ECLI:NL:OGEAA:2019:66

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 januari 2019
Publicatiedatum
4 februari 2019
Zaaknummer
A.R. AUA201802970
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot medewerking aan notariële leveringsakte na echtscheiding

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde eiser, vertegenwoordigd door mr. G. de Hoogd, dat gedaagde zou meewerken aan het verlijden van de notariële leveringsakte voor de overdracht van haar aandeel in de voormalige echtelijke woning. De partijen waren op 26 maart 2008 van elkaar gescheiden en hadden in een echtscheidingsconvenant afgesproken hoe de gemeenschappelijke zaken, waaronder de woning, verdeeld zouden worden. Eiser stelde dat hij de medewerking van gedaagde nodig had om de woning over te nemen, maar gedaagde weigerde haar aandeel over te dragen.

De rechter beoordeelde dat de vordering van eiser niet onrechtmatig of ongegrond was, en dat het belangrijk was om uitvoering te geven aan de afspraken in het echtscheidingsconvenant. De rechter oordeelde dat gedaagde moest meewerken aan het verlijden van de notariële leveringsakte. Daarnaast werd bepaald dat, indien gedaagde niet zou meewerken, dit vonnis in de plaats zou treden van de noodzakelijke instemmende wilsverklaring(en) van gedaagde, zoals bedoeld in artikel 3:300 lid 1 BW. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Het vonnis werd uitgesproken op 30 januari 2019 en is uitvoerbaar bij voorraad. De rechter wees het meer of anders gevorderde af, waarmee de uitspraak definitief was.

Uitspraak

Vonnis van 30 januari 2019
Behorend bij A.R. AUA201802970
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[eiser],
te Aruba,
EISER, hierna ook te noemen: eiser,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
[gedaagde],
te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: gedaagde,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 december 2018;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie van partijen op 8 januari 2019.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1
Op 26 maart 2008 zijn partijen van elkaar gescheiden. De gemeenschap van goederen is ontbonden, waarbij in een echtscheidingsconvenant is vastgelegd hoe de gemeenschappelijke zaken moeten worden verdeeld.
2.2
Partijen zijn gezamenlijk eigenaren van de voormalige echtelijke woning. Partijen hebben afgesproken dat eiser de woning toebedeeld krijgt. Deze afspraak is vastgelegd in het echtsscheidingsconvenant.
2.3
Eiser heeft gesteld dat hij medewerking van gedaagde nodig heeft om de woning te kunnen overnemen. Gedaagde weigert echter haar aandeel in de woning aan eiser over te dragen.
2.4
In het onderhavig geschil vordert eiser - naar het gerecht begrijpt - dat gedaagde meewerkt aan het verlijden van de notariële leveringsakte waarmee haar aandeel in de woning aan eiser wordt geleverd, althans dit vonnis op grond van artikel 3:300 BW in de plaats treedt van de te verlenen medewerking, alsmede gedaagde te veroordelen in de proceskosten.
2.5
Eiser wil dat gedaagde wordt gedwongen om mee te werken aan de overdracht van haar aandeel in de woning aan eiser. Deze vordering komt het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen, nu het belangrijk is dat uitvoering wordt gegeven aan de afspraken die in het echtscheidingsconvenant zijn opgenomen.
2.6
Tevens heeft eiser gevorderd dat dit vonnis in de plaats zal treden van de door gedaagde te verlenen medewerking. Dat de aard van de te verrichten rechtshandeling zich daartegen verzet is niet gebleken. Gedaagde heeft bovendien geen verweer gevoerd tegen het verzoekschrift. De vordering betreft de situatie die is omschreven in artikel 3:300 lid 1 BW. Deze vordering zal worden toegewezen.
2.7
Gezien de relatie tussen partijen zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
bepaalt dat gedaagde moet meewerken aan het verlijden van de notariële leveringsakte waarbij het aandeel van gedaagde in de woning aan eiser wordt geleverd zoals afgesproken in het echtscheidingsconvenant,
bepaalt dat in het geval gedaagde niet meewerkt aan het verlijden van de notariële leveringsakte waarbij het aandeel van gedaagde in de woning aan eiser wordt geleverd zoals afgesproken in het echtscheidingsconvenant, dit vonnis in de plaats zal treden van de voor die rechtshandelingen noodzakelijke instemmende wilsverklaring(en) van gedaagde als bedoeld in artikel 3:300 lid 1 BW,
compenseert de proceskosten in dier voege dat ieder partij de eigen kosten draagt.;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 30 januari 2019 in aanwezigheid van de griffier.