Op 22 oktober 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in de zaak van de Voogdijraad met betrekking tot de ondertoezichtstelling van een minderjarige. Het verzoekschrift was ingediend op 9 juli 2019, en de mondelinge behandeling vond plaats op 10 september 2019. De moeder van de minderjarige was niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. De minderjarige, geboren in Aruba, staat onder het gezag van de moeder, die alleen het moederschap heeft vastgesteld. Op 2 juli 2019 was de minderjarige voorlopig onder toezicht gesteld, wat op 16 juli 2019 werd bevestigd.
Het verzoek van de Voogdijraad strekte tot ondertoezichtstelling van de minderjarige voor een periode van één jaar en de plaatsing in het Kindertehuis Imeldahof. De raadsonderzoeker heeft in haar rapport aangegeven dat de minderjarige een laag zelfbeeld heeft, negatief gedrag vertoont en dat de moeder onvoldoende opvoedingsvaardigheden heeft om deze problemen aan te pakken. De moeder staat open voor hulp en begeleiding.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de minderjarige zodanig opgroeit dat zij met zedelijke en lichamelijke ondergang wordt bedreigd, en heeft daarom besloten tot ondertoezichtstelling. De moeder verzet zich tegen de uithuisplaatsing, maar het gerecht oordeelt dat de nodige begeleiding kan worden geboden in de dagbehandeling bij Imeldahof. De beschikking houdt in dat de minderjarige onder toezicht wordt gesteld voor één jaar, de voorgestelde voogdes wordt benoemd en de plaatsing in het kinderhuis wordt bevolen, met uitvoerbaarheid bij voorraad.