ECLI:NL:OGEAA:2019:616

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 september 2019
Publicatiedatum
1 oktober 2019
Zaaknummer
AUA201801166
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om kinderalimentatie en beoordeling van draagkracht van de vader

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 17 september 2019 een beschikking gegeven in een alimentatiezaak tussen de Voogdijraad als verzoeker en een man als verweerder. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 26 april 2018 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 11 september 2018. De moeder van de minderjarige was aanwezig, evenals de man, die werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M. Malmberg. De minderjarige, die niet erkend is door de man, is geboren in Aruba en is thans nog minderjarig.

Het verzoek van de Voogdijraad strekt tot het veroordelen van de man tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 385,- voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, ingaande op 1 mei 2018. De man erkent dat hij de verwekker is van de minderjarige, maar voert aan dat hij gepensioneerd is en alleen AOV ontvangt, en dat hij nog vier meerderjarige kinderen moet onderhouden die bij hem wonen. De moeder stelt dat deze kinderen al meerderjarig zijn en voor zichzelf moeten zorgen, ondanks dat ze problematische kinderen zijn.

Het gerecht heeft vastgesteld dat de man onvoldoende inkomsten heeft om enige bijdrage te leveren aan de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Daarom is het verzoek van de moeder afgewezen. Tevens is aan de man toestemming verleend om kosteloos te procederen, gezien zijn financiële situatie. De beslissing werd genomen door rechter E.M.D. Angela, ter zitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 17 september 2019
behorend bij EJ nr. AUA201801166
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
en
[naam man],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna te noemen de man,
gemachtigde: de advocaat mr. M. Malmberg.
Belanghebbende:
[naam moeder], de moeder.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 26 april 2018;
  • de mondelinge behandeling van 11 september 2018, waaruit blijkt dat namens de Voogdijraad aanwezig waren mr. M. Ras, de moeder in persoon en de man bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is

2.DE FEITEN

Uit de moeder is op [geboortedatum] in Aruba geboren de thans nog minderjarige [naam minderjarige] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is niet erkend.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de man tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 385,- ingaande 1 mei 2018 als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Daartoe wordt gesteld dat hij de verwekker is van de minderjarige en dat hij voldoende inkomen uit arbeid geniet.
4.DE BEOORDELING
4.1
Ouders zijn verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) bepaalt, dat in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, zowel de Voogdijraad als de andere ouder de rechter kan verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.
4.2
De man betwist niet dat hij de verwekker is van de minderjarige, maar voert draagkrachtverweer, inhoudende dat hij gepensioneerd is en alleen AOV ontvangt. Tevens voert hij aan dat hij nog 4 meerderjarige kinderen van partijen, die nog bij hem wonen, moet onderhouden en de moeder hem niet hiermee helpt. De moeder voert aan dat de andere kinderen al meerderjarig zijn, ze zelf voor zichzelf moeten zorgen alhoewel ze problematische kinderen zijn.
4.3
Bepalend voor de hoogte van de kinderalimentatie zijn de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige en de draagkracht van zowel de moeder als de vader.
4.4
Het gerecht is van oordeel dat uit het verhandelde ter zitting genoegzaam is gebleken dat de man thans onvoldoende inkomsten heeft om enige bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige te voldoen. Het verzoek van de moeder zal derhalve worden afgewezen.
4.5
Gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan de man toestemming worden verleend om kosteloos te mogen procederen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent de man toelating om kosteloos te procederen,
wijst het verzoek af.
Aldus gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 17 september 2019 in aanwezigheid van de griffier.