ECLI:NL:OGEAA:2019:634
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitzetting van verzoekster met Venezolaanse nationaliteit na indienen asielverzoek
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 2 oktober 2019 uitspraak gedaan over het verzoek van een Venezolaanse verzoekster die tegen een bevel tot uitzetting in beroep was gegaan. De verzoekster was op 1 september 2017 als toerist Aruba binnengekomen met een verblijfsduur van twee dagen, maar verbleef sindsdien illegaal in het land. Op 16 september 2019 had de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, de uitzetting van de verzoekster bevolen. De verzoekster maakte op 17 september 2019 bezwaar tegen deze beschikking en diende op 18 september 2019 een asielverzoek in.
De voorzieningenrechter overwoog dat het verbod op refoulement vereist dat de uitzetting niet wordt uitgevoerd voordat op het asielverzoek is beslist, maar dat dit slechts een tijdelijke uitzettingsbelemmering inhoudt. De rechter concludeerde dat de verzoekster pas na het bevel tot uitzetting had aangegeven asiel te willen aanvragen, en dat de Minister op goede gronden de vertrektermijn op 0 dagen had gesteld. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen grond was voor schorsing van het bevel tot uitzetting en wees het verzoek van de verzoekster af.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor verzoeksters om tijdig asiel aan te vragen en de gevolgen van illegaal verblijf in Aruba. De beslissing werd genomen door mr. M. Soffers en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.