Uitspraak
1.DE PROCEDURE
.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Op 8 oktober 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak waarin de biologische vader van een minderjarige werd vastgesteld. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 26 maart 2019, waarin een DNA-onderzoek was gelast om het vaderschap vast te stellen. De verzoekster, de moeder van de minderjarige, heeft in deze procedure verzocht om een verklaring voor recht dat de man de biologische vader is van de minderjarige. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 september 2019 waren de moeder, de man en de bijzondere curator aanwezig. De bijzondere curator heeft een rapport overgelegd van het Noord Lab Center N.V. van 14 juni 2019, waarin de resultaten van het DNA-onderzoek zijn gepresenteerd. Dit rapport concludeert dat de man de biologische vader van de minderjarige is, wat door de rechter als voldoende bewijs werd beschouwd. De moeder heeft geen bezwaar gemaakt tegen de erkenning van de minderjarige door de man. De bijzondere curator heeft geadviseerd om het verzoek van de moeder toe te wijzen. De rechter heeft uiteindelijk besloten dat de man, geboren in Palmira, Colombia, de biologische vader is van de minderjarige, geboren op 12 oktober 2018 in Aruba, en heeft de verzoeken van de moeder toegewezen.