ECLI:NL:OGEAA:2019:617

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 september 2019
Publicatiedatum
1 oktober 2019
Zaaknummer
AUA201902729
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om teruggave griffierecht na verlening verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd

In deze zaak heeft de verzoeker, van Surinaamse nationaliteit, op 2 mei 2019 een aanvraag ingediend bij de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie voor een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Na het uitblijven van een beschikking heeft de verzoeker op 31 juli 2019 bezwaar gemaakt. Op 15 augustus 2019 heeft de verzoeker een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, ex artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Op 6 september 2019 heeft de verzoeker het gerecht geïnformeerd dat hem de verblijfsvergunning is verleend en verzocht om teruggave van het griffierecht. De verweerder heeft op 9 september 2019 een kopie van de verleende vergunning overgelegd.

De rechter heeft in zijn overwegingen het wettelijk kader uiteengezet, waarbij artikel 30 van de Lar relevant is voor de teruggave van het griffierecht. De rechter oordeelt dat, nu de bestreden beslissing door de verweerder ten voordele van de verzoeker is ingetrokken of gewijzigd, er aanleiding is voor teruggave van het griffierecht. De rechter gelast de teruggave van het door verzoeker gestorte griffierecht van Afl. 25,-. Deze beslissing is gegeven door mr. D.J. Jansen en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 30 september 2019. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Uitspraak van 30 september 2019
Lar nr. AUA201902729

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het verzoek in de zin van artikel 54 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[verzoeker],

van Surinaamse nationaliteit,
VERZOEKER,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN JUSTITIE, VEILIGHEID EN INTEGRATIE,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. N.R. Sneek (DIMAS).

PROCESVERLOOP

Op 2 mei 2019 heeft verzoeker een aanvraag bij verweerder ingediend voor een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.
Tegen het uitblijven van een beschikking op zijn verzoek heeft verzoeker op 31 juli 2019 bezwaar gemaakt.
Op 15 augustus 2019 heeft verzoeker bij dit gerecht een verzoekschrift ex artikel 54 van de Lar ingediend.
Bij brief van 6 september 2019 heeft verzoeker het gerecht bericht dat aan hem een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd is verleend. Verzoeker verzoekt teruggave van het griffierecht.
Verweerder heeft op 9 september 2019 een kopie van de op 15 augustus 2019 aan verzoeker verleende vergunning overgelegd.
Uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

Wettelijk kader
1. Ingevolge artikel 54, eerste lid, van de Lar, kan, indien krachtens deze landsverordening een bezwaar- of beroepschrift aanhangig is, de indiener daarvan aan het gerecht verzoeken om de bestreden beschikking onderscheidenlijk beslissing op het bezwaarschrift te schorsen op grond dat de uitvoering daarvan voor betrokkene een onevenredig nadeel met zich zou brengen in verhouding tot het door een onmiddellijke uitvoering daarvan te dienen belang.
Ingevolge het tweede lid kan ter voorkoming van nadeel als bedoeld in het eerste lid, op het verzoek van de indiener ook een voorlopige voorziening worden getroffen.
Feiten
2.1
Op 2 mei 2019 heeft verzoeker een aanvraag bij verweerder ingediend voor een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.
2.2
Tegen het uitblijven van een beschikking op zijn verzoek heeft verzoeker op 31 juli 2019 bezwaar gemaakt.
De standpunten van partijen
3.1
Bij brief van 6 september 2019 heeft verzoeker het gerecht bericht dat aan hem een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd is verleend. Verzoeker verzoekt teruggave van het griffierecht.
3.2
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de voorlopige voorziening is ingediend op dezelfde datum dat de vergunning aan verzoeker is uitgereikt.
Het wettelijk kader
4.1
Ingevolge artikel 30 van de Lar stort de indiener tegelijkertijd met de indiening van het beroepschrift ten behoeve van het Land een recht van Afl. 25,-.
Ingevolge het tweede lid gelast de rechter de teruggave van het gestorte bedrag, indien het beroep geheel of gedeeltelijk gegrond wordt verklaard of indien het bestuursorgaan de beslissing ten voordele van de indiener intrekt of wijzigt.
4.2
Op grond van artikel 55 van de Lar is op de indiening van en de beslissing op een verzoek als bedoeld in artikel 54, artikel 30 van overeenkomstige toepassing.
Beoordeling
5.1
Ter beoordeling ligt alleen nog het verzoek tot teruggave van het bedrag aan griffierecht.
5.2
Nu verweerder de bestreden beslissing ten voordele van verzoeker heeft ingetrokken dan wel gewijzigd, bestaat aanleiding voor teruggave van het griffierecht, zoals door verzoeker verzocht.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
gelast de teruggave van het door verzoeker gestorte griffierecht van Afl. 25,-.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.J. Jansen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 september 2019 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.