Uitspraak
1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
Gezag
LJNAS8525).
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft de vader verzocht om alleen met het gezag over zijn minderjarige kind belast te worden. De procedure begon met een tussenbeschikking van 8 januari 2019, waarin de Voogdijraad werd verzocht om onderzoek te doen naar de sociale omstandigheden van de betrokken partijen. Het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 15 maart 2019, gaf aan dat de minderjarige sinds augustus 2017 door de grootouders werd verzorgd en dat er een stabiele omgeving voor het kind was. De communicatie tussen de ouders was slecht, en de vader gaf aan geen contact met de moeder te willen. De moeder had een onzekere leefsituatie en was niet in staat om voor de minderjarige te zorgen.
De Voogdijraad verzocht om ontheffing van het gezag van de moeder, omdat zij ongeschikt was om haar zorgplicht te vervullen. Het gerecht oordeelde dat de moeder inderdaad ongeschikt was en dat het in het belang van de minderjarige was om de ontheffing uit te spreken. De vader's verzoek om met het gezag belast te worden werd afgewezen, omdat zijn leefsituatie instabiel was en hij niet meewerkte aan het onderzoek. Uiteindelijk werd de moeder ontheven van het gezag en werd [naam voogdes] benoemd tot voogd over de minderjarige. De proceskosten werden gecompenseerd, en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.