ECLI:NL:OGEAA:2019:620

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 september 2019
Publicatiedatum
1 oktober 2019
Zaaknummer
AUA201803393
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kinderalimentatie en bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van minderjarigen

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 17 september 2019, wordt een verzoek behandeld inzake kinderalimentatie. De verzoeker, de vader, heeft verzocht om een bijdrage van de moeder in de kosten van de verzorging van hun minderjarige kinderen. De eerdere procedures, die betrekking hadden op het gezag en hoofdverblijf van de minderjarigen, zijn reeds behandeld in eerdere beschikkingen van 12 maart 2019 en 25 juni 2019. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 juni 2019 waren beide ouders aanwezig, evenals de raadsonderzoeker van de Voogdijraad.

Het gerecht stelt vast dat ouders verplicht zijn om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, en dat deze bijdrage afhankelijk is van hun draagkracht. De vader heeft verzocht om een maandelijkse bijdrage van Afl. 200,- voor de kosten van de minderjarige [Belanghebbende 3], terwijl hij zelf Afl. 400,- per maand moet betalen voor de andere twee minderjarigen, [Belanghebbende 1] en [Belanghebbende 2]. De moeder heeft echter aangegeven dat zij feitelijk de kosten van levensonderhoud voor deze kinderen alleen draagt, aangezien de vader in gebreke blijft met zijn betalingen.

Het gerecht overweegt dat de moeder momenteel Afl. 100,- per maand bijdraagt voor de levensonderhoud van [Belanghebbende 3] en dat de bijdrage van de moeder in de kosten van verzorging en opvoeding van [Belanghebbende 3] op Afl. 100,- per maand wordt vastgesteld. Deze bijdrage dient te worden betaald via de Voogdijraad, met ingang van 1 september 2019. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het verzoek om een hogere bijdrage is afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in dit gerecht, ter zitting van 17 september 2019.

Uitspraak

Beschikking van 17 september 2019
Behorend bij EJ nr. AUA201803393
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Verzoeker],
wonende in Aruba, te [adres],
VERZOEKER, hierna de vader,
procederende in persoon
tegen
[Verweerster],
wonende in Aruba, te [adres],
VERWEERSTER, hierna de moeder,
procederende in persoon.
Belanghebbenden:
[Belanghebbende 1], geboren op [geboortedatum] 2001 in Aruba,
[Belanghebbende 2], geboren op [geboortedatum] 2001 in Aruba,
[Belanghebbende 3], geboren op [geboortedatum] 2005 in Aruba,
hierna te noemen: de minderjarigen.

1.DE PROCEDURE

De eerdere procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 12 maart 2019 en 25 juni 2019, waarbij het gerecht beslissing heeft genomen omtrent het gezag en hoofdverblijf van de minderjarigen. De verdere procedure blijkt uit:
- de mondelinge behandeling met gesloten deuren op 25 juni 2019, in aanwezigheid van partijen in persoon en de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, [raadsonderzoeker].
De uitspraak is op heden bepaald.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Kinderalimentatie

2.1
Het gerecht stelt voorop dat ouders verplicht zijn te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht.
2.2
Bepalend voor de hoogte van de kinderalimentatie zijn de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige en de draagkracht van zowel de moeder als de vader.
2.3
Het gerecht stelt vast dat de minderjarige [Belanghebbende 3] zijn gewone verblijfplaats bij oma vaderzijde heeft en de minderjarigen [Belanghebbende 1] en [Belanghebbende 2] bij de moeder. De vader heeft verzocht te bepalen dat de moeder voor de kosten van de minderjarige [Belanghebbende 3] het bedrag van Afl. 200,- per maand bijdraagt. De vader moet Afl 400,- per maand aan de moeder betalen voor de kosten van de minderjarigen [Belanghebbende 1] en [Belanghebbende 2]. De vader heeft echter een achterstand bij deze betalingen waardoor de moeder feitelijk alleen de kosten van levensonderhoud van [Belanghebbende 1] en [Belanghebbende 2] draagt. [Belanghebbende 1] en [Belanghebbende 2] worden in november 2019 meerderjarig maar nu zij beiden nog schoolgaand zijn, zal de moeder de kosten van het levensonderhoud van [Belanghebbende 1] en [Belanghebbende 2] blijven dragen. Moeder betaalt Afl. 100,- per maand aan kinderalimentatie voor [Belanghebbende 3] aan oma, alhoewel zij feitelijk het geld aan [Belanghebbende 3] geeft doordat grootmoeder vaderszijde het niet in ontvangst wil nemen, aldus moeder.
2.4
Ter zitting is aangegeven dat de vader en de moeder min of meer gelijk inkomen hebben. Beider draagkracht is ook min of meer even hoog.
2.5
Het gerecht overweegt, gezien de moeder Afl. 100,- per maand bijdraagt voor de levensonderhoud van [Belanghebbende 3] en rekening houdende dat [Belanghebbende 1] en [Belanghebbende 2] binnenkort meerderjarig worden, de bijdrage van de moeder in het levensonderhoud van [Belanghebbende 3] op Afl. 100,- per maand vast te stellen en te betalen via de Voogdijraad.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de bijdrage van [Verweerster] in de kosten van verzorging en opvoeding van [Belanghebbende 3], geboren op [geboortedatum] 2005 in Aruba, op Afl. 100,- per maand, bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad te voldoen, met ingang van 1 september 2019,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in dit gerecht, ter zitting van 17 september 2019 in aanwezigheid van de griffier.