ECLI:NL:OGEAA:2019:652

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 oktober 2019
Publicatiedatum
16 oktober 2019
Zaaknummer
AUA2019803567
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring voor recht betreffende biologisch vaderschap na DNA-onderzoek

Op 8 oktober 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak waarin de biologische vader van een minderjarige werd vastgesteld. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 26 maart 2019, waarin een DNA-onderzoek was gelast om het vaderschap vast te stellen. De verzoekster, de moeder van de minderjarige, heeft in deze procedure verzocht om een verklaring voor recht dat de man de biologische vader is van de minderjarige. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 september 2019 waren de moeder, de man en de bijzondere curator aanwezig. De bijzondere curator heeft een rapport overgelegd van het Noord Lab Center N.V. van 14 juni 2019, waarin de resultaten van het DNA-onderzoek zijn gepresenteerd. Dit rapport concludeert dat de man de biologische vader van de minderjarige is, wat door de rechter als voldoende bewijs werd beschouwd. De moeder heeft geen bezwaar gemaakt tegen de erkenning van de minderjarige door de man. De bijzondere curator heeft geadviseerd om het verzoek van de moeder toe te wijzen. De rechter heeft uiteindelijk besloten dat de man, geboren in Palmira, Colombia, de biologische vader is van de minderjarige, geboren op 12 oktober 2018 in Aruba, en heeft de verzoeken van de moeder toegewezen.

Uitspraak

Beschikking van 8 oktober 2019
Behorend bij EJ nr. AUA201803567
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Naam Verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de moeder,
procederende in persoon,
Belanghebbenden:
[Naam minderjarige],geboren op [geboortedatum] in Aruba,
de minderjarige,
[Naam belanghebbende],de man,
De bijzondere curator, de Voogdijraad.

1.DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 26 maart 2019, waarbij onder andere een DNA-onderzoek is gelast teneinde vast te stellen of de man, de biologische vader van de minderjarige is.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de akte uitlating van de bijzondere curator op 27 juni 2019;
- de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren op 10 september 2019, in aanwezigheid van de moeder in persoon, de man in persoon, en de bijzondere curator bij mevrouw [naam curator]
.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
De bijzondere curator heeft een rapport overgelegd van het Noord Lab Center N.V. van 14 juni 2019, houdende de bevindingen van een verwantschapsonderzoek (DNA-test). Op grond van dit rapport kan worden geconcludeerd dat de man de biologische vader van de minderjarige is. Nu biologisch vaderschap door middel van DNA-onderzoek nagenoeg met zekerheid kan worden bewezen en er ook overigens geen reden is om aan de resultaten van het verwantschapsonderzoek te twijfelen, is hiermee voldoende aannemelijk geworden dat de man de biologische vader is.
2.2
De moeder heeft te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen de erkenning van de minderjarige door de man en verzoekt verklaring voor recht dat de man de biologische vader is van de minderjarige. De bijzondere curator heeft geadviseerd om het verzoek van de moeder toe te wijzen.
2.3
Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat het verzoek van de moeder zal worden toegewezen.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
verklaart voor recht dat de man, [naam belanghebbende], geboren op [geboortedatum] in Palmira, Colombia, de biologische vader/verwekker is van de minderjarige, [naam minderjarige], geboren op 12 oktober 2018 in Aruba, met geboorteakte nummer 100917 van 2018, uit de vrouw [naam verzoekster].
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 8 oktober 2019 door de rechter mr. N.K. Engelbrecht in tegenwoordigheid van de griffier.