ECLI:NL:OGEAA:2019:621

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 september 2019
Publicatiedatum
1 oktober 2019
Zaaknummer
AUA201901302
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onder curatelestelling van een meerderjarige wegens geestelijke stoornis

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 17 september 2019 uitspraak gedaan op het verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige, ingediend door haar zoon. Het verzoekschrift was ingediend op 18 april 2019 en de mondelinge behandeling vond plaats op 20 augustus 2019. De verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. M.H.J. Kock, verzocht om ondercuratelestelling van zijn moeder, die lijdt aan dementie type M. Alzheimer. De verweerster was aanwezig tijdens de zitting, maar de belanghebbende, de zoon, was niet verschenen ondanks een behoorlijke oproeping.

De rechter beoordeelde het verzoek op basis van artikel 1:378 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om een meerderjarige onder curatele te stellen wegens een geestelijke stoornis. De schriftelijke verklaring van de internist-geriater, Dr. S. Waterloo, bevestigde de diagnose van dementie. Het gerecht oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de verweerster niet in staat was haar belangen behoorlijk waar te nemen, en het verzoek werd dan ook toegewezen.

De rechter benoemde de verzoeker tot curator van zijn moeder, aangezien zij geen bezwaar had tegen deze benoeming. De uitspraak bevatte ook instructies voor de curator met betrekking tot het indienen van een schriftelijke opgave van de aanwezige gerede gelden en een boedelbeschrijving. De beschikking werd gepubliceerd in de Landscourant van Aruba en in lokale dagbladen, en de rechter gaf aan dat deze uitspraak ten uitvoer kan worden gelegd binnen tien dagen na publicatie.

Uitspraak

Beschikking van 17 september 2019
behorend bij EJ nr. AUA201901302
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[naam verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER,
gemachtigde: de advocaat mr. M.H.J. Kock,
om ondercuratelestelling van zijn moeder:
[naam verweerster],
wonende in Aruba, te [adres],
VERWEERSTER,
in persoon.
Belanghebbende:
[naam zoon], zoon,
wonende in Nederland.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 18 april 2019,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 20 augustus 22019, waarbij aanwezig waren verzoeker in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde, en verweerster in persoon. De belanghebbende heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks de behoorlijke oproeping daartoe, niet ter zitting verschenen.
De uitspraak is

2.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat verweerster onder curatele wordt gesteld met benoeming van verzoeker tot haar curat. Daartoe wordt aangevoerd dat verweerster wegens een geestelijke stoornis, zijnde dementie type M. Alzheimer, niet in staat is of bemoeilijkt wordt haar belangen behoorlijk waar te nemen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:378, lid 1 en onder sub a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge deze bepaling kan de rechter een meerderjarige onder curatele stellen wegens een geestelijke stoornis waardoor de gestoorde, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt haar belangen behoorlijk waar te nemen.
3.2
Uit de schriftelijke verklaring van de internist-geriater, Dr. S. Waterloo, van 12 april 2019 volgt dat verweerster is gediagnosticeerd met dementie, type M. Alzheimer. Gelet hierop en op het verhandelde ter zitting is het gerecht van oordeel dat genoegzaam is gebleken dat verweerster wegens een geestelijke stoornis niet in staat is of bemoeilijkt wordt haar belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.3
Verweerster heeft te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen benoeming van verzoeker tot haar curator. Deze benoeming strookt ook naar het oordeel van het gerecht het meest met de belangen van de verweerster. Nu voor het overige niet van bezwaren daartegen is gebleken, zal het gerecht dienovereenkomstig beslissen.
3.4
De curator dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:338 BW
binnen acht wekenna aanvang van zijn taak als curator een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht te doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
De curator dient voorts
binnen acht maandenna aanvang van zijn taak als curator ter bevestiging van zijn deugdelijkheid een door hem ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht in te dienen. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.
3.5
De curator dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BW
jaarlijkseen rekening van zijn bewind over de goederen van de onder curatele gestelde ter griffie van dit gerecht in te dienen, voor het eerst uiterlijk op
1 juni 2021.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [naam verweerster], geboren op [geboortedatum] in Aruba, onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curator haar zoon, [naam verzoeker], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curatrice binnen tien (10) dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA”.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 17 september 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.