In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verzoek om kinderalimentatie. De Voogdijraad heeft op 3 mei 2018 een verzoekschrift ingediend om de man, die de verwekker is van de minderjarige, te veroordelen tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 300,- voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 september 2018, waarbij de moeder aanwezig was, maar de man niet is verschenen, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen.
De minderjarige is geboren uit de moeder en is niet erkend door de man. Het gerecht heeft vastgesteld dat ouders verplicht zijn om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, en dat deze verplichting geldt naar draagkracht. De man heeft geen verweer gevoerd, waardoor hij als verwekker wordt aangemerkt en verplicht is om bij te dragen aan de kosten van de minderjarige.
Het gerecht heeft geoordeeld dat, gezien de draagkracht van de moeder en de behoefte van de minderjarige, een bijdrage van Afl. 300,- per maand redelijk is. De ingangsdatum van deze bijdrage is vastgesteld op 1 augustus 2018, omdat de man op dat moment op de hoogte moest zijn van het verzoek. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het verzoek om een hogere bijdrage is afgewezen.