Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
in conventie
3.DE BEOORDELING
in conventie
(…).
3.2.8. Overgangsfase.
In feite is de schriftelijke ingebrekestelling de uitvoering van overheidsbeleid weke al in februari 2018 was afgekondigd. In dit kader verwijst het Land met name naar artikel 3.2.8 (…). Het Land heeft daarbij uitdrukkelijk een overgangsfase aan commerciële erfpachters gegund om alsnog aan hun erfpachtvoorwaarden te voldoen. [EISER] was derhalve op de hoogte, althans diende op de hoogte te zijn dat zij vanaf februari 2018 aan de erfpachtvoorwaarden moest voldoen (…).”. [EISER N.V.] heeft die laatste stelling van het Land gemotiveerd bestreden, waardoor niet vast komt te staan dat [EISER N.V.] op de hoogte was van bedoeld beleid, terwijl het Gerecht geen grond ziet om die stelling voorshands aannemelijk te oordelen. Dit klemt temeer omdat mag worden aangenomen dat [EISER N.V.] zo zij van het beleid op de hoogte was daaraan tijdig gevolg zou hebben gegeven, temeer omdat vast staat dat [EISER N.V.] vlak na de ontvangst van de brief een bouwvergunning aangevraagd bij de Dienst Openbare Werken, te weten op 4 september 2019. Bij dit alles wordt nog overwogen dat het Land te dezen niet kan volstaan met het standpunt dat [EISER N.V.] op de hoogte diende te zijn van het beleid. In het licht van dit alles wordt het volgende verder overwogen.