ECLI:NL:OGEAA:2019:665
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van eiser in kort geding tegen Sociale Verzekeringsbank van Aruba
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E.E. Rosenstand, een kort geding aangespannen tegen de Sociale Verzekeringsbank van Aruba (SVB), vertegenwoordigd door mr. M.D. Tromp. De procedure vond plaats op 9 oktober 2019, waarbij eiser vorderde dat de SVB de verklaring van arbeidsongeschiktheid van 19 juli 2019 zou schorsen totdat er definitief was beslist op zijn bezwaar. De SVB voerde verweer en stelde dat eiser niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn verzoek.
Het Gerecht oordeelde dat er voor eiser een andere rechtsgang openstond, namelijk een Lar-procedure, die voldoende waarborgen biedt. Eiser had op 12 juni 2019 een verlenging van zijn taxi- of rijvergunning aangevraagd, maar de SVB had op 19 juli 2019 geadviseerd dat hij medisch ongeschikt was voor het uitoefenen van de functie van taxi-chauffeur. Eiser had bezwaar aangetekend tegen dit advies, maar het bestuursorgaan had nog niet beslist op zijn aanvraag of bezwaar ten tijde van de mondelinge behandeling.
Het Gerecht concludeerde dat de SVB niet als bestuursorgaan in de zin van de Lar kan worden aangemerkt, omdat eiser de verlenging van zijn vergunning niet bij de SVB had aangevraagd. Hierdoor was de SVB op goede gronden het bezwaar van eiser doorgezonden naar het bestuursorgaan. Uiteindelijk werd eiser niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek en werd hij veroordeeld in de proceskosten, die op Afl. 1.500,-- werden begroot. Dit vonnis werd uitgesproken op 9 oktober 2019 door mr. A.H.M. van de Leur.