ECLI:NL:OGEAA:2019:659

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 oktober 2019
Publicatiedatum
18 oktober 2019
Zaaknummer
AUA201702848, AUA2018I00020 en AUA2018I00021
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over aansprakelijkheid en verzekering na verkeersongeval met betwisting van verzekeringsovereenkomst

In deze civiele procedure, die plaatsvond voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, stonden verschillende partijen tegenover elkaar in verband met een verkeersongeval dat op 12 augustus 2014 had plaatsgevonden. De eiseres, Aruba AIG Insurance N.V. (hierna: AIG), vorderde een schadevergoeding van [naam X] voor de schade die door een derde, de benadeelde, was geleden als gevolg van het ongeval. AIG stelde dat [naam X] aansprakelijk was voor de schade, omdat hij niet verzekerd was en AIG de schade had vergoed aan de benadeelde. [naam X] betwistte echter dat er een verzekeringsovereenkomst bestond tussen de benadeelde en AIG en voerde aan dat hij niet de veroorzaker van het ongeval was.

De rechter oordeelde dat AIG onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat er een verzekeringsovereenkomst bestond tussen haar en de benadeelde ten tijde van het ongeval. AIG had niet de benodigde documenten overgelegd, zoals een kopie van de verzekeringsovereenkomst, en kon niet aantonen dat zij de rechtsopvolger was van Chartis Insurance, de verzekeraar van de benadeelde. Hierdoor werd de vordering van AIG afgewezen.

In de vrijwaringszaak verzocht [naam X] New India en Nos Seguro om hem te vergoeden voor de kosten die hij mogelijk zou moeten betalen aan AIG. Ook deze vordering werd afgewezen, omdat de hoofdzaak was afgewezen. De rechter veroordeelde AIG en [naam X] in de proceskosten, waarbij de kosten voor de gemachtigden werden vastgesteld op Afl. 2.000,- per partij. Het vonnis werd uitgesproken op 9 oktober 2019.

Uitspraak

Vonnis van 9 oktober 2019
Behorend bij A.R. 2253 van AUA201702848, AUA2018I00020 en AUA2018I00021
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschapARUBA AIG INSURANCE N.V.,
te Aruba,
eiseres in de hoofdzaak,
hierna te noemen: AIG,
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce,
tegen:
[naam X],
te Aruba,
gedaagde in de hoofdzaak,
hierna te noemen: [naam X],
gemachtigde: de advocaat mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena,
en in de zaak van:
[naam X],
te Aruba,
eiser in vrijwaring,
hierna te noemen: [naam X],
gemachtigde: de advocaat mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena,
tegen:

1.de naamloze vennootschapNEW INDIA ASSURANCE REPRESENTATIVE N.V.,

te Aruba,
gedaagde sub 1 in vrijwaring,
hierna te noemen New India,
gemachtigde: de advocaat mr. E.J.M. Lotter Homan,

2.de naamloze vennootschapNOS SEGURO N.V.

te Aruba,
gedaagde sub 2 in vrijwaring,
hierna te noemen: Nos Seguro,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.
en in de zaak van:
de naamloze vennootschapNEW INDIA ASSURANCE REPRESENTATIVE N.V.,
te Aruba,
eiseres in ondervrijwaring,
hierna te noemen New India,
gemachtigde: de advocaat mr. E.J.M. Lotter Homan,
tegen:
de naamloze vennootschapNOS SEGURO N.V.
te Aruba,
gedaagde in ondervrijwaring,
hierna te noemen: Nos Seguro,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.

1. DE PROCEDURE IN DE HOOFDZAAK, IN DE ZAAK IN VRIJWARING EN IN DE ZAAK IN ONDERVRIJWARING

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring;
- de conclusie van antwoord in het incident tot vrijwaring;
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak;
- het vonnis in het incident tot vrijwaring van 20 juni 2018;
- de conclusie van antwoord in de zaak in vrijwaring zijdens New India;
- de incidentele conclusie tot oproeping in ondervrijwaring;
- het antwoord in het incident tot ondervrijwaring
- het vonnis in het incident tot ondervrijwaring van 16 januari 2019;
- de conclusie van antwoord in de zaak in ondervrijwaring;
- de rolbeschikking van 5 juni 2019 waarbij de comparitie van partijen in de hoofdzaak, in de zaak in vrijwaring en in de zaak in ondervrijwaring is bevolen;
- de mondelinge behandeling in de hoofdzaak, in de zaak in vrijwaring en in de zaak in ondervrijwaring van 28 augustus 2019.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in de hoofdzaak, in de zaak in vrijwaring en in de zaak in ondervrijwaring.

