belang worden afgewezen.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Soffers, rechter, en uitgesproken in raadkamer op maandag 11 november 2019, in tegenwoordigheid van de griffier.
Ingevolge het bepaalde in artikel 94, lid 4, Landsverordening ambtenarenrechtspraak staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.