ECLI:NL:OGEAA:2019:677

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 oktober 2019
Publicatiedatum
25 oktober 2019
Zaaknummer
AUA201800220
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • rechter in dit gerecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek gezamenlijk gezag in een echtscheidingsprocedure met minderjarige

In de zaak tussen de vader, verzoeker, en de moeder, verweerster, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 oktober 2019 uitspraak gedaan in een civiele procedure betreffende gezamenlijk gezag over hun minderjarige kind. De vader, die voorheen in Aruba woonde, is sinds februari 2019 naar Colombia gegaan voor medische behandeling en heeft sindsdien geen contact meer gehad met de moeder of de minderjarige. De moeder heeft aangevoerd dat de vader haar heeft laten weten dat hij niet meer verantwoordelijk is voor de minderjarige en dat hij in de Verenigde Staten woont.

De Voogdijraad heeft in eerdere rapporten aangegeven dat er geen advies over het gezag kan worden gegeven zolang partijen geen communicatiebegeleiding hebben gevolgd. De communicatie tussen de ouders is volgens de Voogdijraad niet optimaal, en er is een risico dat de moeder misbruik maakt van het gezag. Het gerecht constateert dat de procedure al meer dan anderhalf jaar loopt en dat er nog steeds geen communicatiebegeleiding heeft plaatsgevonden. De vader heeft sinds zijn vertrek naar het buitenland geen contact meer gezocht met de moeder of de minderjarige.

Gezien de omstandigheden, waaronder het gebrek aan communicatie en de afwezigheid van de vader, oordeelt het gerecht dat het niet realistisch is om te veronderstellen dat partijen gezamenlijk beslissingen over de minderjarige kunnen nemen. Het gerecht ziet een onaanvaardbaar risico dat de minderjarige klem of verloren zal raken bij gezamenlijk gezag. Daarom wordt het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 15 oktober 2019
behorend bij EJ nr. AUA201800220
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak tussen:
[verzoeker],
voorheen wonende in Aruba, thans zonder bekende woon-of verblijfplaats in het buitenland,
VERZOEKER, hierna de vader,
procederende in persoon,
tegen
[verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. C. Helen Lejuez.
Belanghebbende:
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
de minderjarige.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het eerdere verdere verloop van de procedure blijkt uit de tussenbeschikkingen van dit gerecht van 24 april 2018, 2 oktober 2018 en 5 februari 2019. Bij de laatste tussenbeschikking is een (nieuwe) voorlopige omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige vastgesteld en is de voortzetting van de behandeling van de zaak bepaald op een latere datum.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad van 7 juni 2019,
- de producties van de vrouw, ingediend op 29 augustus 2019 en 31 augustus 2019,
- de mondelinge behandeling ter zitting van 3 september 2019, waar alleen de moeder bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd is verschenen. De voormalige advocaat van de man heeft op 3 september 2019 gedesisteerd en de man is niet verschenen.
De uitspraak .

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Ter zitting heeft de moeder -onweersproken- aangevoerd, dat de vader in februari 2019 naar Colombia is gegaan voor medische behandeling, en sindsdien niet is teruggekeerd. Hij heeft de moeder laten weten dat hij nu in de Verenigde Staten woont. De moeder heeft verder aangevoerd dat de vader haar toen heeft gezegd dat hij haar niets meer zal geven en dat hij niet meer verantwoordelijk is voor de minderjarige. Hij heeft hierna geen contact meer gezocht met haar of met de minderjarige, aldus de moeder.
2.2
De Voogdijraad heeft reeds in zijn rapport van augustus 2018 te kennen gegeven geen advies over het gezag te zullen geven, zolang partijen geen communicatiebegeleiding hebben gevolgd. Volgens de Voogdijraad is uit het onderzoek gebleken dat de communicatie tussen de ouders niet optimaal is en dat een communicatiebegeleiding geïndiceerd is om de problemen tussen de ouders op te lossen. Uit het onderzoek lijkt het erop dat de moeder misbruik maakt van het gezag. Dit advies is in het rapport van juni 2019 gehandhaafd.
2.3
Het gerecht constateert dat deze zaak al ruim anderhalf jaar loopt, dat partijen nog steeds geen communicatiebegeleiding hebben gevolgd en dat zij nog altijd amper met elkaar communiceren. Daar komt nog bij dat de vader kennelijk sinds februari 2019 naar het buitenland is vertrokken en sindsdien niets van zich heeft laten horen.
Gelet hierop acht het gerecht het niet reëel te veronderstellen dat partijen in gezamenlijk overleg beslissingen van enig belang over de minderjarige kunnen gaan nemen. Het gerecht is dan ook van oordeel dat onder genoemde omstandigheden er een onaanvaardbaar risico is dat de minderjarige bij gezamenlijk gezag klem of verloren zal raken. Niet te verwachten is dat in deze omstandigheden binnen afzienbare tijd voldoende verbetering komt. Het verzoek van de man zal dan ook worden afgewezen.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door , rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 15 oktober 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.