ECLI:NL:OGEAA:2019:618

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 september 2019
Publicatiedatum
1 oktober 2019
Zaaknummer
AUA201801200
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om kinderalimentatie en de verplichtingen van ouders in Aruba

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verzoek om kinderalimentatie. De Voogdijraad heeft op 3 mei 2018 een verzoekschrift ingediend om de man, die de verwekker is van de minderjarige, te veroordelen tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 300,- voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 september 2018, waarbij de moeder aanwezig was, maar de man niet is verschenen, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen.

De minderjarige is geboren uit de moeder en is niet erkend door de man. Het gerecht heeft vastgesteld dat ouders verplicht zijn om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, en dat deze verplichting geldt naar draagkracht. De man heeft geen verweer gevoerd, waardoor hij als verwekker wordt aangemerkt en verplicht is om bij te dragen aan de kosten van de minderjarige.

Het gerecht heeft geoordeeld dat, gezien de draagkracht van de moeder en de behoefte van de minderjarige, een bijdrage van Afl. 300,- per maand redelijk is. De ingangsdatum van deze bijdrage is vastgesteld op 1 augustus 2018, omdat de man op dat moment op de hoogte moest zijn van het verzoek. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het verzoek om een hogere bijdrage is afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 17 september 2019
behorend bij EJ nr. AUA201801200
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
en
[naam man],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen de man,
niet verschenen.
Belanghebbende:
[naam moeder], de moeder.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 3 mei 2018;
  • de mondelinge behandeling van 11 september 2018, waaruit blijkt dat namens de Voogdijraad aanwezig waren mevrouw Y. Maduro en dat de moeder in persoon is verschenen. De man heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.

2.DE FEITEN

Uit de moeder is op [geboortedatum] in Aruba geboren de thans nog minderjarige [naam minderjarige] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is niet erkend.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de man tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 300,- ingaande 1 mei 2018 als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Daartoe wordt gesteld dat hij de verwekker is van de minderjarige en dat hij voldoende inkomen uit arbeid geniet.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht stelt voorop dat ouders verplicht zijn te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Ingevolge artikel 1:394 BWA is de verwekker van een kind dat alleen een moeder heeft, als ware hij ouder verplicht tot het voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind. Artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) bepaalt, dat in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, zowel de voogdijraad als de andere ouder de rechter kan verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.
4.2
De man heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid zich te verweren en dient daarom als verwekker te worden aangemerkt. Gelet op de draagkracht van de moeder, de behoefte van de minderjarige en op het ontbreken van enig verweer acht het gerecht een door de man te betalen bijdrage van Afl. 300,- per maand in de kosten van verzorging en opvoeding in overeenstemming met de wettelijke maatstaven.
4.3
De ingangsdatum van de bijdrage zal worden bepaald op 1 augustus 2018, zijnde de datum waarop de man in ieder geval op de hoogte moet zijn geweest met de inhoud van het verzoek en rekening moest houden met toewijzing van het verzoek tot betaling van kinderalimentatie.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de bijdrage van [naam man] in de kosten van verzorging en opvoeding van [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba, uit de vrouw [naam vrouw] op Afl. 300,- per maand, bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad te voldoen, met ingang van 1 augustus 2018,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
wijst af het anders of meer verzochte.
Aldus gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 17 september 2019 in aanwezigheid van de griffier.