2. DE VASTSTAANDE FEITEN IN DE HOOFDZAAK

2.1
Op 12 augustus 2014 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden, waarbij de auto van [naam X] met nummerplaat A-[kentekennummer] was betrokken. Bestuurder was [naam X]. In het door de politie gemaakte rapport van het ongeval (hierna: het politierapport) wordt [naam X] aangemerkt als veroorzaker van het ongeval, omdat hij zijn afstand niet zodanig regelde, dat hij op tijd kon stoppen en achterop de auto van de benadeelde botste.
2.2
Door het ongeval is schade veroorzaakt aan de auto van een derde (hierna: de benadeelde). In het politierapport is vermeld dat de benadeelde verzekerd was bij Chartis Insurance en dat zijn auto aanzienlijke schade heeft opgelopen aan de achterbumper en het achterportier.
2.3
Onder meer bij brief van 1 december 2014 heeft AIG [naam X] gemaand haar een bedrag van Afl. 10.156,- te betalen. In die brief heeft AIG [naam X] onder meer het volgende geschreven:
“According to information received by us and police report, your vehicle (…) driven by [naam X] caused an accident to one of our insured’s vehicles. Due to the following reason: uninsured, we have paid out the damage(s) under our policy. The total damage paid by us amounted to: AWG 10.156. As per the “Compulsory Automobile Insurance Law” of the Netherlands Antilles and Aruba (…) we have recovered rights against the party at fault. Since you are liable for the damage according to the information received, we are hereby requesting you to contact us
within 10 daysafter receipt of this letter in order of singing a recovery arrangement to reimburse us the entire amount at your earliest convenience. (…)”
2.4 [
naam X] heeft daaraan niet voldaan.
3. HET VERZOEK EN HET VERWEER IN DE HOOFDZAAK, IN DE ZAAK IN VRIJWARING EN IN DE ZAAK IN ONDERVRIJWARING
In de hoofdzaak
3.1
AIG verzoekt het Gerecht om [naam X] uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van Afl. 10.156,45,-, vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2014, onder veroordeling van [naam X] in de proceskosten.
3.2
Aan deze vordering legt AIG het volgende ten grondslag. [naam X] heeft een ongeval veroorzaakt, als gevolg waarvan de benadeelde, een verzekerde van AIG, schade heeft geleden tot een bedrag van Afl. 10.156,45. Omdat [naam X] niet verzekerd was, heeft AIG de de aldus door de benadeelde geleden schade vergoed. Onder deze omstandigheden heeft zij ingevolge artikel 10, tweede lid, van de Landsverordening aansprakelijksverzekering motorrijtuigen (Lam) verhaal op [naam X], aldus AIG.
3.3 [
naam X] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. [naam X] betwist dat tussen de benadeelde en AIG een verzekeringsovereenkomst bestond, dat AIG de door de benadeelde geleden schade heeft vergoed, dat [naam X] de veroorzaker van het ongeval was en de hoogte van de als gevolg daarvan geleden schade. Voorts voert [naam X] aan dat indien AIG al aan de benadeelde heeft uitgekeerd uit hoofde van een verzekeringsovereenkomst tussen de benadeelde en AIG, dat is geweest op grond van allriskverzekering, zodat artikel 10, tweede lid, van de Lam geen grond biedt voor de vordering van AIG.
In de zaak in vrijwaring
3.4 [
naam X] verzoekt het Gerecht om New India en Nos Seguro te veroordelen in al hetgeen waartoe hij jegens AIG veroordeeld zal worden. Ten aanzien van New India grondt [naam X] het verzoek erop dat New India als zijn verzekeraar ingevolge artikel 3 van de Lam gehouden is de door hem veroorzaakte schade te dekken. Ten aanzien van Nos Seguro grondt [naam X] het verzoek erop dat, indien moet worden aangenomen dat hij niet verzekerd was bij New India, Nos Seguro in strijd met haar zorgplicht als assurantietussenpersoon en derhalve onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld.
