In deze zaak heeft belanghebbende, X Inc., een beroep gedaan op teruggaaf van invoerrechten voor een partij airco's die hij op 25 september 2015 heeft ingevoerd. Hij heeft een bedrag van Afl. 12.966,25 aan invoerrechten betaald en verzocht om teruggaaf van Afl. 9.937,25 op basis van de stelling dat de airco's voldoen aan de vereisten voor het verlaagde tarief van 2% invoerrechten. De Inspecteur heeft dit verzoek afgewezen, stellende dat belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de airco's voldoen aan de energie-eisen.
Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de bewijslast voor het verlaagde tarief bij belanghebbende ligt. Belanghebbende heeft certificaten overgelegd van INTERTEK en FIDE, maar de Inspecteur betwistte de geldigheid van deze certificaten. Het Gerecht oordeelde dat het certificaat van INTERTEK niet voldeed aan de eisen, maar dat het certificaat van FIDE wel degelijk aantoont dat de airco's voldoen aan de vereiste energie-efficiëntie. Het Gerecht concludeerde dat de Inspecteur niet kon eisen dat het certificaat van een onafhankelijke instantie moest komen, aangezien het begunstigend beleid dit niet als voorwaarde stelde.
Uiteindelijk heeft het Gerecht het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en bepaald dat belanghebbende recht heeft op teruggaaf van de invoerrechten. Tevens werd de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan belanghebbende.