In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 12 februari 2019, wordt het verzoek van een man tot ontkenning van het vaderschap behandeld. De man, vertegenwoordigd door advocaat R. Marchena, verzoekt de rechtbank om de ontkenning van het door zijn huwelijk met de moeder van de minderjarige ontstane vaderschap. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.L. Griffith, woont ook in Aruba. De minderjarige, wiens naam en geboortedatum in het document zijn weggelaten, is geboren uit het huwelijk van de man en de moeder. De procedure omvat verschillende stappen, waaronder het indienen van een verzoekschrift op 5 juli 2018, het overleggen van een advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand en het DNA-onderzoek dat op 13 november 2018 is ingediend.
De rechtbank oordeelt dat, op basis van artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, het minderjarige kind vertegenwoordigd moet worden door een bijzondere curator. De Voogdijraad is bereid om deze rol op zich te nemen. Verder stelt de rechtbank vast dat, volgens artikel 1:200 van het Burgerlijk Wetboek, het vaderschap kan worden ontkend als de vader niet de biologische vader is. Het DNA-onderzoek toont aan dat de man niet de biologische vader van de minderjarige is, wat de rechtbank leidt tot de conclusie dat het verzoek van de man gegrond is.
De beschikking eindigt met de benoeming van de Voogdijraad als bijzondere curator voor de minderjarige en de verklaring dat de ontkenning van het vaderschap door de man gegrond is. Deze uitspraak is gedaan door rechter mr. S. Verheijen in aanwezigheid van de griffier.