3.5
New India onderscheidenlijk Nos Seguro hebben gemotiveerd verweer gevoerd.
In de zaak in ondervrijwaring
3.6
New India verzoekt het Gerecht om Nos Seguro te veroordelen in al hetgeen waartoe zij jegens [naam X] veroordeeld zal worden. Daaraan legt New India ten grondslag dat Nos Seguro in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt heeft gehandeld en derhalve jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld.
3.7
Nos Seguro heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
4. DE BEOORDELING IN DE HOOFDZAAK, IN DE ZAAK IN VRIJWARING EN IN DE ZAAK IN ONDERVRIJWARING
In de hoofdzaak
4.1
AIG heeft gesteld dat zij de als gevolg van het ongeval door de benadeelde geleden schade aan hem heeft uitgekeerd uit hoofde van een verzekeringsovereenkomst. [naam X] heeft gemotiveerd betwist dat de benadeelde bij AIG was verzekerd en dat AIG uit hoofde van een verzekeringsovereenkomst de door de benadeelde geleden schade heeft vergoed.
4.2
Het Gerecht is van oordeel dat, gegeven de gemotiveerde betwisting door [naam X], AIG onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat tussen haar en de benadeelde ten tijde van het ongeval een verzekeringsovereenkomst bestond, uit hoofde waarvan zij de door hem als gevolg van het ongeval geleden schade heeft vergoed. De enkele verwijzing naar het politierapport, waarin is vermeld dat de benadeelde verzekerd was bij Chartis Insurance en een kennelijk door de benadeelde ingevuld schadeformulier van Chartis Insurance is daartoe onvoldoende. Daaruit valt niet zonder meer af te leiden dat de benadeelde ten tijde van het ongeval bij AIG verzekerd was. Het had op de weg gelegen van AIG om een afschrift van de desbetreffende polis over te leggen, hetgeen zij niet heeft gedaan, hoewel zij daartoe ter comparitie nog in de gelegenheid is gesteld. Daar komt nog bij dat AIG niet heeft onderbouwd dat en op welke wijze zij de rechtsopvolger is van Chartis Insurance, zoals zij heeft gesteld en door [naam X] is betwist.
4.3
Het voorgaande brengt met zich dat de vordering van AIG zal worden afgewezen.
4.4
AIG zal als de in het ongelijk gestelde partij op na te melden wijze in de proceskosten worden veroordeeld.
In de zaak in vrijwaring
4.5
Nu de vordering jegens [naam X] in de hoofdzaak is afgewezen, ligt de vordering in de zaak in vrijwaring eveneens voor afwijzing gereed.
4.6 [
naam X] zal als de in het ongelijk gestelde partij op na te melden wijze in de proceskosten worden veroordeeld.
In de zaak in ondervrijwaring
4.7
Nu de vordering jegens New India in de zaak in vrijwaring is afgewezen, ligt de vordering in de zaak in ondervrijwaring eveneens voor afwijzing gereed.
4.8
New India zal als de in het ongelijk gestelde partij op na te melden wijze in de proceskosten worden veroordeeld.
5. DE UITSPRAAK:
De rechter in dit Gerecht:
in de hoofdzaak
wijst de vordering af;
veroordeelt AIG in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [naam X] worden begroot op Afl. 2.000,- aan salaris van de gemachtigde (2 punten in tarief 4);
in de zaak in vrijwaring
wijst de vordering af;
veroordeelt [naam X] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van New India worden begroot op Afl. 2.000,- aan salaris van de gemachtigde (2 punten in tarief 4) en aan de kant van Nos Seguro op Afl. 2.000,- aan salaris van de gemachtigde (2 punten in tarief 4);
in de zaak in ondervrijwaring
wijst de vordering af;
veroordeelt New India in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Nos Seguro worden begroot op Afl. 2.000,- aan salaris van de gemachtigde (2 punten in tarief 4);
in de hoofdzaak, de zaak in vrijwaring en de zaak in ondervrijwaring
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 oktober 2019 in aanwezigheid van de griffier.