ECLI:NL:OGEAA:2019:697

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 september 2019
Publicatiedatum
29 oktober 2019
Zaaknummer
AUA201900212
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onder curatele stelling van een meerderjarige wegens geestelijke stoornis

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 3 september 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige, hierna aangeduid als verweerster. Het verzoek is ingediend door verzoekster, de dochter van verweerster, die stelt dat haar moeder lijdt aan dementie, specifiek Alzheimer, waardoor zij niet in staat is haar belangen te behartigen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 18 januari 2019 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift van de dochter op 15 april 2019. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 april 2019 was verzoekster aanwezig met haar advocaat, terwijl de belanghebbenden, waaronder de dochter en de zoon van verweerster, niet verschenen. De rechter heeft op 30 november 2019 verweerster thuis gehoord.

De beoordeling van het verzoek is gebaseerd op artikel 1:378 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om een meerderjarige onder curatele te stellen wegens een geestelijke stoornis. De dochter heeft verweer gevoerd tegen het verzoek en stelde dat de ziekte van de moeder nog niet zo ver gevorderd is dat ondercuratelestelling noodzakelijk is. De rechter heeft echter vastgesteld dat er voldoende bewijs is van de geestelijke stoornis van verweerster, en dat zij niet in staat is haar belangen te behartigen. De rechter heeft ook opgemerkt dat verweerster geen bezwaar heeft gemaakt tegen de benoeming van verzoekster als curatrice.

De beslissing van het gerecht houdt in dat verweerster onder curatele wordt gesteld en verzoekster als curatrice wordt benoemd. De curatrice moet binnen acht weken na aanvang van haar taak een schriftelijke opgave doen van de aanwezige gerede gelden en binnen acht maanden een boedelbeschrijving indienen. De uitspraak moet binnen tien dagen na tenuitvoerlegging worden gepubliceerd in de Landscourant van Aruba en in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA.”

Uitspraak

Beschikking van 3 september 2019
behorend bij EJ nr. AUA201900212
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
om ondercuratelestelling van haar moeder:
[verweerster],
wonende in Aruba, te [adres],
VERWEERSTER, hierna ook te noemen: de moeder.
Belanghebbenden:
[belanghebbende dochter], de dochter, wonende in Tilburg, Nederland,
[belanghebbende zoon], de zoon, wonende in Londen, Engeland.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 18 januari 2019,
  • het verweerschrift van de dochter, ingediend op 15 april 2019,
  • de nadere stukken overgelegd namens verzoekster op 16 april 2019, inhoudende een verklaring van de zoon,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 16 april 2019, waar is verschenen verzoekster bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd. De belanghebbenden zijn niet verschenen,
  • het verhoor van verweerster thuis op 30 november 2019.
De uitspraak is hierna nader

2.HET VERZOEK

Het verzoek van verzoekster, dat wordt gesteund door de broer, strekt ertoe de moeder onder curatele te stellen met benoeming van verzoekster tot haar curat. Aan het verzoek is ten grondslag gelegd dat de moeder lijdt aan dementie, type Alzheimer, waardoor zij niet in staat is om haar belangen te behartigen. Ter onderbouwing hiervan heeft verzoekster een verklaring van de behandelend internist-geriater, [internist-geriater], van 28 augustus 2018 overgelegd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:378, lid 1 en onder sub a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge deze bepaling kan de rechter een meerderjarige onder curatele stellen wegens een geestelijke stoornis waardoor de gestoorde, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen.
3.2
De dochter heeft verweer gevoerd, strekkende tot afwijzing van het verzoek, subsidiair tot het benoemen van een onafhankelijke bewindvoerder, mentor of curator die de financiële belangen van de moeder zal behartigen, dan wel tot het benoemen van de dochter als medecurator.
Daartoe heeft zij aangevoerd, dat de ziekte van de moeder nog niet het stadium heeft bereikt dat zij haar belangen niet meer optimaal zou kunnen waarnemen zodat een ondercuratelestelling een te zware maatregel is. Verder heeft de dochter aangevoerd dat zij wel degelijk regelmatig contact heeft met de moeder, en dat het juist verzoekster is die nalaat haar tijdig op de hoogte te stellen van wijzigingen in de medische toestand van de moeder. De dochter heeft er geen vertrouwen in dat de belangen van de moeder op een behoorlijke en integere wijze worden behartigd indien verzoekster als curatrice van de moeder zal worden benoemd.
3.3
Naar het oordeel van het gerecht is uit de verklaringen van de verzoekster, de broer, de behandelende specialist, en de ondervraging van verweerster voldoende gebleken dat verweerster lijdt aan de ziekte van Alzheimer en wegens een geestelijke stoornis niet in staat is of bemoeilijkt wordt haar belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.4
Verweerster heeft met zoveel woorden te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen benoeming van verzoekster als haar curatrice. Deze benoeming strookt ook naar het oordeel van het gerecht het meest met de belangen van de verweerster. Gebleken is immers dat verzoekster feitelijk al jaren verweerster alleen verzorgt, nu zij het enige kind van verweerster is dat nog in Aruba woont. De dochter woont al bijna 28 jaar, en de zoon al meer dan 34 jaar niet in Aruba. Het gerecht zal gelet hierop dan ook verzoekster als curatrice benoemen.
3.5
Hetgeen de dochter als verweer heeft aangevoerd, dat met name de onderlinge (verstoorde) verhoudingen tussen haar, verzoekster en de broer betreft, geeft het gerecht geen aanleiding om anders te beslissen.
3.6
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:338 BW
binnen acht wekenna aanvang van haar taak als curatrice een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht te doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
De curatrice dient voorts
binnen acht maandenna aanvang van haar taak als curatrice ter bevestiging van haar deugdelijkheid een door haar ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht in te dienen. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.
3.7
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BW
jaarlijkseen rekening van haar bewind over de goederen van de onder curatele gestelde ter griffie van dit gerecht in te dienen, voor het eerst uiterlijk op
1 juni 2021.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [verweerster], weduwe van [overledene], geboren op [gebortedatum] 1929 in Aruba, onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curatrice haar dochter, [dochter], geboren op [geboortedatum] 1963 in Aruba,
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curatrice binnen tien (10) dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA”.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 3 september 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.